‘De kunst is om de juiste vragen te stellen en heel goed te luisteren’

Gedreven door de wens een bijdrage te leveren aan de maatschappij, koos Stratos Kokkinakias voor een loopbaan in het recht. Na een AIO-opleiding ziet hij als adjunct-officier die wens uitkomen. ‘Als iemand straf verdient, eis ik dat natuurlijk. Maar tegelijkertijd probeer ik ervoor te zorgen dat iemand het rechte pad weer opgaat. Daar is ook de maatschappij weer bij gebaat.

Delen:

Een studie waarmee je iets kunt betekenen voor de samenleving, daar was Stratos Kokkinakias na z’n middelbareschooltijd naar op zoek. “Ik heb van mezelf al een vrij dienend karakter. Mijn vader liet een paar voorbeelden van sectoren zien waarin ik echt impact zou kunnen maken. Bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Dan zou ik kunnen kiezen voor geneeskunde. Maar ook op het gebied van veiligheid kun je veel betekenen voor de maatschappij, dan kom je uit bij het recht. Omdat dat me meer aansprak dan de gezondheidszorg, koos ik daarvoor.”

Tijdens zijn studie ontwikkelde Kokkinakias al snel interesse voor het strafrecht. “Vooral vanwege de impact die dat heeft. Niet alleen op het slachtoffer of de samenleving, maar ook op de verdachte. Je wordt in hechtenis genomen, verhoord, nogmaals verhoord, moet voorkomen en wordt mogelijk ook nog gestraft. Dat doet wat met een mens, ook al heb je iets gedaan wat niet mag. Wat me met name fascineerde aan het strafrecht is het afwegen van verschillende belangen in een zaak. Hoe doe je dat en hoe bied je maatwerk? Daarom sprak het werk van het Openbaar Ministerie me het meeste aan.”

De eerste stappen in de rechtszaal
Na z’n afstuderen ging Kokkinakias aan de slag als interventiejurist bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM), het parket dat zich bezighoudt met verkeerszaken. “Ik deed vooral nachtdiensten. Ik schakelde met de politie als ze iemand hadden aangehouden voor bijvoorbeeld rijden door rood of onder invloed. Na ongeveer een jaar ben ik zittingsvertegenwoordiger geworden. In die functie zette ik mijn eerste stappen in de rechtszaal. Dat beviel me erg goed. Toen ben ik met mijn leidinggevende gaan praten over een mogelijke rol als officier. Dat leek ons allebei wel iets voor mij. Vervolgens heb ik gesolliciteerd voor adjunct-officier in opleiding (aio) op het parket Midden-Nederland.”

Om als aio te kunnen starten, doorloop je eerst een selectieprocedure. Kokkinakias: “Hierin voer je gesprekken over je motivatie en ga je aan de slag met een casus. Als de landelijke commissie je geschikt acht, mag je starten. De eerste maanden volg je vooral cursussen. Het cursuspakket bestaat uit een mix van zaken die je al hebt geleerd tijdens de studie rechten en nieuwe dingen, zoals hoe je omgaat met slachtoffers en hoe je een requisitoir schrijft. Vervolgens moet je je zittingsvaardigheidsbewijs halen. Hiervoor speel je een zitting na met een acteur als verdachte, maar met een echte rechter en advocaat. Als je hiervoor slaagt, mag je als aio zelfstandig op zitting staan. Zolang je in opleiding bent, doe je dat nog wel onder toezicht van een begeleider. Die beoordeelt je ook tussentijds en aan het einde van de opleiding.”

Signaalfunctie naar de maatschappij
De zaak waarin Kokkinakias na een jaar als aio zijn eindbeoordeling kreeg, zal hij niet snel vergeten. “Niet alleen omdat het mijn eindbeoordeling was, maar ook omdat de zaak veel media-aandacht kreeg. Het was een stalkingszaak, waar onder andere het tv-programma Zeeman Confronteert: Stalkers bij betrokken was. Er werd dus ook gefilmd. De zaal zat vol met mensen uit de media en andere belangstellenden. De zaak zelf was natuurlijk ook heftig: een relatie die via sociale media was ontstaan, was uitgemond in stalking. Dat had enorm veel impact op het slachtoffer. Tegelijkertijd was de verdachte nooit eerder in aanraking geweest met justitie. Dat maakte het best complex.”

