De rol van de accountant bij de jaarrekeningcontrole

Op grond van artikel 2:393 BW is de accountant verplicht om de wettelijke jaarrekeningcontrole met inzet van deskundigheid uit te voeren. Heeft een accountant aan deze deskundigheid voldaan, als kort na het afgeven van een goedkeurende verklaring de vennootschap failliet gaat?

Delen:

Ook voor de accountant geldt een zorgplicht. De accountant dient bij de jaarrekeningcontrole te handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk handelende en redelijke bekwame externe controlerende accountant kan worden verwacht. Ook derden moeten erop aan kunnen dat de goedgekeurde jaarrekening een getrouw beeld geeft. Maar wat als de accountant aan deze zorgplicht niet voldaan heeft? Wat als ten onrechte een goedkeurende verklaring is afgegeven en de vennootschap vervolgens kort erna failliet wordt verklaard?

Verkeerde verklaring

De wettelijke controle van de accountant bestaat in feite uit twee stappen. De accountant dient voldoende controlewerkzaamheden te verrichten in overeenstemming met de daarvoor geldende normen en geeft vervolgens een controleverklaring af. Dit kan een goedkeurende verklaring zijn, een verklaring met beperking, een verklaring van oordeelonthouding of een afkeurende verklaring.

Soms wordt door de accountant ten onrechte een goedkeurende verklaring afgegeven. Het kan enerzijds betekenen dat de accountant niet voldoende en geschikte controle-informatie heeft verzameld en desondanks tot een goedkeurende verklaring kwam. Dit wordt ook wel het procedurele aspect genoemd. Ook mogelijk is dat er op inhoudelijke gronden ten onrechte een goedkeurende verklaring is afgegeven, terwijl het bijvoorbeeld een oordeel met beperking had moeten zijn.

Het zou dan zomaar eens kunnen dat de accountant onrechtmatig heeft gehandeld en daarom aansprakelijk is. De accountant dient namelijk melding te maken van serieuze zorgen terzake de continuïteit en mag in dat geval dan ook niet zonder voorbehoud een goedkeurende verklaring afgeven. Als dat toch gebeurt, is niet voldaan aan het vereiste om inzicht gegeven in de financiële situatie van de rechtspersoon. Kan een curator de accountant in dat geval aansprakelijk stellen in een civiele procedure? Die mogelijkheid bestaat zeker, maar uit de praktijk blijkt dat een procedure tegen de accountant voor fouten in de jaarrekeningcontrole zelden succesvol afloopt voor de curator.

Het continuïteitsvraagstuk

Op het moment dat een vennootschap binnen afzienbare tijd na het verstrekken van een goedkeurende verklaring failliet gaat, komt de vraag aan de orde of de accountant zijn werk wel goed heeft gedaan. Het bestuur dient bij het opmaken van de jaarrekening een veronderstelling te maken van de continuïteit van de vennootschap. Dit houdt in dat het bestuur moet aangeven of de vennootschap in staat is om de continuïteit te handhaven en instaat is om haar activiteiten in de toekomst te kunnen blijven voorzetten. De accountant hoort vervolgens bij de jaarrekeningcontrole deze continuïteitsvoorstelling te controleren en na te gaan of deze veronderstelling ook terecht is gehanteerd.

Zoals ik in het begin al aangaf, lopen procedures tegen een accountant voor fouten in de jaarrekeningcontrole zelden succesvol af voor de curator. Maar betekent dit dat een curator het er maar bij moet laten? Nee, dat zeker niet! De curator zou er wel goed aan doen om, voordat een procedure wordt gestart, voldoende tijd te besteden aan het voortraject. Door inzage te verkrijgen in het controledossier en eventueel een tuchtzaak aan te spannen vergroot de curator namelijk zijn slagingskans in een civiele procedure.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven