Precies één jaar doen over de behandeling van een zaak, dat is het streven van het CBb. En enkele jaren geleden lukte dat ook goed. In 2018 bedroeg de doorlooptijd 46 weken, in 2019 was dat 49 weken. Maar toen kwam 2020: 81 weken – maar daarin zaten ongeveer 400 oude zaken uit 2014 tot en met 2017, verontschuldigt het CBb zich, zaken die vele jaren moesten worden aangehouden vanwege prejudiciële vragen die hierover aan het Hof van Justitie van de Europese Unie waren gesteld. Daarnaast deed het College in 2020 ongeveer 625 oude fosfaatreductiezaken (uit 2017 tot en met 2019) af. Deze zaken konden pas vanaf 2020 worden behandeld omdat voorrang moest worden gegeven aan de (jongere) fosfaatrechtenzaken. Daarnaast was het College in 2020 bezig met het wegwerken van de extreem hoge instroom van fosfaatrechtenzaken in 2018 en 2019. Dit alles ging gedeeltelijk ten koste van de doorlooptijden van de reguliere zaken. In 2021 werden zaken iets sneller afgedaan (76 weken) maar in 2022 en 2023 bleven de doorlooptijden steken op 72 weken, terwijl 52 weken (op de lange termijn) het doel is.
Coronasteunzaken
De instroom van nieuwe zaken was in 2023 een stuk lager dan in 2022: 2103 tegenover 2708, maar in beide gevallen méér dan verwacht. Reden: de grote aantallen coronasteunzaken (inmiddels 3900). In 2023 werden er 2153 zaken afgedaan (800 meer dan was afgesproken met de Raad voor de rechtspraak), waardoor de werkvoorraad daalde van 2686 (januari 2022) naar 2636 aan het einde van 2022.
Negatief resultaat
Sloot het CBb 2022 nog af met een positief resultaat van € 469.088 (er werden onder andere vijf juristen minder in dienst genomen dan beoogd), 2023 werd afgesloten met een negatief resultaat van € 73.889.
22 rechters
Het CBb ziet toe op 98 wetten en regelingen, het telt 22 rechters, 42 juristen, en 18 administratief medewerkers. Op het bedrijfsbureau zitten 13 mensen. In 2023 kwamen er vier klachten binnen over het CBb, en vijf wrakingsverzoeken.