Verschillende partijen uit de gemeenteraad toonden zich kritisch tegenover de nieuwe gebruiksvoorwaarden van het Whatsapp: het bedrijf zou bepaalde data uit berichten delen met Facebook indien gebruikers met bedrijven communiceren. De vrije keuze van gemeenteraadsleden om gebruik te maken van dit medium bleek een belangrijk argument om deze beslissing te steunen. Aan de andere kant waren er ook raadsleden die aangaven verbaasd te zijn over de beslissing van de gemeenteraad aangezien de gebruiksvoorwaarden niet in strijd zouden zijn met Europese privacyregels.
De nieuwe voorwaarden
Uit een statement van Whatsapp wordt duidelijk dat het bedrijf ervoor kiest om sommige informatie uit berichten via het moederbedrijf (Facebook) kenbaar te maken aan derde partijen indien gebruikers direct communiceren met bedrijven via Whatsapp. Er wordt dus alleen data gedeeld aan Facebook indien er sprake is van een commerciële setting. De berichten die de gebruiker stuurt naar privécontacten zoals vrienden en familieleden zal volgens Whatsapp niet via Facebook verlopen. Veel mensen maken zich zorgen als het aankomt op het delen van data met Facebook. Dit bedrijf heeft immers geen vlekkeloze reputatie wanneer het op privacybescherming aankomt (denk bijvoorbeeld aan het Cambridge Analytica-schandaal uit 2018).
Het beleid
Naar mijn weten lijkt er inderdaad geen schending te bestaan wat betreft de Europese privacyvoorschriften. Daar bovenop denk ik dat het gebrek aan vertrouwen in Facebook niet zwaarwegend genoeg is om te kunnen stellen dat er geen gebruik meer moet worden gemaakt van de dienst binnen een bedrijf of overheidsorganisatie. Grote bedrijven zullen in de regel altijd te maken krijgen met meer kritiek (ze komen immers vaker in het nieuws bij privacyschendingen) en zullen als gevolg hiervan sowieso minder vertrouwen genieten dan kleine bedrijven. Hierbuiten bestaat denk ik wel een reële aanleiding om na te denken over de beleidsmatige keuze om wel of geen gebruik te maken van dit medium binnen een bedrijf of een overheidsorganisatie. Een beroep op de vrije wil van individuen kan eventueel een sterk argument vormen: door deelname aan bepaalde organisaties word je eigenlijk de facto gedwongen om gebruik te maken van dit medium. Wel rijst de vraag van welk medium de raadsleden in Delft vanaf nu gebruik zullen maken. Je zou immers kunnen stellen dat hierbij dezelfde problematiek een rol zal spelen. De beslissing van de gemeenteraad in Delft lijkt mij, in dit geval, dan ook moeilijk te verantwoorden.
