‘Bekijk het huwelijk en andere vormen van relaties met een moderne bril’

Het familierecht is nog te veel ingericht naar de verouderde juridische werkelijkheid van het huwelijk. Maatschappelijke ontwikkelingen krijgen hierin onvoldoende aandacht. Dat maakt het werk van bijvoorbeeld echtscheidings-advocaten en -mediators lastig. Glenda Raap, voorzitter van de Nederlandse vereniging Familie- en erfrecht Advocaten en Scheidingsmediators (vFAS) en advocaat bij Cleerdin & Hamer, zoekt daarom verbinding met andere beroepsgroepen.

Delen:

foto: Corbino

De ruimte waar het gesprek plaatsvindt is nagenoeg leeg. Een keukenblok aan de ene kant, een ronde tafel met vier stoelen aan de andere kant. Geen boekenkasten, geen dossiers opgestapeld op de grond, geen toga aan een kapstok – geen klassieke advocatenkamer. Dit is de bovenste etage van een statig pand in Hilversum, waarin ook zijn gevestigd – zo blijkt uit het bord voor het pand – een financieel kantoor, een subsidiebureau en een schoonheidssalon. Hier heeft Cleerdin & Hamer bijna twee jaar geleden een vierde vestiging geopend. Het advocatenkantoor staat vooral bekend op het gebied van het strafrecht, maar heeft daarnaast onder andere ook een gespecialiseerde sectie familierecht. Hier wordt met stellen besproken hoe hun echtscheiding wordt vormgegeven, en dan is een ronde tafel voldoende. Een doos met tissues is zo’n beetje het enige andere object. “Die zijn nodig”, zegt degene die hier regelmatig afspraken heeft. “Familierecht is een rechtsgebied dat emoties losmaakt.”
Deze ruimte is het domein van Glenda Raap, advocaat familierecht, tevens mediator, tevens voorzitter van de Nederlandse vereniging Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS). Ze houdt kantoor in de vestiging Almere, Hilversum is er als nevenvestiging bijgekomen om de lokale cliënten te bedienen. Raap is gemiddeld één tot twee dagen in de week bezig met de praktijk – de rest gaat op aan het voorzitterswerk (drie dagen), kantoortaken en doceren aan de Beroepsopleiding Advocaten.

Rechtvaardigheidsgevoel

Raap heeft op het moment dat het interview plaatsvindt een hectische week achter de rug, met de landelijke Dag van de Scheiding (13 september) en een dag daarvoor het vFAS-symposium, dat dit jaar ging over samenwoners die uit elkaar gaan (zie kader onderaan het artikel).
Vorig jaar eindigden 24.310 huwelijken in een echtscheiding en zetten 3.544 stellen een punt achter hun geregistreerd partnerschap. Overigens eindigen iets minder huwelijken in een echtscheiding vergeleken met enkele jaren geleden, wel neemt de leeftijd van de partners toe: mannen zijn gemiddeld 48 jaar, vrouwen net boven de 44 jaar als ze een scheidingsprocedure gaan inzetten.
Dat Raap in deze hoek van het recht terechtkwam was geen vooropgezet plan. Zij is de enige jurist in de familie, afgestudeerd in het strafrecht met keuzevakken binnen het personen- en familierecht. Liefde voor taal, belangstelling voor psychologie en gedrag, competitief ingesteld en behept met een rechtvaardigheidsgevoel ingegeven door haar
opvoeding, uit die cocktail kwam als studiekeuze: rechten. “Opkomen voor degene die het nodig hebben en het zelf even niet kunnen.”

Politiek links?
“Nee, ik ben juist erg liberaal. Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid, ze moeten zelfredzaam zijn of ondersteund worden om het zelf te kunnen. Je kunt mensen beter een hengel geven dan een vis.”

