De behoefte aan vaste en interim juristen stijgt dit jaar explosief. Dat stellen arbeidsmarktspecialisten van verschillende juridische werving- en selectiebureaus. Sommige bureaus zien een toename van de omzet van meer dan 35%. Oorzaak is het herstel van de economie: er gebeurt meer en juristen durven weer meer dan voorheen een overstap te maken. Maar er zijn ook zorgen: steeds meer bedrijfsjuridische hoge posities worden door buitenlandse juristen ingenomen.
Nu de economie weer aantrekt komen er vanzelfsprekend meer vacatures vrij, zegt Koen Hemmes, consultant bij Legal People: “Wij zien dit kwartaal een explosieve omzetstijging. Een toename van meer dan 35% in vergelijking met het eerste kwartaal van 2010 en dat is zelfs 50% meer dan het laatste kwartaal van vorig jaar.” Ook Voxius ziet een enorme stijging van de omzet. Managing partner Ruud Harinck: “Over het hele kwartaal een stijging van 35% en als je kijkt naar de maanden apart, dan zien we in maart zelfs een stijging van 100% in vergelijking met vorig jaar en dat gaat zeker doorzetten. De arbeidsmarkt voor juristen in commerciële functies zit weer in de lift.”
Niet alle bureaus noteren dezelfde grote cijfers. Renske Lubbinge (consultant bij Robert Walters) vertelt dat haar bureau het juist de afgelopen twee jaar heel druk heeft gehad. “In die tijd moesten veel meer claims worden behandeld en veel contracten worden gecontroleerd. Meer dan normaal. We hebben het dan ook waanzinnig druk gehad met het wegzetten van mensen. En er komen nu nog meer vacatures bij. Ik verwacht dat dit jaar het aanbod van senior vaste posities ook zal toenemen.”
NIG Ondernemingsrecht is de laatste twee jaar eveneens gegroeid. Remco Abeln (directeur van NIG): “En de afgelopen drie maanden hebben we wel drie keer meer mensen weten te plaatsen op vaste functies dan in het eerste kwartaal van 2010.”
Risicomijdend
Ook door toename van de arbeidsmobiliteit van juristen ontstaan plekken op de arbeidsmarkt. “Men durft weer een overstap te overwegen en deze ook echt te maken”, aldus Hemmes. Harinck merkt ook dat mensen meer om zich heen kijken, maar benadrukt dat we daar geen spectaculaire voorstelling van moeten maken. “Juristen zijn nogal risicomijdend. Zij gaan bij een beetje ruimte op de markt niet ineens allemaal ‘jobhoppen’.” Harinck vindt het opvallend dat steeds meer advocaten van grote kantoren overstappen naar de middelgrote variant. “Daar ontstaan heel interessante en leerzame werkplekken doordat bedrijven een alternatief zijn gaan zoeken voor de allergrootste en allerduurste kantoren. Voor het ‘normaal juridisch’ werk kunnen zij prima bij de nummer 30 of 40 op de lijst terecht.”
Lubbinge beaamt dit. “Door de crisis hebben middelgrote kantoren hun slag kunnen maken. Grote cliënten zijn overgestapt naar kleinere kantoren vanwege de aangenamere uurtarieven. Dat maakt het werk op die kantoren interessanter voor commerciële advocaten. Zij kunnen op hoog niveau blijven werken, zijn meer met acquisitie bezig, meer betrokken bij cliënten en hebben een betere ‘work/life balance’.”
Interim
Behoefte aan flexibele juridische ondersteuning op specialistische gebieden als mededingingsrecht en litigation is al enige tijd een tendens. Maar de laatste maanden merkt Hemmes dat de vraag naar generalistische interim-juristen ook toeneemt. “De zittende juristen zitten qua arbeidsproductiviteit aan hun taks. Vooral voor het brede ondernemingsrechtelijke of commerciële overeenkomstenwerk zijn mensen nodig. Het aantal interim-juristen dat dit kwartaal voor ons aan de slag is gegaan, is in vergelijking met hetzelfde kwartaal vorig jaar met 23% toegenomen.”
