Moederbedrijf SRK Groep voerde met BrandMR een jaar lang strijd voor de versoepeling van de advocatenverordening Voda. Uiteindelijk met succes, want in december vorig jaar gaf het College van Afgevaardigden, op voorstel van de Algemene Raad, zijn zegen aan een experiment van vijf jaar. Advocaten van rechtsbijstandsverzekeraars en schaderegelingskantoren kunnen daardoor een bredere groep cliënten bedienen.
BrandMR moest daarvoor nog wel één andere hobbel nemen. Want een voorwaarde voor deelname aan het experiment is dat de meerderheid van het bestuur van de werkgever van de advocaten ook advocaat is, net als de voorzitter. Om die reden is bestuurder Peter Leermakers van de SRK Groep op 29 januari 2021 beëdigd als advocaat en gestart met de advocatenopleiding.
Groei in versnelling
Volgens marketing directeur Peter Hoitinga legt de nieuwe werkwijze BrandMR geen windeieren. “We groeien stevig door,” zegt hij. “In 2021 hadden we voor 1 juni al evenveel klanten geholpen als in heel ons introductiejaar 2020.” De groei kwam in een versnelling vanaf 1 maart. Sindsdien kan de juridische dienstverlener advocaten inzetten.
BrandMR is op dit moment het enige bedrijf dat gebruik maakt van de ruimte binnen het experiment, zegt een woordvoerder van de NOvA. In kringen van rechtsbijstandsverzekeraars worden kanttekeningen geplaatst bij de opzet van de proef. Volgens die kritiek zijn de voorwaarden zo geformuleerd dat BrandMR als enige in aanmerking kan komen. Welke rechtsbijstandsverzekeraar kan immers regelen dat de meerderheid van de bedrijfsleiding uit advocaten bestaat? Hoitinga noemt dat een vreemd verwijt. “Wij hebben onder de aandacht gebracht dat de markt niet goed in elkaar zit,” betoogt hij. “Als de verzekeraars dit belangrijk hadden gevonden, hadden ze zich bij ons kunnen aansluiten. En dat wij de enigen zijn die aan de voorwaarden kunnen voldoen, is een zaak van de NOvA.”
Vier niveaus
Het Verbond van Verzekeraars wil geen mening geven over het experiment, maar wil wel kwijt dat er gesprekken over de proef gaande zijn tussen het Verbond en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Een woordvoerder van de NOvA laat weten dat het experiment open staat voor alle marktpartijen die aan de voorwaarden voldoen. De woordvoerder voegt daaraan, met een beroep op de Memorie van Toelichting, toe dat het experiment zich niet specifiek richt op rechtsbijstandsverzekeraars, maar op alle advocatenkantoren die niet-advocaten als aandeelhouder hebben. Een tussentijdse evaluatie is niet gepland.
Alle twintig advocaten van SRK Rechtsbijstand werken inmiddels ook voor BrandMR. Cliënten kunnen terecht voor juridisch hulp in de rechtsgebieden Werk en Inkomen, Huis en Wonen, Schade en Letsel en Aankopen en Geld. “We kiezen voor deze rechtsgebieden omdat hier de vraag het grootst is in de middeninkomens en wij de meeste toegevoegde waarde kunnen bieden voor de klant.” Werk & Inkomen is bij BrandMR op dit moment het grootste rechtsgebied (50 procent van de zaken), gevolgd door Huis & Wonen (30 procent). Aankopen & Geld en Schade & letsel zorgen voor de overige 20 procent.
BrandMR heeft vier niveaus van dienstverlening: intake (gratis), advies, onderhandelen en procederen. De laatste drie stappen zijn vast geprijsd. Na elke stap kan de klant stoppen en naar een andere advocaat of juridische dienstverlener stappen. Door de vaste prijs onderscheidt BrandMR zich van een gewoon advocatenkantoor, zegt Hoitinga. “Wij bedienen de grote groep van middeninkomens die niet in aanmerking komen voor sociale advocatuur en ook de uurtje-factuurtje advocatuur niet kunnen betalen. Mensen die geen duizenden euro’s op de plank hebben liggen. Verder werken we hetzelfde als een advocatenkantoor, met dezelfde kernwaarden.”
Uurtje-factuurtje
De SRK Groep lanceerde BrandMR uit onvrede over de slechte toegang tot het recht en het gebrek aan mededinging in de advocatuur. Volgens het bedrijf zijn uurtarieven door toetredingsdrempels kunstmatig hoog (landelijk gemiddeld 222 euro voor een particulier en 238 euro voor het mkb). Hij verwijst in dit verband naar een SEO-onderzoek in opdracht van BrandMR.
“Door de beperkte markttoegang blijft het model van uurtje-factuurtje in stand, en kunnen advocatenkantoren de uurtarieven hoog houden,” zegt Hoitinga. Hij verwacht dat er meer betaalbare alternatieven komen als andere bedrijven tot de markt toetreden. Volgens hem blijft innovatie in de advocatuur flink achter door de huidige marktsituatie. “Omdat tachtig procent van alle advocaten een eenpitter is, ontbreekt kapitaalkrachtig innovatievermogen. Om te innoveren moet je samenwerken, en daar zijn traditionele advocaten niet heel goed in.”
Procesmonopolie
Los van het procesmonopolie hebben advocaten ook het monopolie op de titel advocaat. “En die titel is ook van waarde in gevallen waarin niet wordt geprocedeerd,” weet Hoitinga, opnieuw verwijzend naar het SEO-onderzoek. “Bij een zaak van 1200 euro hebben klanten 100 euro meer over voor een advocaat. Als een verzekeraar werk uitbesteedt aan een advocaat, kost dat zelfs vijf keer zoveel als wanneer de verzekeraar zelf de afhandeling doet. Er mag best prijsverschil zijn, maar een factor vijf is wel erg veel.”
Vorig jaar heeft BrandMR voorzichtig geprobeerd ook het werkveld van de sociale advocatuur te betreden. Minister Dekker heeft in het kader van de stelselherziening een innovatiefonds opgericht, waarin 10 miljoen euro beschikbaar was voor alternatieve dienstverlening binnen de sociale advocatuur. Ook BrandMR diende een verzoek in. Dat werd op formele gronden werd afgewezen, omdat BrandMR toen nog geen advocaten kon inzetten. En inmiddels is de deadline verlopen.
Vernieuwing
Toch ziet Hoitinga een rol voor bedrijven als BrandMR in de sociale rechtsbijstand. “Het is goed dat er nu extra geld vrij komt voor de sociale advocatuur,” vindt hij. “Ik zou het wel zonde vinden als dat extra geld alleen wordt besteed aan een hogere vergoedingen voor de traditionele dienstverlening, die op dezelfde manier gedaan blijft worden.”
Hij noemt het vreemd dat advocaten en mediators een monopolie hebben in de sociale advocatuur en pleit voor meer vernieuwing in de sector. “De Rechtspraak ontplooit al veel experimenten, zoals de overlegrechter, de wijkrechter en de regelrechter. Dat zou ik ook vanuit de advocatuur willen zien. Maar ik ervaar bij het idee alleen al veel weerstand binnen de advocatuur, en dat verzet gaat advocaten en de rechtzoekenden niet verder helpen.”