Zorgplicht

Toen Raap vierenhalf jaar op een klein kantoor op de Veluwe werkte, zocht Cleerdin & Hamer Advocaten iemand voor strafrecht en familierecht. “Ik dacht, ik combineer mijn interesses in één sollicitatie”, zegt ze lachend. Dat is inmiddels alweer zestien jaar geleden.
Familierecht is, zoals Raap het omschrijft: een concrete bijdrage leveren aan iemand in een levensveranderende situatie. “Het maakt dan echt uit hoe jij je werk doet. Als stellen ruzie hebben over relatief kleine dingen, dan weet je dat het eigenlijk over iets anders gaat. Achter kleine onenigheden zitten misverstanden, miscommunicatie, teleurstellingen, gebroken verwachtingen, boosheid. Het is interessant om daarmee aan de slag te gaan. Maar het is méér dan alleen regelen dat de echtscheiding juridisch goed verloopt. Familierechtadvocaten hebben een zorgplicht die verder gaat. We moeten onnodige escalaties zien te voorkomen, én ervoor zorgen dat er een nieuw fundament ontstaat waarop mensen verder kunnen bouwen.”

Hoe succesvol is mediation in echtscheidingszaken?
“Op korte termijn slagen veel mediations. Stellen maken zelf de afspraken die worden vastgelegd in een echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan. Maar op de lange termijn is het succescijfer lastig te geven. We weten vaak niet of er later alsnog een conflict ontstaat. Meestal het gevolg van een niet zorgvuldig doorlopen scheidingsproces. Een mediation is pas écht geslaagd als het ook in de toekomst goed gaat met de ex-partners. Die verantwoordelijkheid voel ik ook. Maar cijfers daarover hebben wij niet.”

Investeren in de voorkant

Desondanks is de inschatting dat deze cijfers positiever kunnen uitvallen, als het hele ‘systeem’ rond relaties en scheidingen verandert. Op dit moment kost de ‘achterkant’ van echtscheidingsprocedures ook maatschappelijk veel tijd en geld. Die achterkant is: waar iedereen denkt dat het klaar is. Er ligt immers een beschikking van de rechtbank, het is duidelijk wie wat krijgt en hoe wordt omgegaan met de kinderen. “Maar los van die papieren duidelijkheid zijn er nog steeds mensen die veel last hebben van die scheiding, vaak ook de kinderen. De instroom in de jeugdzorg kan voor een groot deel hierdoor worden verklaard. Hulpverlening ‘aan de achterkant’ is kostbaar en minder effectief. Ook lopen kinderen van gescheiden ouders in hun eigen relaties later tegen problemen aan. Het is veel beter om aan de voorkant te investeren.”

Wat is die voorkant?
“Mensen moeten zich er bewuster van zijn dat trouwen meer is dan de bruidsjurk en de tafelschikking. Een huwelijk heeft veel rechtsgevolgen. Daar zijn veel stellen totaal niet mee bezig en daar wordt nauwelijks over gesproken. Bij een scheiding moet dit juridisch weer worden ontvlochten. Daarom is het noodzakelijk dat ook mediators juridisch zijn onderlegd.
Ook goede communicatie is belangrijk. Dat voorkomt misverstanden en creëert begrip. Ouders moeten zich realiseren dat kinderen een belangrijk commitment zijn, het enige dat een leven lang duurt. Als mensen uit elkaar gaan, zijn ze vaak niet meer bereid of in staat om tijd en geld in elkaar te investeren. Daar zou de overheid kunnen bijspringen, in de vorm van subsidie. Een scheiding goed begeleiden kost geld. Een rechtsbijstandsverzekering dekt geen scheidingen en op toevoegingen wordt flink bezuinigd. Maar wil je de ‘achterkant’ ontlasten, dan moet je wel bereid zijn om aan de voorkant te investeren.”

Gaan mensen ‘anders’ scheiden als de overheid meebetaalt?
“Ik denk het wel. Wie gaat scheiden maakt zich altijd zorgen over de financiën. Alles wat wordt betaald aan advocaten en mediators, kan niet worden uitgegeven aan bijvoorbeeld de extra wasmachine die nodig is als een ex-partner elders gaat wonen. En bezoekjes aan advocaten en mediators kunnen in de papieren lopen. Stellen met weinig conflicten zijn met misschien vijf uur klaar, maar dat kan bij complexe scheidingen gemakkelijk oplopen tot vijftig uur. En dan kan er ook nog een coach bijkomen die de stellen begeleidt om nieuwe communicatiepatronen aan te leren. Als de zorg over de kosten wordt weggenomen, verwacht ik dat mensen bereid zijn meer te investeren in een zorgvuldige en duurzame scheiding.”

