Wie deelneemt aan een gesprek, mag dat doorgaans ook opnemen. Dat geldt ook voor de cliënt van een advocaat, oordeelde de tuchtrechter onlangs.
Een gesprek opnemen waaraan iemand niet zelf deelneemt, is strafbaar, aldus artikel 139a van het Wetboek van Strafrecht. A contrario kan worden geredeneerd dat dit wel mag als iemand wél aan het gesprek deelneemt. Dat oordeelde ook de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden onlangs.
In deze zaak meende een cliënt dat zijn advocaat hem had misleid over de mogelijkheid in aanmerking te komen voor toegevoegde rechtsbijstand. Dat kon hij ook onderbouwen, want hij had opnamen gemaakt van de gesprekken met zijn advocaat. De advocaat vond echter dat het opnemen van een vertrouwelijk gesprek tussen advocaat en cliënt onrechtmatig is en dat de transcripties van die opnamen niet mogen worden toegelaten. De Raad van Discipline hanteerde de a contrario redenering, en achtte het dus toelaatbaar dat de cliënt heimelijke opnamen had gemaakt.
Advocaten mogen gesprekken waaraan ze zelf deelnemen echter niet heimelijk opnemen – ook niet voor privégebruik. Zij moeten zich houden aan de Gedragsregels advocatuur. Artikel 4 daarvan verbiedt het maken van heimelijke gespreksopnamen.