Uiteindelijk volgde de rechter de eis van Kokkinakias en zagen zowel hij – de officier – als verdachte af van hoger beroep. “Dat gaf me veel voldoening. Door de aandacht die deze zaak kreeg, ben ik me nog bewuster geworden van het feit dat je een strafeis goed moet uitleggen. Niet alleen aan het slachtoffer en de verdachte, maar aan de hele maatschappij. Als officier van justitie heb je een signaalfunctie. Je laat zien wat wel en niet kan en welke consequenties een misdrijf heeft. Daarom zijn zittingen ook vaak openbaar. En als een zaak op tv komt, bereik je helemaal een breed publiek. Dat levert dan ook vaak weer veel reactie op vanuit de samenleving.”

Kat-en-muisspel met verdachte
Een van de meest interessante aspecten van zijn werk vindt Kokkinakias het ondervragen van de verdachte. “Vooral als duidelijk is dat diegene het heeft gedaan, maar toch blijft ontkennen. Dan ontstaat een kat-en-muisspel. De kunst is om de juiste vragen te stellen en heel goed te luisteren. Met name in dat laatste heb ik mezelf moeten trainen. Zegt iemand iets anders dan tijdens het politieverhoor? Heeft de advocaat de informatie wel op orde? Tegelijkertijd kunnen er ook dingen worden gezegd die je zelf niet ziet aankomen. Dan moet je wel kunnen schakelen. En ook buigzaam zijn als dat nodig is. Het kan zijn dat je een andere straf eist dan je hebt voorbereid.”

De sfeer tijdens een zitting is volgens Kokkinakias harmonieuzer dan hij zich voorstelde voordat hij als officier werkte. “Ik had altijd een beeld dat een officier lijnrecht tegenover een verdachte en z’n advocaat staat. Een echte strijd dus. Maar dat is het vaak helemaal niet. Dat komt omdat je als officier ook de belangen van een verdachte meeweegt. Als iemand straf verdient, eis je dat natuurlijk. Maar tegelijkertijd probeer je ervoor te zorgen dat iemand het rechte pad weer opgaat. Daar is ook de maatschappij weer bij gebaat. Daar komt ook weer mijn motivatie in terug om bij het OM werken: iets kunnen betekenen voor de samenleving.”

Op tijd om hulp vragen
Ondanks dat Kokkinakias zijn werk als adjunct-officier geweldig vindt, erkent hij dat zijn baan soms pittig kan zijn. “Je moet best veel ballen tegelijk in de lucht kunnen houden. Je werkt vaak aan meerdere zaken en krijgt van verschillende kanten vragen en verzoeken. De ene keer belt de rechtbank, dan een advocaat, dan weer slachtofferhulp of het slachtoffer zelf. Gelukkig doe je het werk bij het OM altijd samen. Je staat weliswaar alleen op zitting, maar achter een zaak zit een hele keten van collega’s met wie je samenwerkt, van beoordelaars tot mede-officiers. In het begin wilde ik veel dingen nog zelf oplossen, maar ik heb geleerd om op tijd om hulp te vragen en dingen uit te zetten bij anderen.”

In de toekomst hoopt Kokkinakias binnen het OM nog de stap te maken naar arrondissementsofficier. “Het lijkt me mooi om grotere strafzaken te doen en ook om daar al vanaf het begin bij betrokken te zijn. Als adjunct-officier ben je vaak pas aan zet als de politie een dossier heeft opgesteld. Als arrondissementsofficier sta je meer in de frontlinie en bepaal je de onderzoeksstrategie. Maar om als officier in opleiding (oio) te kunnen starten, moet ik nog wat langer bij het OM werken en ook wat buitenervaring opdoen. Dus voorlopig ligt de focus nog op m’n huidige werk.”

Wil jij in opleiding tot adjunct-officier van justitie? Bekijk hier de vacature

 

Dit bericht valt buiten de redactionele verantwoordelijkheid.

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven