‘Contempt of court past niet in Nederland’

Delen:

28 nov Contempt
Beeld"Pixabay

Wie in Angelsaskische landen een rechter beledigt of minacht, maakt zich schuldig aan ‘contempt of court’ – en kan rekenen op een extra straf. Vaak wordt gesuggereerd dat Nederland ook zo’n instrument zou moeten hebben. Maar onderzoeker en advocaat Marianne Lochs wijst dat in haar proefschrift toch af.

Wat kan een rechter doen – in een civiele procedure – met procespartijen die onbewust de waarheid niet vertellen of niet alle gevraagde stukken overleggen? Of met beroepsklagers die tegen beter weten in de tijd van de rechter verdoen? Niet veel. Hij kan zijn stem verheffen of boos worden. Hij kan een partij veroordelen tot vergoeding van de proceskosten of de eis helemaal afwijzen. Rechters hebben maar weinig middelen – buiten een opgewonden toonzetting – om hun gevoelens van ontevredenheid uit te drukken.

Minachting

In de Angelsaksische rechtscultuur hebben rechters wel een instrument: contempt of court (‘minachting’). Wie een rechter of hof beledigt, wie een rechter respectloos bejegent of wie een rechterlijk bevel naast zich neerlegt, maakt zich schuldig aan contempt of court. Deze extra overtreding kan leiden tot een boete of zelfs gevangenisstraf.

In haar proefschrift stelt Marianne Lochs de vraag of contempt of court ook in Nederland zou kunnen worden geïntroduceerd. Lochs is als advocaat verbonden aan Spong Advocaten. Zij studeerde rechten en criminologie in Leiden, waar ze woensdag 18 december 2019 ook promoveert. Haar promotoren zijn Tineke Cleiren en Jan Crijns, beiden hoogleraar straf- en strafprocesrecht.

Waarborgen

Lochs stelt dat de taak van de strafrechter in bijna honderd jaar nauwelijks is gewijzigd, maar de samenleving wel. Door de grote belangstelling voor strafzaken, toegenomen mondigheid van burgers en meer polarisatie in de rechtszaal, rijst de vraag of de rechter nog voldoende is toegerust om zijn taak naar behoren te vervullen. Omdat al vaker is gesuggereerd dat in Nederland behoefte bestaat aan het Angelsaksische instrument van contempt of court, onderzoekt zij of dat terecht zou zijn.

In haar proefschrift brengt zij in kaart wat contempt of court inhoudt, waarbij het rechtsstelsel van Engeland en Wales centraal staat. Ook inventariseert zij welke vergelijkbare waarborgen voor een goede strafrechtspleging reeds in Nederland voorhanden zijn. Aan de hand van een vergelijking van de bevindingen uit beide rechtsstelsels concludeert Lochs dat contempt of court een instrument is dat niet goed in de Nederlandse rechtsorde kan worden ingepast. Daarnaast kent Nederland al een tamelijk adequaat stelsel van waarborgen. En waar de handhavingsmogelijkheden van de ‘geminachte’ rechter toch ontoereikend zijn, stelt Lochs instrumenten voor die wel passen in de Nederlandse rechtscultuur.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven