Het hoeft geen betoog dat de bezuinigingen de advocatuur hard geraakt hebben in de afgelopen jaren. De griffierechten zijn gestegen, de toevoegingsvergoedingen gedaald, de eigen bijdragen verhoogd. Advocaten die enkel en alleen toevoegingszaken doen, verdienen gemiddeld tussen de 6,50 euro en 60 euro per uur. Het is in die zin niet verwonderlijk dat een aantal van hen nauwelijks het hoofd boven water kan houden of noodgedwongen stopt met de advocatuur.
Voor de rechtzoekenden brengen de maatregelen met zich mee dat de toegang tot het recht steeds moeilijker wordt. Gefinancierde rechtsbijstand is alleen aan de orde voor de laagste inkomens en de griffierechten zijn voor bepaalde procedures dusdanig gestegen dat veel mensen eerst zullen moeten sparen, voordat zij zich een procedure kunnen veroorloven. Dat is niet handig als je een kort geding wil opstarten of als een echtscheiding dringend gewenst is.
In tijden van nood bieden zich veelal nieuwe initiatieven aan. Zoals een mooi gezegde luidt: als er een deur sluit, gaat er een raam open. Ik kan mijn voorstellen dat dit ertoe leidt dat de advocatuur er over tien jaar anders uitziet. Een aantal creatieve oplossingen heeft zich al aangediend.
E-Court is een scheidsgerecht dat uitspraken doet in het kader van arbitrage en bindend advies. De beslissing wordt genomen door ervaren arbiters. Een advocaat is niet nodig en de tarieven zijn aanzienlijk lager dan de griffierechten die de rechtbank hanteert in vergelijkbare zaken. Bovendien wordt gesteld dat de doorlooptijd veel korter is en dat binnen vier weken een uitspraak wordt gedaan.
De reguliere rechtspraak bleef niet achter en introduceerde onlangs de eKantonrechterprocedure. Eenvoudige zaken kunnen online worden opgestart als beide partijen het erover eens zijn dat zij een geschil aan de eKantonrechter willen voorleggen. Hieronder vallen bijvoorbeeld contracten tot maximaal 25.000 euro, maar ook huurzaken, burenruzies en arbeidsgeschillen. Ik ben er niet mee bekend wat de eerste ervaringen zijn met deze e-procedure, maar als de eerste schroom is overwonnen, kan ik mij voorstellen dat deze vorm van procederen een hoge vlucht gaat nemen.
Een ander initiatief waarover ik onlangs las in het Parool heet ‘Crowdsuing’. Crowdsuing wil een vuist maken -zo vertellen de oprichters in het artikel- tegen grote organisaties die misbruik maken van hun macht. Op hun website staat vermeld:
‘Crowdsuing is het eerste online platform voor mensen die staan voor een eerlijkere samenleving. We kaarten juridische misstanden aan én verzamelen samen de financiële middelen voor een eventuele rechtszaak via crowdfunding. Zo kunnen we bedrijven en organisaties die zich niet aan de regels houden aanspreken op hun verantwoordelijkheden waar het telt: in de rechtszaal’.
Door de adocaat die de zaak gaat behandelen wordt een inschatting gemaakt van de kosten van de procedure, waarna geld wordt ingezameld.
‘Als dat bedrag rond de 12.000 euro komt te liggen, moeten dus zo’n 1200 mensen een tientje doneren en kunnen we aan de slag,’ aldus de oprichters. Dat lijkt mij een lange weg te gaan, maar wie weet … zijn we over tien jaar volledig overtuigd van crowdfunding in de advocatuur.
Wat familiezaken betreft kan ik mij voorstellen dat er initiatieven worden ontwikkeld als de kosten van een echtscheiding de kosten van de bruiloft schrikbarend overschrijden. Wat is er op tegen om voorafgaande aan het huwelijk standaard huwelijkse voorwaarden aan te gaan, waarin wordt vastgelegd wat er moet gebeuren als geliefden uit elkaar gaan. In pais en vree is het immers veel eenvoudiger om redelijke afspraken te maken dan in tijden van oorlog! Ik kan mij zelfs voorstellen dat voorafgaande aan het huwelijk al een ouderschapsplan wordt opgesteld, voor het geval er kinderen komen. De echtscheiding wordt daarna een fluitje van een cent. Beide partijen weten van tevoren wat de financiële consequenties zijn en wat ze ooit allebei een wijze oplossing vonden ten aanzien van hun vermogen en kinderen. Vechten wordt overbodig.
Tenslotte kan ik mij voorstellen dat mediation een steeds grotere rol gaat spelen. Als het vanwege de kosten steeds minder aantrekkelijk wordt om elkaar in rechte te lijf te gaan, kan mediation een prettig alternatief zijn. Als meer mensen bekend worden met de wijze waarop een mediation verloopt, kan ik mij zelfs voorstellen dat een mede-straatbewoner een conflict beslecht tussen twee buren, of dat een wederzijdse vertrouwenspersoon een beslissing neemt over de omgangsregeling of de HR-mananger van organisatie X oordeelt over een arbeidsconflict dat zich voordoet bij organisatie Y.
Naarmate de kosten van het voeren van een procedure nog verder stijgen, ben ik ervan overtuigd dat aan bovenstaande lijst nieuwe initiatieven toegevoegd zullen worden.
Of de advocatuur er over tien jaar nog hetzelfde uitziet als vandaag? Ik kan het mij nauwelijks voorstellen.