Coaching van letselschade slachtoffers

Delen:

Onlangs was ik bij een congres met de titel ‘De weg naar herstel’.  Niet van de economie, maar van slachtoffers die letsel hebben opgelopen. Als advocaat is het mijn ervaring dat in een letselschadetraject met name de vergoeding van de schade centraal staat. Dit is zonder meer begrijpelijk. Meestal is het bittere noodzaak om de financiën een prominente plek te geven na een ongeval met letsel. Dit geldt des temeer voor ZZP-ers die geen recht hebben op doorbetaling van loon en veelal geen arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben afgesloten. Daarnaast hebben we echter ook te maken met een slachtoffer dat geconfronteerd wordt met tal van veranderingen in zijn persoonlijke leven, waarom hij niet heeft gevraagd. Dit brengt emoties met zich mee, die vaak niet benoemd worden in het schadetraject.

Tijdens het congres was veel ruimte voor debat. De breed gedragen opvatting was dat het raadzaam is om bij aanvang van een letselschadetraject meer oog te hebben voor de persoon, leefomstandigheden en noden van het slachtoffer, in plaats van de focus alleen te leggen op de vergoeding van de schade. Praktische oplossingen -zoals het financieren van huishoudelijke hulp, het vergoeden van een alternatieve therapie of hulp bieden bij re-integratie of het aanvragen van uitkeringen- zouden bijdragen aan een sneller herstel van het slachtoffer. Dit zou een win-winsituatie opleveren: minder leed voor het slachtoffer en minder kosten voor de verzekeraar.

Herstelcoaches zouden hierbij een belangrijke rol kunnen spelen: zij assisteren het slachtoffer bij het aanvragen van uitkeringen, subsidies voor hulpmiddelen en bijvoorbeeld het aanvragen van een indicatie voor huishoudelijke hulp. Ook kunnen zij meegaan naar gesprekken met de werkgever of het UWV. Praktische begeleiding, dus.

Als reguliere coach zou ik hierin nog verder willen gaan en zou ik ervoor willen pleiten dat het slachtoffer inhoudelijke coaching krijgt aangeboden, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de persoon van het slachtoffer. Wat betekent het letsel bijvoorbeeld voor een slachtoffer dat perfectionistisch is? Dat was hij al voor het ongeval, maar hij neemt deze karaktereigenschap ook mee in het herstelproces. Zit het perfectionisme hem niet in de weg tijdens het werken aan herstel? Is hij bijvoorbeeld van oordeel dat hij pas aan re-integreren toe is als hij volledig hersteld is? Of blijft hij negatief over zijn prestaties in het revalidatiecentrum omdat hij niet meer hetzelfde kan als vroeger? En hoe zit dat met het slachtoffer dat gewend was voor het ongeval te zorgen voor anderen en hieruit levensvreugde genereerde. Kan hij accepteren dat anderen nu voor hem gaan zorgen? Of de manager met leidinggevende capaciteiten, die plotseling moet accepteren dat hij de controle kwijt is en dat anderen voor hem beslissen? Een herstelcoach kan tot op bepaalde hoogte heel waardevol zijn in de begeleiding van praktische zaken. De inhoudelijke coach kan echter behulpzaam zijn bij het repareren van het zelfbeeld van het slachtoffer en hem leren omgaan met veranderingen. Door middel van coaching kan het slachtoffer ervaren dat het letsel niet in de weg staat aan een compleet leven, waarin de authentieke persoonlijkheid voorop staat in plaats van alles wat er niet meer is.

In dat kader pleit ik er tevens voor om afscheid te nemen van de benaming ‘slachtoffer’. Vlak na een ongeval ben je slachtoffer, maar daarna gaat het leven weer door en ben je weer jezelf. Het consequent blijven adresseren als ‘slachtoffer’ stigmatiseert en draagt niet bij aan herstel. Ik zou willen pleiten om deze groep mensen -net als in het strafproces- te omschrijven als ‘benadeelde.’

Dat je als benadeelde prima in staat kunt zijn om vast te houden aan je eigen persoonlijkheid bewees voor mij Jaap Bressers, die het congres afsloot. Bij een duikongeval is hij verlamd geraakt en levenslang gekluisterd aan een rolstoel. Op humoristische wijze maakte hij meer dan duidelijk dat je onder alle omstandigheden -met of zonder handicap- kunt blijven zoeken naar de manier waarop je het verschil kunt maken. Als aansprekend voorbeeld noemde hij de glazenwassers in Memphis die elke keer met lood in de schoenen de ramen lapten van een kinderziekenhuis, de hele dag aangestaard door zieke kinderen. Dit veranderde toen de glazenwassers op het lumineuze idee kwamen om zich te verkleden als Spiderman en abseilend voor de ramen van de hogere verdiepingen de kinderen een onvergetelijke ervaring bezorgden.

Jaap Bressers is geen slachtoffer, zoveel is wel duidelijk.

Ik juich het toe dat de betrokkenen in het letselschadetraject (waaronder verzekeraars, schaderegelaars en belangenbehartigers) reeds in een vroeg stadium oog hebben voor de noden van de benadeelde, voor zover deze bijdragen aan het herstel. Dit neemt niet weg dat vergoeding van de schade een noodzakelijke prioriteit zal blijven. Financiële zorgen staan genezing in de weg.

In mijn opinie is een adequate bevoorschotting door de verzekeraar van essentieel belang. Dit neemt veel ellende weg voor de benadeelde. Daarnaast is aandacht voor de persoon en leefomstandigheden van de benadeelde van groot belang. Het één sluit het ander niet uit. Als een benadeelde in een vroeg stadium wordt begeleid in alles wat nog wél mogelijk is en zich geen zorgen hoeft te maken over de financiële consequenties van het ongeval, ben ik ervan overtuigd dat er sprake zal zijn van sneller herstel en minder schade.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Ook interessant:

Scroll naar boven