Dat zijn enkele conclusies die Pro Facto heeft getrokken uit een onderzoek naar het functioneren van de gerechtsdeurwaardersorganisatie. Het WODC gaf opdracht tot dat onderzoek. De Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt dat elke vier jaar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de KBvG wordt geëvalueerd. Dit is de tweede keer sinds haar oprichting dat zo’n evaluatie plaatsvindt. Veel kritiek op de KBvG is er overigens niet. De ledenraad, het bestuur en de Algemene Ledenvergadering functioneren volgens hun wettelijke opdracht. De externe profilering en de samenwerking met externe stakeholders zijn sinds de vorige evaluatie verbeterd.
Ledenraad
Wel is de samenstelling van de ledenraad niet evenwichtig. Er zitten relatief veel deurwaarders in van grote kantoren: bij elf kantoren (van de in totaal 138) die als ‘groot’ worden gezien, werken 288 deurwaarders (van de in totaal 661). Die kunnen makkelijker tijd vrijmaken voor het lidmaatschap. Dat werk wordt verder ook niet vergoed, en ook dat kan een belemmering zijn voor kleine kantoren om deurwaarders af te vaardigen naar de ledenraad. Door deze onevenwichtigheid zijn gerechtsdeurwaarders van kleinere kantoren kritischer op het functioneren van de KBvG. Ook zijn zij minder positief op verordeningen die de KBvG als publiekrechtelijke beroepsorganisatie uitvaardigt. De belangenvereniging Deurwaardersbelangen.nu spreekt zich met name om deze reden vaak kritisch uit over het functioneren van de KBvG. Volgens de onderzoekers van Pro Facto zijn er echter wel kansen in het opzetten van een duurzame samenwerkingsrelatie tussen de KBvG en Deurwaardersbelangen.nu.
Professionalisering
Uit de studie blijkt ook dat het bureau van de KBvG (dat het bestuur en de ledenraad ondersteunt) krap bezet is. Dit staat verdere professionalisering van de KBvG in de weg. Er is echter weinig financiële ruimte om deze bezetting te vergroten. De beroepsgroep krimpt, er zijn steeds minder deurwaarders die de kosten van de KBvG moeten dragen. Het dalende ledenaantal maakt de financiering van de KBvG in de toekomst problematisch, zeker nu de beroepsgroep sinds 2018 zelf verantwoordelijk is voor de financiering van het toezicht en tuchtrecht.