Mediator

Het familierecht, zegt Raap, is niet bepaald een ‘rustig bezit’. Het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap wacht sinds 2016 op uitvoering. “De juridische werkelijkheid strookt vaak niet met de praktische werkelijkheid en de maatschappelijke ontwikkelingen”, aldus Raap. “Die gaan veel sneller dan de wetgever kan bijhouden. Draagmoederschap, meerouderschap, samengestelde gezinnen. Er wordt minder getrouwd, meer mensen gaan samenwonen zonder afspraken onderling. Of neem de mediator: dat is nog steeds geen beschermd beroep. Daar zijn we als vFAS ook al langer mee bezig. Het familierecht is het grootste rechtsgebied waarbinnen mediators actief zijn, maar iedereen kan zich zo noemen. We hebben de overheid nodig om ervoor te zorgen dat dit een beschermde titel wordt. Er ligt nu een voorstel voor een centraal mediatorsregister, ondergebracht bij een zelfstandig bestuursorgaan. Het is belangrijk dat hiervoor strikte kwaliteitseisen komen, specifiek ingericht per rechtsgebied. Binnen het arbeidsrecht of strafrecht zijn bijvoorbeeld andere eisen nodig dan binnen het familierecht. Het is belangrijk dat dit onderscheid gemaakt gaat worden in het mediatorsregister.”

Beetje vertrouwen dat het nieuwe kabinet dit voortvarend gaat regelen? De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Judith Uitermark, was immers strafrechter met grote belangstelling voor mediation.
“Dit voorstel vloeit voort uit een motie van de Tweede Kamer. Dat geeft vertrouwen dat ze ermee verder gaan. Als vFAS zijn wij hierover ook frequent in gesprek met het ministerie van Justitieen Veiligheid. Ook over andere onderwerpen is overleg met het ministerie. Zo vinden wij dat de rechtzoekende binnen de gefinancierde rechtsbijstand een betere toegang hoort te hebben tot onder andere vFAS-mediators. Nu is deze toegang beperkt, door een verplichte MfN-registratie. Daardoor komen veel mensen terecht bij een mediator zonder juridische achtergrond. Wij willen dat rechtzoekenden bij een groter aantal vFAS-mediators terechtkunnen voor hun scheiding.”

Leren communiceren

Een echtscheiding die goed wordt begeleid, zegt Raap, leidt later ook tot minder gedoe over bijvoorbeeld een wijziging in de zorgverdeling of een verhuizing met kinderen. “Eigenlijk moet stellen ­worden geleerd weer opnieuw met elkaar in contact te zijn en als ouders met elkaar te overleggen. Want anders nemen ze patronen mee die tijdens hun relatie al niet werkten. Dat moet je doorbreken en nieuwe patronen aanleren.”

Behoort dat tot de klassieke taken van een jurist?
“Nee, maar dat is wel iets dat wij constateren en waaraan we in de driejarige vFAS-opleiding veel aandacht besteden. Deze opleiding heeft twee juridische onderdelen én twee onderdelen in mediationvaardigheden. Veel vFAS-advocaat-mediators volgen daarnaast later nog andere opleidingen, zoals coaching of EFT, Emotionally Focused Therapy.”

Het nieuwe kabinet wil 25 miljoen extra vrijmaken voor de kinderrechter. Is dat voldoende?
“Het is de vraag waaraan dit budget wordt besteed. Rechters zitten op dit moment meestal aan de achterkant van het systeem. De rechten van kinderen moeten zeker prioriteit hebben. Een echtscheiding leidt tot veel schade bij kinderen. Het is dus belangrijk dat hier aandacht voor is, de vraag is alleen op welke manier je deze kinderen het beste hierin kunt begeleiden. Uit recent onderzoek van Villa Pinedo blijkt echter dat veel kinderen – vanaf twaalf jaar – de gesprekken bij de rechter helemaal niet zo waarderen. De een vindt het fijn om bij een rechter zijn verhaal te vertellen, en ander vindt de scheiding iets van zijn ouders en wil er niet mee worden belast. Dus wat kun je doen om ervoor te zorgen dat kinderen zich wel gehoord voelen? En door wie? In de eerste plaats willen kinderen zich natuurlijk gehoord voelen door hun ouders. Als dit goed lukt, zal een gesprek bij een rechter vaak niet eens meer nodig zijn.”

