Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het plan om overheidsinstantie Bureau Financieel Toezicht (BFT) inzage te geven in vertrouwelijke advocatendossiers, laten varen. Dat blijkt uit een brief die staatssecretaris Fred Teeven begin deze week stuurde aan de Tweede Kamer. Teeven meldt daarin dat hij gezien de bijzondere vertrouwenspositie van advocaten afziet van het plan.
Er moet wel een onafhankelijk toezichthoudend orgaan moeten komen binnen de Nederlandse Orde van Advocaten. Van dat orgaan – dat ook de bevoegdheid krijgt maatregelen op te leggen – mogen advocaten geen deel uitmaken.
Teeven gaat niet in op de vraag wie in het nieuwe toezichthoudend orgaan zal moeten plaatsnemen, of welke maatregelen kunnen worden opgelegd. Wel meldt de staatssecretaris dat de feitelijke controles, zoals het doorzoeken van advocatendossiers, niet door het toezichthoudend orgaan zullen worden gedaan, maar door de lokale dekens. Teeven zal in de loop van dit jaar een wetsvoorstel over dit onderwerp aan de Tweede Kamer sturen.
Vorig jaar oktober werd bekend dat de ministeries van Financiën en Justitie wilden dat het BFT, een instantie die valt onder het ministerie van Veiligheid en Justitie, inzage krijgt in dossiers van advocaten als het BFT cliënten verdenkt van witwassen, fraude of andere criminele activiteiten. Advocaten zouden zelf te weinig doen om witwassen of andere criminele activiteiten van hun cliënten tegen te gaan.
Volgens de NOvA leverde dit voornemen een ontoelaatbare inperking op van de wettelijke geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten. De maandenlange discussie die volgde, lijkt nu in het voordeel van de advocaten te zijn beslecht. “Het BFT komt niet in het voorstel van de staatssecretaris terug, dus het lijkt erop dat de dreiging van overheidsinmenging in het vertrouwelijke werk van advocaten nu is weggenomen. Dat is winst, met name voor onze cliënten”, aldus NOvA-Jan Loorbach. (bron: Het Financieele Dagblad).