Advocaten mogen nu alleen nog werken bij een advocatenkantoor of bij een rechtsbijstandsverzekeraar, en in dat laatste geval mogen ze alleen nog maar cliënten met een rechtsbijstandsverzekering helpen. Zo staat het geregeld in de Verordening op de Advocatuur (Voda).
Voorwaarde voor deelname aan het experiment is wel dat de meerderheid van de bestuurders van de werkgever van advocaten in dienst eveneens advocaat moet zijn. Die bestuurders zijn dan immers onderworpen aan het tuchtrecht van de advocatuur. Om aan die voorwaarde te voldoen, gaat Peter Leermakers zich inschrijven voor de Beroepsopleiding Advocatuur. Leermakers is nu enig bestuurder van BrandMR.
Praktijkstructuren
Volgens algemeen deken Frans Knüppe wil de Algemene Raad (AR) met het experiment meer kennis en ervaring opdoen met het oog op fundamentele systeemwijzigingen van de regels voor praktijkstructuren.
Uit Knüppes woorden viel ook op te maken dat de AR rekening heeft gehouden met de toenemende maatschappelijke druk om dergelijke nieuwe initiatieven toe te staan. “De timing kan niet worden losgezien van de maatschappelijke actualiteit,” zei hij. Knüppe doelde daarmee onder meer op de ontwikkelingen rond BrandMR, een zusteronderneming van SRK Rechtsbijstand. BrandMR heeft tien SRK-advocaten op de eigen website gezet, waarna deken Arjen van Rijn van de Haagse Orde van Advocaten deze advocaten in oktober voor de tuchtrechter sleepte. Die heeft nog geen uitspraak gedaan.
Civiele zaak
Ook heeft BrandMR een handhavingsverzoek ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM), en een civiele zaak aangespannen tegen de NOvA en de Haagse Orde.
Belangrijk voor de AR is ook dat een Kamermeerderheid en minister Dekker (voor Rechtsbescherming) positief staan tegenover initiatieven à la BrandMR. De minister heeft gezegd dat de wet maar veranderd moet worden als NOvA niet toegeeft.
Dat doet de NOvA nu dus wel. “Zo hopen we zelf de regie te houden,” zei Knüppe. “We laten zien dat we openstaan voor nieuwe initiatieven.”