Bewustwording

Even terug naar het vFAS-symposium. Waarom regelen samenwoners hun zaakjes niet beter?
“Deels onbekendheid, deels ‘niet nodig’, deels: we doen dit nog wel een keer – en dan komt het er niet meer van. Ze voelen geen urgentie. Soms vinden ze praten over een samenlevingscontract, waarin je ook zaken regelt voor als de relatie stukloopt, een soort motie van wantrouwen. We moeten van dat stigma af. Ik vind het juist een teken van liefde als je hierover wel met elkaar wilt en kunt praten, zeker als je samen verplichtingen aangaat met een woning en kinderen.”

Welke rol heeft de vFAS hierin?
“Bewustwording creëren. Samen met het notariaat. Daar komen mensen om hun huis te laten passeren of een testament op te maken. De notaris kan hen er dan op wijzen dat ze méér kunnen regelen, en wat de risico’s zijn als ze dat niet doen. Als advocaten zien wij dagelijks de ellende als je dit niet goed regelt.”

Wat staat er nog meer op de agenda van de vFAS?
“Los van juridische ontwikkelingen, het mediatorsregister en de samenwoners hebben we aandacht voor moderne ouderschapswetgeving en huiselijk geweld. We zoeken daarin manieren om verbindend en versterkend samen te werken met andere beroepsorganisaties. Alleen dan kun je echt impact hebben. Dat is ook een reden waarom ik in de beroepsopleiding een deel van de opleiding verzorg. Zodat er een nieuwe generatie advocaten komt, die begrijpt hoe je binnen het familierecht onderdeel van de oplossing kunt zijn, en niet van het probleem. Vanuit de vFAS kunnen wij er niet voor zorgen dat er minder scheidingen zijn, maar wel dat de schade die voortkomt uit scheidingen, voor ouders en hun kinderen, aanzienlijk kleiner wordt. Om dat op grote schaal te kunnen realiseren moeten mensen met verschillende expertises zich verenigen. Daar wil ik graag een rol in spelen.”

Andere manier van denken

Het is daarbij van belang, vindt Raap, dat het huwelijk en andere relatievormen met een moderne bril worden bekeken en niet hoe het tig jaar geleden was.  Niet de juridische vormgeving van een huwelijk moet voorop staan, maar hoe relaties in de praktijk worden vormgegeven. “Zodat wat op papier staat overeenkomt met de feitelijke praktijk. Een onderdeel van die kijk op relaties is niet te veel focussen op het oplossen van problemen aan de achterkant, want dan is soms de schade vaak niet meer te herstellen. Veel eerder zouden interventies moeten worden gepleegd. Investeer ook in goede relatietherapeuten en coaches. Dat vereist ook voor juristen een heel andere manier van kijken en van denken. Met samenwerken bereik je meer dan wanneer ieder op zijn eigen eilandje heel hard werkt. Synergie. Het geheel is meer dan de som der delen.”

Samenwonenden hebben hun zaakjes niet geregeld

Driekwart van de samenwonende stellen heeft er bewust voor gekozen om niet te trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan. Bij een breuk heeft 47 procent van hen spijt dat er vooraf geen betere financiële en juridische afspraken zijn gemaakt. Dit blijkt uit een onderzoek dat de vFAS heeft laten uitvoeren onder 479 samenwoners die in de afgelopen jaren uit elkaar zijn gegaan.
Begin 2024 was 44,2 procent van de Nederlanders getrouwd of had een geregistreerd partnerschap. Het aantal samenwonenden stijgt, maar het aantal samenlevingscontracten neemt niet toe. Een derde (32 procent) van de ondervraagden heeft een samenlevingscontract, 3 procent weet niet eens dat zoiets bestaat en 18 procent is er niet van op de hoogte dat er andere wettelijke regels gelden wanneer iemand samenwoont. vFAS-voorzitter Glenda Raap: “Het zijn schokkende cijfers die aantonen dat er qua voorlichting op het gebied van samenwoners nog wel wat werk te doen is.”
Vier op de vijf samenwoners heeft geen begeleiding gehad van een advocaat of mediator toen ze uit elkaar gingen. Na de breuk adviseert 48 procent anderen om (wel) een samenlevingscontract op te stellen. Een kwart (26 procent) van de gescheiden stellen maak zich zorgen om hun financiële situatie na de scheiding, onder samenwonenden die uit elkaar gaan is dit 43 procent.

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven