Crince le Roy: ‘Het heeft me verbaasd dat aan verschoningsrecht wordt getornd’

De scheidend algemeen deken van de NOvA Robert Crince le Roy maakt zich zorgen over het feit dat er door de overheid wordt getornd aan het verschoningsrecht. Hij noemt dit een ‘absolute voorwaarde voor adequate rechtsbijstand voor een advocaat.'

Delen:

Robert Crince le Roy (foto NOvA)

Het verschoningsrecht is een van de belangrijkste thema’s waar algemeen deken Robert Crince le Roy zich de afgelopen tweeënhalf jaar voor heeft ingezet. Dit vertelt hij op de website van de advocatenorde. Daar gaat hij in op hoe er vanuit verschillende kanten aan het verschoningsrecht getornd: “Het verschoningsrecht is de hoeksteen van de rechtsstaat. Het is er voor de rechtzoekende,” stelt Crince le Roy. “Die moet erop kunnen vertrouwen dat alles wat hij of zij met een advocaat deelt, geheim is én geheim blijft.”

Dit is volgens hem een absolute voorwaarde voor adequate rechtsbijstand door een advocaat: “Voor advocaten is het verschoningsrecht de kern van hun vak, maar dat is blijkbaar niet voor iedereen duidelijk. Dat er van verschillende kanten aan wordt getornd, heeft mij ten zeerste verbaasd.”

Inmenging

Hij doelt daarmee onder andere op de amendementen in de Tweede Kamer die auditief toezicht bij overleg tussen de advocaat en zijn gedetineerde cliënt mogelijk wilden maken. De Afdeling advisering van de Raad van State oordeelde daar uiteindelijk over dat de amendementen een inmenging op de vertrouwelijke communicatie tussen advocaat en gedetineerde vormen en onverenigbaar zijn met de Grondwet, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Unierecht.
In het interview met deken Crince le Roy wordt benadrukt hoe in 1985 de Hoge Raad in de Notaris Maas-beschikking bepaalde dat het verschoningsrecht van beroepsbeoefenaren met een vertrouwenspositie is gebaseerd op een in Nederland geldend algemeen rechtsbeginsel, dat door alle wetten en regelingen heen werkt. Het belang dat de waarheid aan het licht komt, is ondergeschikt aan het maatschappelijk belang dat iedereen vrijelijk en in vertrouwen met een geheimhouder kan praten, zoals een advocaat.
Dit karakter van het verschoningsrecht zou in de praktijk worden miskend, heeft Crince le Roy als algemeen deken de afgelopen tweeënhalf jaar ervaren: “Op het moment dat er een inbreuk wordt gepleegd op het verschoningsrecht wordt daarmee de rechtsstaat ondermijnd. Dat is onaanvaardbaar.”

Weerbarstig

Door het Openbaar Ministerie en de advocatuur wordt verschillend gedacht over de wijze waarop de overheid omgaat met verschoningsgerechtigde informatie. De deken: “Terwijl de Hoge Raad bij herhaling duidelijk heeft gemaakt dat opsporingsambtenaren in beginsel niet inhoudelijk mogen kennisnemen van mondelinge en schriftelijke informatie die onder het verschonings­recht valt, is de praktijk weerbarstig.”
Toch is zowel de geheimhoudingsplicht als het verschonings­recht niet onbegrensd, stelt Crince le Roy: “Uitzonderingen zijn aanvaard als er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Alleen in die situatie prevaleert het belang van de waarheidsvinding boven het belang van het beroepsgeheim.”
De verantwoordelijkheid voor de borging van het verschoningsrecht begint bij de overheid, stelt hij: “Die dient ervoor zorg te dragen dat vertrouwelijke communicatie niet bij diezelfde overheid bekend wordt.’

Hoedanigheid advocaat

Waar Crince le Roy ook op wil wijzen, is de eigen verantwoordelijkheid van de advocaat. “Om te beginnen mag er nooit twijfel zijn over de hoedanigheid van de advocaat. Daarnaast moet een advocaat op grond van de gedragsregels ‘passende maatregelen’ nemen ter handhaving van de vertrouwelijkheid van de communicatie.” Dit gaat volgens hem in het bijzonder over de keuze van communicatiemiddelen en de beveiliging daarvan. “Als een advocaat dat niet doet, kan dit consequenties hebben voor de beoordeling van de eventuele schending van de geheimhouding door de opsporingsambtenaren, heeft de Hoge Raad bepaald.”
Crince le Roy vat samen: “Ben je als advocaat onzorgvuldig, dan kan dit consequenties hebben voor de cliënt die mogelijk minder compensatie krijgt bij de beoordeling van de schending van de geheimhouding. Dat is een grote verant-woordelijkheid.”

Taak

Het thema verschoningsrecht laat Crince le Roy vanaf 1 september over aan Sanne van Oers en Jeroen Soeteman, gezamenlijk de nieuwe algemeen deken.

Namens de NOvA neemt Soeteman deel aan de zogenaamde Stuurgroep Verschoningsrecht. Samen met onder andere de Rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de politie en de FIOD wordt gekeken naar hoe om te gaan met verschoningsgerechtigde informatie. Soeteman hierover: “De stuurgroep is het eens dat de rechter een belangrijke taak heeft. Het zou in de toekomst zo moeten zijn dat alle informatie die in beslag wordt genomen onder toezicht van een rechter wordt gefilterd. Op die manier wordt alle verschoningsgerechtigde informatie eruit gehaald. Denk aan e‑mailboxen.” Wat overblijft, komt dan bij opsporing en vervolging terecht: “Daar werken we met elkaar aan, maar helaas kan dat niet per direct worden geëffectueerd. Daarvoor moeten nog juridische en technische stappen worden gezet en ontbreekt het nog aan voldoende capaciteit bij de rechterlijke macht.”

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven