Uit algemeen vacatureonderzoek door het UWV is gebleken dat er gedurende de crisisperiode 2008-2010 een relatief geringe werkloosheidstoename binnen de Nederlandse arbeidsmarkt is geweest. De werkloosheid in Nederland is tijdens de economische crisis veel minder sterk toegenomen dan in andere Europese landen. Dit heeft voor een deel te maken met de flexibiliteit van de Nederlandse arbeidsmarkt. Keerzijde hiervan is wel dat juist de zelfstandigen zonder personeel en uitzendkrachten een substantieel verlies van werkgelegenheid hebben gekend.
Een andere verklaring voor de geringe werkloosheidsstijging is het fenomeen ‘labour hoarding’. Bedrijven houden hun eigen werknemers vast ondanks dat er onvoldoende werk voor ze is. Dit wordt onder andere gedaan om te voorkomen dat er op termijn weer personeelstekorten bij dat bedrijf ontstaan. In tijden van economische tegenspoed en dus onvoldoende werk is het gevolg van labour hoarding dat de arbeidsproductiviteit per werknemer afneemt of dat meer werknemers in deeltijd gaan werken. Zo nam het aantal banen in 2009 af met 2%, terwijl de productie afnam met 4%, onder andere als gevolg van labour hoarding.
Bovenstaande geldt op veel plaatsen ook binnen de juridische arbeidsmarkt.
We zien dus dat in economisch slechtere tijden de arbeidsproductiviteit afneemt. Ook van juristen. Dat betekent dat bij het aantrekken van de economie de werkgevers nog ruim in hun jasje zitten. De arbeidsproductiviteit per werknemer kan weer wat omhoog en wellicht worden deeltijd dienstverbanden weer omgezet in full-time banen. We zien als gevolg hiervan een vertraagd effect op de arbeidsmarkt van het voorzichtig aantrekken van de economie gedurende 2010.
Wanneer we kijken naar de vacatureduur, dan wijst onderzoek uit dat deze gedurende 2010 langzaam weer is toegenomen. Er komt dus steeds minder ruimte op de arbeidsmarkt en het blijkt weer moeilijker om passende, kwalificerende mensen te vinden.
Vacatures kunnen naar herkomst worden onderscheiden in twee categorieën:
1) vacatures die het gevolg zijn van vervangingsvraag en
2) vacatures die het gevolg zijn van uitbreidingsvraag
De vervangingsvraag ontstaat wanneer de arbeidsmobiliteit van werknemers toeneemt; er stappen dus meer juristen over van de ene naar de andere werkgever, of bijvoorbeeld pensioengerechtigden treden uit. Het gat dat wordt achtergelaten door de vertrekkende jurist wordt niet zomaar opgevangen door de overgebleven juridische collega’s. Uitbreidingsvraag ontstaat wanneer er een dermate toename van economische activiteiten en dus van juridisch werk is, dat de zittende juristen dit er niet bij kunnen doen. Hier geldt eerst het vertragingseffect van de toenemende arbeidsproductiviteit, daarna ontstaat pas de uitbreidingsbehoefte.
Deze ontwikkeling is vergelijkbaar aanwezig in de juridische interim-markt. We zien dat meer algemene, brede juridische ondersteuning eerst nog goed opgevangen kon worden door de juristen in vast dienstverband. Er was nog geen uitbreidingsbehoefte en de arbeidsproductiviteit kon nog toenemen. Wel ontstond al snel vraag naar meer specialistische flexibele juridische ondersteuning. Dat komt doordat zowel in geval van een vervangingsbehoefte als in geval van uitbreidingsbehoefte deze specialistische kennis niet altijd kan worden opgevangen door een arbeidsproductiviteitsverhoging bij de zittende juristen. De laatste maanden is ook hier een kentering te zien; door de krapte op de arbeidsmarkt neemt ook de vraag naar meer generalistische interim-ondersteuning weer toe.
Wat zien wij gebeuren in de juridische markt in 2011?
1) In veel gevallen kan de arbeidsproductiviteit niet (verder) toenemen. Bij verdergaande uitbreidingsbehoefte als gevolg van de aantrekkende economische activiteiten ontstaan er nu dan ook meer vaste vacatures. Onderzoek wijst uit dat werkgevers in de zakelijke dienstverlening het meest optimistisch zijn over de (nabije) toekomst. Voor 2011 verwacht 36% van de werkgevers in de zakelijke dienstverlening het personeelsbestand uit te breiden.
2) De arbeidsmobiliteit van juristen neemt sinds de 2e helft van 2010 weer toe; men is eerder geneigd een overstap te overwegen en deze ook daadwerkelijk te maken. De vervangingsvraag neemt dus toe en ook als gevolg daarvan ontstaan er weer meer vaste vacatures.
3) De tendens is al enige tijd dat er voornamelijk behoefte is aan flexibele inhuur (interim-juristen) op specialistische deelgebieden van het recht. Dit is verder versterkt doordat meer algemene juridische werkzaamheden steeds zijn opgevangen door een stijging in arbeidsproductiviteit van de zittende juristen. Nu de economische activiteiten verder toenemen en er als gevolg van uitbreidingsvraag en vervangingsvraag meer krapte op de arbeidsmarkt ontstaat, terwijl de arbeidsproductiviteit niet verder kan stijgen, zien wij dat de behoefte aan meer generalistische interim-juristen ook weer toeneemt.
Koen Hemmes
Legal People