Volgens Lubbinge is de vraag naar interim-juristen altijd hoog geweest, ook ten tijde van crisis. “Overigens bestaan echte generalistische interim-juristen bijna niet meer. Het werk op het gebied van M&A en commercieel contractenrecht vergt tegenwoordig heel specialistische kennis.”
Aan het begin van de crisis voorspeldde men een enorme toename in vraag naar arbeids- en insolventierecht deskundigen. Abeln: “Die voorspelling is deels uitgekomen, namelijk in de insolventiepraktijk. Maar niet wat betreft het arbeidsrecht en dat is ook begrijpelijk. Het arbeidsrecht is al zo vereenvoudigd, de meeste HR-afdelingen hebben genoeg kennis in huis.”
Bedreiging
Harinck ziet wel een bedreiging voor de Nederlandse jurist: “Als je weet hoeveel buitenlandse juristen op dit moment mooie bedrijfsjuridische posities op ‘legal departments’ van Nederlandse multinationals zoals Shell, Unilever en Randstad bekleden, zou je weleens kunnen schrikken. Door de steeds verdergaande internationalisering is het voor grote ondernemingen minder belangrijk dat hun bedrijfsjuristen in Nederland zijn opgeleid. Ze geven de voorkeur aan bijvoorbeeld Engelse juristen, omdat zij veel verstand hebben van bepaalde contracttypes. Dit gaan we steeds vaker zien.”
Lubbinge maakt zich niet zo’n zorgen. “Wij positioneren nog altijd juristen op topfuncties. De markt internationaliseert en dat merken we, maar dat zal niet in bedreigende vorm doorzetten. Door ons eigen rechtssysteem en het feit dat veel internationale bedrijven hier gevestigd zijn, zijn en blijven Nederlandse juristen echt nodig.”
Abeln valt Lubbinge bij: “Zolang we dat soort posities in Nederland kunnen blijven vervullen, door wie dan ook, betekent het dat we hier hoofdkantoren hebben staan en dat heeft een bepaalde aantrekkingskracht. De tendens was dat hoofdkantoren zich ergens anders vestigden, maar op dit moment komen juist hoofdkantoren naar Nederland toe. Ik zie het dan ook meer als een verrijking dan een bedreiging. Al kan ik me wel voorstellen dat het moeilijk is voor de senior juristen. Aan hen bestaat al een overschot en als daar dan ook nog buitenlandse juristen bijkomen, wordt het nog lastiger om een plek te bemachtigen.”
Harinck merkt nog op: “Veel juridische afdelingen van internationale ondernemingen zijn de laatste jaren geherstructureerd waardoor rapportagelijnen niet meer eindigen in Nederland. Rapporteren aan een vakgenoot in het buitenland kan lastig zijn. Zij weten niet wat hier speelt, kennen ons rechtsstelsel niet en dat levert soms problemen op in de uitvoering van opdrachten.”
Terugkijkend stelt Hemmes dat het opvallend is dat de meeste werkgevers hun juristen tijdens de crisis hebben aangehouden, ondanks dat er minder werk te doen was. Hij schrijft dit ook in zijn opiniestuk ‘De juridische arbeidsmarkt 2011; meer vacatures, zowel vast als ad interim’ dat Mr. eerder vandaag publiceerde. Hemmes: “Uiteindelijk hebben maar een paar grote advocatenkantoren, waaronder Clifford Chance, mensen naar huis gestuurd. De meeste wachtten gewoon op betere tijden. Het aantrekken van mensen kost immers ook geld”.
Harinck nuanceert dit beeld iets: “In het internationale bedrijfsleven is wel op de rem getrapt. Bij verschillende multinationals is 10% van het juridisch personeel eruit gezet. In de advocatuur valt het inderdaad mee, maar een paar top 10-kantoren hebben mensen de laan uitgestuurd.” Lubbinge zegt dat het hierbij vooral ging om advocaat-stagiaires. “Zij hebben gewoon geen medewerkerscontract aangeboden gekregen. Dat is natuurlijk de makkelijkste manier om van je mensen af te komen.”