Het toezicht van de dekens op de advocaten moet beter. Het College van Toezicht (CvT) van de Nederlandse orde van advocaten vindt dat de dekens meer signalen van ketenpartners moeten oppakken.
Ook de manier waarop de dekenbezwaren (ambtshalve klachten) worden ingediend, is voor verbetering vatbaar, en datzelfde geldt voor de wijze waarop de dekens verantwoording afleggen in hun jaarverslagen. Verder zijn nog extra inspanningen nodig bij het risico-gestuurd toezicht en het financieel toezicht. Dat schrijft het college van toezicht van de Nederlandse orde van advocaten in zijn jaarverslag over 2016. Het CvT stelt ook de dekens in 2016 zichtbare stappen hebben gezet in de verbetering van het toezicht.
Het college zal zich in 2017 vooral richten op het risico-gestuurd toezicht en financieel toezicht. In zijn Werkplan 2017 zet het college uiteen op welke toezichtthema’s het zich ook gaat richten, zoals het toezicht op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de verdere professionalisering van de taakuitoefening van de dekens.
Bij het risico-gestuurde toezicht is de beoogde gestructureerde aanpak nog onvoldoende van de grond gekomen. Zo zijn de risico’s nog niet in alle arrondissementen voldoende geïnventariseerd en zijn er nog geen risicoprofielen opgesteld. Het vergt een extra inspanning van de dekens om dat alsnog voor elkaar te krijgen.
Verder constateert het college dat de dekens het financieel toezicht op verschillende wijze uitvoeren. Het college beveelt de dekens aan om meer gebruik maken van de expertise van de unit Financieel toezicht advocatuur.
Het CvT wil dat de dekens een effectieve methode ontwikkelen om vroegtijdig een overzicht te krijgen van financiële problemen bij advocaten. “Zo kunnen de dekens de continuïteit van de dienstverlening van advocaten bewaken en de aantasting van de integriteit van advocaten voorkomen of beperken”, aldus voorzitter Bart van Tongeren. “Dat is in het belang van rechtzoekenden”.
Klik hier voor het Jaarverslag 2016 en respectievelijk het Werkplan 2017.
