Crimefighters in de polder

Voor het eerst opende het OM zijn deuren voor een uitvoerig verhaal van binnenuit, aldus de achterflap van Misdaad en straf in de polder. Journalist Paul van Liempt interviewde vijftig OM’ers voor zijn boek. Toch miste recensent Hendrik Kaptein een aantal onderwerpen.

Delen:

Mooi bedacht, die vraaggesprekken met de staande magistratuur: ze bieden boeiende, zij het niet altijd verrassende beelden van het om ‘van binnenuit’. Aan de hand van thema’s als taakopvatting, dilemma’s, corona, MH17 en leiding geven komen enthousiasme, werkdruk, persoonlijke bedreigingen door de georganiseerde criminaliteit en nog veel meer aan de orde. 

De zittende magistratuur is ‘te saai’ en ook de advocatuur legt het af tegen het om: “Minder betaald, slechtere ondersteuning (al werd de parket-ict intussen door autisten verbeterd), maar ook minder partijdig.” De verhoudingen van om, advocaat en (met name) strafrechter komen minder scherp in beeld, net als doel en zin van het om zelf. De één is meer crimefighter, de ander meer magistraat, zonder dat de zin van die tegenstelling helemaal duidelijk wordt. 

Wél is een heel hoofdstuk gewijd aan eertijds binnen dit staatsapparaat hooggeplaatste geliefden en de gevolgen van hun verhouding voor de carrièrekansen van anderen. Gaat dit over het om of over het lot van gepasseerde kandidaten voor mooie banen? 

De opkomst van echte slachtoffers gaat voor sommige officieren zo ver dat zij hun rol voor benadeelde partijen vergelijken met die van dokters voor patiënten. Rinus Otte (ook actief tegen verruiming van euthanasie) laat weten dat hij juist niets ziet in deze ‘privatisering’ van het strafrecht. Strafrecht is de proportionaliteit van publiekrechtelijke vergelding, vindt hij. Daarmee is Otte de enige in het hele boek die ingaat op de legitimatie van straf, hoe abstract ook. Alle andere geïnterviewden lijken ervan uit te gaan dat die vanzelf spreekt. Is het een idee om die staande magistraten zelf een tijdje te laten zitten, zodat zij tenminste enig idee ervan krijgen wat zij (gegeven ZSM niet eens altijd met tussenkomst van de rechter) bij gedetineerden teweegbrengen? Dan kunnen zij – bijvoorbeeld − Von Schirachs Schuld lezen, over het lot van kleine misdadigers of eigenlijk gewoon mensen in handen gevallen van justitie.  

Worstenbroodje
Afgezien van een passage over ‘pluk ze’ is er weinig aandacht voor andere aanpak dan door straf. Eén officier pleit voor een ‘geitenwollensokkenaanpak’: eerst jeugdzorg en nog veel meer, strafrecht pas als het echt niet anders kan. Niet iedereen is het ermee eens: een demente dief van een worstenbroodje moet toch worden vervolgd, want “anders mag iedereen een worstenbroodje stelen”. Zulke valse hellende vlakken stellen niet gerust over opportuniteit en dus ook niet over andere dan strafrechtelijke aanpak.  

De verlamming van de strafrechtspleging door de zinloze strijd tegen verdovende middelen komt pas aan het einde van het boek zijdelings aan de orde. (Wat blijft er zonder drugsverbod over van georganiseerde criminaliteit en ondermijning?)

Cijfers komen nauwelijks aan bod, al wordt wél opgemerkt dat de meeste verdachten verstandelijk beperkt zijn (weer die opportuniteit: wordt witteboordencriminaliteit nog steeds niet echt aangepakt?). Buitenstaanders komen niet aan het woord: een grootheid als Cyrille Fijnaut wordt één keer genoemd, hoeveel hij ook over het om heeft te vertellen.

Dus blijf over misdaad en straf meer boeken lezen, ook als u het geluk heeft zelf (nog) niet in de bak te zitten.

Paul van Liempt, Misdaad en straf in de polder, Het OM aan het woord, Prometheus

Rechtsfilosoof Hendrik Kaptein is als gastdocent aan de Universiteit Leiden verbonden.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven