‘De coronacrisis levert veel extra werk op voor het College’

Delen:

Jan-Peter Loof

Jan-Peter Loof is ondervoorzitter van het College voor de Rechten van de Mens. Daarnaast doceert hij in het Advanced LLM-programma European and International Human Rights Law van de Universiteit Leiden. Hij blogt over het extra werk dat de coronacrisis met zich meebrengt voor het College, zoals de vele vragen van burgers en media over de door de overheid getroffen vrijheidsinbeperkende maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.

“De coronacrisis heeft voor het College voor de Rechten van de Mens twee kanten. Enerzijds neemt de overheid nu allerlei maatregelen die vrijheidsrechten inperken om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Dat zorgt voor veel vragen van burgers en media aan het College. Mag de overheid dit allemaal doen? Gaan de opgelegde beperkingen niet veel verder dan de mensenrechtenverdragen toestaan? Is de wettelijke basis voor de maatregelen wel voldoende stevig en precies genoeg geformuleerd?

Het College heeft inmiddels een dossier op zijn website waarin we zulke vragen van een juridisch antwoord voorzien. Ook is het College geconsulteerd over de mensenrechtelijke randvoorwaarden voor het eventuele gebruik van een corona-app en hebben we ervoor gepleit dat bescherming tegen huiselijk geweld onderdeel moet zijn van de corona-aanpak.

We gaan ook adviseren over de door het kabinet aangekondigde spoedwet coronamaatregelen, want het College vindt dat het zowel vanuit mensenrechtelijk als grondwettelijk perspectief nodig is dat sommige van de maatregelen die nu nog in noodverordeningen zijn neergelegd een basis krijgen in een wet in formele zin. Maar dan hangt veel natuurlijk af van de manier waarop zo’n wet een en ander regelt, bijvoorbeeld de tijdelijkheid van de maatregelen. Zo levert de coronacrisis dus veel extra juridisch werk op voor het College.

Gelijke behandelingszaken

Anderzijds heeft de coronacrisis veel consequenties voor het praktisch functioneren van het College en voor de gelijkebehandelingszaken die we behandelen. Het College krijgt jaarlijks zo’n 5000 meldingen en vragen over mensenrechten en gelijke behandeling binnen, voor een belangrijk deel per telefoon. We stuitten erop dat we het aanvankelijk niet voor elkaar kregen om de telefonische meldingen die bij onze centrale binnenkwamen door te geleiden naar de mobiele telefoons van de thuiswerkende medewerkers.

Onze zittingen in gelijkebehandelingszaken zijn de afgelopen maanden geannuleerd of verdaagd. We hebben nu een protocol waarin we bij elke zaak goed in kaart brengen of deze zich leent voor schriftelijke afdoening dan wel behandeling via een telefonische of videozitting. Daarbij moet het College extra alert zijn, omdat wij in de meeste zaken niet te maken hebben met professionele procesdeelnemers. De keuze voor schriftelijke afdoening kan maar al te makkelijk ten koste gaan van de partij die minder goed in staat is om een schriftelijk antwoord te formuleren op vragen. En bij het organiseren van videozittingen hebben we vaak te maken met verzoekers of verweerders die niet zo digitaal vaardig zijn. Bovendien spelen bij de discriminatiezaken die het College behandelt regelmatig fikse emoties bij beide partijen. In de zittingszaal lukt het doorgaans aardig om die in toom te houden, maar via een videoverbinding is dat wat uitdagender. Overigens zijn onze zittingszaal en toegangshal nu helemaal anderhalvemeter-proof gemaakt, zodat we ook weer fysieke zittingen kunnen houden.

Editen

Naast mijn werk bij het College voor de Rechten van de Mens heb ik nog een mini-aanstelling bij de Universiteit Leiden. Dat betekent op dit moment college geven via een videoplatform. Aanvankelijk heb ik vooral opnames gemaakt die ik eerst kon editen voordat ze online gezet werden. Dat bood de mogelijkheid om plotselinge storende geluiden en dergelijke weg te knippen, zoals de telefoon die overging terwijl ik de ‘human rights based approach’ bij het tot stand brengen van beleid aan het uitleggen was en de buurman die een kwartiertje later met zijn klopboor in de weer ging. Maar vorige week heb ik een interactief videocollege gegeven aan 50 rechters uit diverse Europese landen over de kernbeginselen van het Europese gelijkebehandelingsrecht en dat ging eigenlijk prima. Er kwamen volop vragen en het beantwoorden daarvan verliep vrij soepel. Wel merk ik dat na zo’n videosessie een stuk vermoeider ben dan na een ‘gewoon’ college.”

Bekijk alle afleveringen van de rubriek Coronarecht.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven