De infiltrant: de reddende engel of toch een wolf in schaapskleren?

Delen:

De infiltrant speelt op dit moment in twee belangrijke zaken een cruciale rol. Zowel in de zaak over de Arnhemse terreurverdachten als de Hells Angels zaak in Friesland zijn er infiltranten ingezet in een poging om zware misdrijven aan het licht te brengen. Deze ontwikkelingen laten de bekende discussie weer oplaaien: is het gebruik van infiltranten wel verantwoord?

Het gebruik van infiltranten is altijd al een punt van discussie geweest. De een stelt dat het de enige manier is om grootschalige criminaliteit aan het licht te brengen. De ander ziet daarentegen een gevaar voor het aanzetten tot het verrichten van handelingen die de crimineel in eerste instantie niet op het oog had. Of zoals een verdachte van de Hells Angels zaak zou zeggen: “Hij heeft mij ertoe aangezet”.

Voor beide kampen valt iets te zeggen, dit maakt het dan ook lastig om een duidelijke kant als correct aan te wijzen. Voor sommige gevallen, met name grootschalige drugsnetwerken of terreurcellen, is het inzetten van dergelijk zware opsporingsmiddelen de enige manier om een einde te brengen aan de criminaliteit. In uitzonderlijke gevallen kan het gebruik van infiltranten ons als maatschappij zelf voor grote gevaren behoeden. Hierbij doel ik met name op de terreurverdachten uit Arnhem. Als er geen gebruik was gemaakt van infiltranten dan was de kans aanzienlijk groot dat er door de zes mannen met zware bomvesten, Kalasjnikovs en zelfgemaakte autobommen een grote aanslag zou worden gepleegd in hartje Amsterdam.

Opbloei na lange tijd sinds de IRT affaire

Voor een lange tijd heeft het OM terughoudendheid getoond voor het inzetten van infiltranten, met name burgerinfiltranten met een criminele achtergrond. Dit komt voort uit de zogeheten IRT affaire. In de jaren 90 zette de overheid diverse criminele burgerinfiltranten in een poging om de drugshandel te ondermijnen. Het bleek alleen dat deze burgerinfiltranten dit niet alleen deden uit goede wil. Ze pikten ook een graantje mee van de drugscriminaliteit, met name door het feit dat het OM de criminele gedragingen van deze infiltranten onder toeziend oog goedkeurde. Hierdoor ontstond er veel kritiek, voornamelijk over oncontroleerbaarheid van dergelijke opsporingsmiddelen. Alleen zien we op dit moment dus dat het OM toch weer begint met het inzetten van zowel politie- als burgerinfiltranten. Hoofddocent strafrecht Sven Brinkhoff denkt dat dit komt door de aard van het criminele circuit. “Sinds de IRT-affaire is de criminaliteit harder geworden en internationaler. In sommige groepen kom je niet binnen. Dan worden middelen zoals deze toch weer van stal gehaald”.

Mijn inziens hoeft deze ontwikkeling kan deze ontwikkeling veel voordelen teweeg brengen, mits het OM deze keer wel de controle weet te behouden. Terughoudendheid zou daarnaast geboden moeten worden voor inzetten van de burgerinfiltranten met een paar pagina’s dik strafblad. Je bent nu eenmaal vrij naïef als je als OM denkt dat deze persoon puur uit een gevoel van rechtvaardigheid handelt. Dit is de enige manier waarop voorkomen kan worden dat Nederland te maken krijgt met een IRT Affaire 2.0.

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven