Annetje Ottow: Niet meer toezicht, wel strengere regels

Delen:

Annetje OttowSinds de financiële crisis is men kritischer naar toezichthouders gaan kijken en klinkt de roep om nog meer toezicht. Maar Annetje Ottow, hoogleraar economisch publiekrecht en decaan van de Utrechtse rechtenfaculteit, betwijfelt of dat het antwoord is op de vraag hoe misstanden kunnen worden voorkomen. Volgens Ottow vraagt de vrijere markt wel om strengere regels. Dat vertelt zij in een interview in Mr. dat aanstaande vrijdag verschijnt.

Annetje Ottow is hoogleraar economisch publiekrecht aan het Europa Instituut van de Universiteit Utrecht en sinds 1 september 2014 decaan van de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie. Ze is gespecialiseerd in toezicht(houders), marktordening, mededinging en Europees recht en bekleedt diverse toezichtfuncties. Eerder was zij onder meer collegelid van de OPTA en advocaat bij Houthoff Buruma en De Brauw Blackstone Westbroek.

Het is goed dat er sinds de financiële crisis meer oog is voor het publieke belang en dat men kritischer kijkt naar de vrije markt, stelt Ottow. “Liberalisering betekent ook niet per definitie deregulering. Juist een vrijere markt vraagt om strengere regels. Als je toegang tot een bepaalde infrastructuur biedt, moet je dat in goede banen leiden. Concurrentie gaat meestal gepaard met heel ingewikkelde regelgeving. Daar hoort een goede toezichtconstructie bij.”

Ottow beschouwt het toezicht als al die formele of informele interventies, die maken dat er iets gebeurt met de onder toezicht gestelde. Elke gedraging die zo’n autoriteit verricht ten opzichte van de onder toezicht gestelde ziet zij als toezicht. Dat maakt toezicht erg ongrijpbaar, geeft Ottow toe. Ook een opgetrokken wenkbrauw van een centrale bankier kan namelijk onder toezicht vallen. De oud-president van De Nederlandsche Bank, Nout Wellink, stond er om bekend. “Juristen hebben de neiging zich te richten op die formele interventies, maar toezicht is veel breder dan dat. Een opgetrokken wenkbrauw is heel informeel, maar kan heel effectief zijn. Het gaat dus ook om gedrag. En dat is meteen het spanningsveld; iets kan heel effectief zijn, maar te weinig waarborgen bieden of te weinig transparant zijn. Processen moeten wel fair blijven. Naming and shaming is heel effectief, maar je kunt als toezichthouder niet zomaar alles op je website zetten.”

Gezond wantrouwen

“Sinds de financiële crisis is men veel kritischer naar toezichthouders gaan kijken”,  vervolgt Ottow. Maar vreemd genoeg wordt de oplossing vooralsnog gezocht in meer toezicht. Toezicht volgt op toezicht. Ottow weet niet of nóg meer toezicht het antwoord is op de vraag hoe misstanden voorkomen kunnen worden. Of het nu om mededinging gaat, financieel toezicht op Europese schaal of de Nederlandse Zorgautoriteit, geen enkele toezichthouder is in staat om alles te controleren. “Ik heb wel vertrouwen in toezichtvormen waarbij je het toezicht deelt met de onder toezicht gestelde”,  zegt de hoogleraar. “Natuurlijk moet daarbij steeds worden gekeken of dat vertrouwen gerechtvaardigd is. Het concept van gezond wantrouwen, of kritisch vertrouwen, is een van de aandachtspunten. Als je alleen maar sanctiegericht bent, kun je veel missen in medewerking, denk ik. Daar ging mijn oratie ook over.”

Ottow verwacht verder veel van het concept leiderschap. Ook pleit zij voor blijvende aandacht voor onderwerpen als integriteit en ethiek. “Als je wilt dat mensen of bedrijven zich op een bepaalde manier gedragen, moet je allereerst zelf het goede voorbeeld geven. Dat klinkt simpel, maar het is de kern. Ik geloof in een cultuur van integriteit en als bestuur, zowel van een onderneming als van een toezichthouder, moet je daarin het voorbeeld geven. Eén bestuurder kan ongelooflijk veel impact hebben op een hele organisatie, zowel commercieel als publiek. Het begint bij leiderschap en integriteit. Met houding en gedrag. Met focus, met aandacht, met het stellen van prioriteiten.”

Compliance kan helpen dat gedrag af te dwingen. “Compliance kan echt een verandering in cultuur bewerkstelligen. Alleen, je moet het kritisch blijven volgen. Het moet meer zijn dan een proces. Het gaat erom dat mensen zelf nagaan of er geen conflict of interest is, of ze een uitnodiging om ergens te kunnen spreken wel of niet kunnen aannemen en wie de reis betaalt. Ook compliance moet integer zijn.”

Lees het gehele interview met Annetje Ottow in het novembernummer van Mr. dat vrijdag 7 november verschijnt.

Wilt u vanaf nu elke week een samenvatting van al het nieuws van Mr. in uw mailbox? Klik hier

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven