“Het is echter niet zo dat alle Nederlanders bij een ontslag bij de pakken neerzitten,” stelt arbeidsjurist Sandra Bonestroo-van Zon van bij ARAG. Bijna de helft (49 procent) zegt juridische hulp in te schakelen bij een ontslag of einde van het dienstverband. 43 procent doet dit bij onenigheid over uitbetaling van loon, vakantiegeld of overuren. Opvallend daarbij is dat er enorme verschillen bestaan per leeftijdscategorie. Zo is maar 27 procent van de Nederlanders van achttien tot vierentwintig jaar bereid juridisch hulp in te schakelen bij ontslag. Bij Nederlanders ouder dan 45 jaar is dit al 57 procent.
Proeftijd
Meer dan een kwart van de Nederlanders (28 procent) overweegt niet eens juridische hulp in te roepen bij een arbeidsconflict. Volgens de ARAG-juriste doen werknemers die hun rechten veronachtzamen zichzelf echt tekort. Wie ouder is dan achttien jaar heeft in veel gevallen recht op een transitievergoeding, ook in de proeftijd of als een tijdelijke contract niet wordt verlengd. De transitievergoeding is oorspronkelijk bedoeld voor bijscholing in de transitie van werk naar werk, maar wordt ook vaak gebruikt als financieel hulpmiddel om een periode zonder werk door te komen.
Niet alleen over ontslag of beëindiging van het contract is sprake van veel onwetendheid, ook is veertien procent van de Nederlanders onbekend met het rechten op een WW-uitkering. Bij jongeren onder de 24 jaar is dit zelfs een kwart.
Pandemie
De pandemie en de onzekerheid die hiermee gepaard gaat, leiden volgens ARAG wel tot een verandering. Bijna dertig procent van de Nederlanders zegt zich sinds de start van de pandemie meer te hebben verdiept in hun rechten als werknemer. Onder jongeren is dit zelfs 37 procent.