Coen Drion geeft een kijk in de keuken van de Hoge Raad

Delen:

Coen DrionUiteraard krijgen we geen raadkamergeheimen te horen. Maar Coen Drion is na vijf jaar Hoge Raad best bereid om wat nuttige achtergrondinformatie over de werkwijze van de Hoge Raad te geven. Wat moet je weten bij het lezen van een arrest? Daar hebben advocaten en andere Hoge Raad-watchers veel meer aan dan dat hij wéér uitlegt waarom hij teruggaat naar de advocatuur. “Een verrassend smalle beslissing kan duiden op verdeeldheid bij de raadsheren.”

Ineens had tout juridisch Nederland het over ‘de overstap’. Coen Drion, een van ’s lands bekendste juristen, maakte bekend dat hij bij de Hoge Raad vertrekt en naar het van oorsprong Amerikaanse advocatenkantoor Jones Day gaat. Maar Drion pleitte toch altijd voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid van advocaten? Waarom dan naar zo’n groot, commercieel kantoor? En was het raadsheerschap bij de Hoge Raad niet het meest eervolle juridische ambt denkbaar en daarom in principe een eindstation?

Toen Mr. contact zocht met Drion met het verzoek hem te interviewen, volgden een ‘ja’ en een ‘nee’. “Ik wil zeker met jullie praten”, zei Drion, “maar niet alleen maar over die overstap. Daar vraagt iedereen al naar. Het lijkt me ook interessant om de praktijk nu eens een echte kijk in de keuken van de Hoge Raad te geven. Dat komt namelijk niet vaak voor. En tenslotte ben ik er nog raadsheer tot 1 september.”

De kloof tussen Hoge Raad en praktijk

Hoe valt de kloof tussen de Hoge Raad en de praktijk te verkleinen? “Zelfs zeer ervaren advocaten hebben de neiging om op te kijken naar de HR. Dat is ook logisch, want de HR heeft nu eenmaal het hoogste woord en vormt het recht. De HR zit daardoor in een ivoren toren, gewild of niet. Wat men zich in de praktijk vaak niet realiseert is dat de HR niet alleen aan rechtsontwikkeling en het bewaken van de rechtseenheid doet, maar ook aan rechtsbescherming. Uiteindelijk wil ook de HR gerechtvaardigde uitkomsten in individuele gevallen.”

Eigen oordeel

Dat de hoogste rechter van ons land zorgvuldig te werk gaat, dat zal weinigen verbazen. Maar hoe wordt die kwaliteit dan precies gewaarborgd? Dat begint er volgens Drion al bij dat elke raadsheer die ‘op een zaak zit’ van A tot Z zijn eigen oordeel moet vormen. “En dat is nogal wat. Raadsheren mogen dus niet even bij elkaar binnenlopen om te overleggen. Eerst moeten ze tot een eigen oordeel zijn gekomen. Daarna begint het collectieve proces pas.”

Niet geheim

Hoe verklein je de kloof tussen praktijkjuristen en de HR beter dan door een aantal tips te geven die het lezen van arresten vergemakkelijken? “Uiteindelijk zijn we er allemaal bij gebaat als de oordeelsvorming van de HR beter begrepen wordt”, meent Drion. Een tipje van de sluier:

Wat vertelt het onderscheid tussen behandeling door drie of vijf raadsheren?

“Wat ik nu ga vertellen is iets dat je alleen maar kunt weten als je het interne systeem van de HR kent”, vertelt Drion. Hij legt uit dat de HR zogeheten ‘drie-zaken’ en ‘vijf-zaken’ kent, duidend op het aantal raadsheren dat in een zaak beslist. Dat de minder complexe zaken worden afgedaan door drie raadsheren zal geen verbazing wekken. Maar het aantal rechters verraadt ook het volgende: “Als je als praktijkjurist een stuk nieuw recht denkt tegen te komen in een drie-zaak, dan moet je daar voorzichtig mee zijn. De civiele kamer van de HR wil namelijk niet dat er echte rechtsontwikkeling plaatsvindt in drie-zaken. Meen je als jurist toch nieuw recht te lezen in een drie-zaak, dan heeft ofwel de HR zich vergist en toch aan rechtsontwikkeling gedaan, ofwel − en dat is waarschijnlijker − dan lees jij er als jurist iets in dat de HR er niet in heeft willen stoppen.”

Wat je wel − maar vooral ook niet – kunt afleiden uit een 81 RO-zaak

Regelmatig wordt een cassatieberoep afgedaan met een standaardmotivering, de zogenaamde ’81 RO-zaak’. Het cassatieberoep is dan wel ontvankelijk, maar wordt verworpen met het argument dat de klachten “niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling”. Waarom vinden juristen deze 81 RO-zaken dan toch interessant genoeg om te bespreken tijdens jurisprudentielunches? Drion: “Ik begrijp deze neiging wel hoor. Een 81 RO-zaak is tenslotte een verwerping van een cassatieberoep. Dan ligt voor de hand dat juristen daaruit afleiden dat het hof het dus goed gedaan heeft. Maar die conclusie kun je niet zomaar trekken. De HR moet het doen met de cassatiemiddelen. Als de cassatiemiddelen niet goed zijn – gelukkig komt dat sinds de instelling van de cassatiebalie niet vaak voor − dan kan het arrest van het Hof nog zo fout zijn, maar dan moet de HR het cassatieberoep toch verwerpen.”
Wat mogen we uit een 81 RO-zaak wél afleiden? Dat de conclusie van de advocaat-generaal (AG) juist is? Drion: “Ja, dat komt dicht bij de waarheid. Als de HR het niet eens is met de AG – bijvoorbeeld omdat die wil vernietigen of omdat hij wel wil verwerpen, maar de route ernaartoe volgens de HR niet klopt – dan wordt het geen 81 RO-zaak. Dan moet de HR gaan ‘schrijven’, zoals wij dat zeggen.”

Lees de overige tips en het gehele interview met Coen Drion in het nieuwe nummer van Mr. dat vrijdag 1 mei verschijnt.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven