De wetsvoorstellen waarom het draait, zijn de herintroductie van het tweestatusstelsel – waarmee vluchtelingen die naar Nederland komen weer worden ingedeeld op basis van twee statussen – enerzijds, en de nieuwe Asielnoodmaatregelenwet anderzijds. Laatstgenoemde wet is de vervanger van het noodrecht dat minister Faber aanvankelijk van plan was in te zetten om haar plannen op het gebied van asiel en migratie uit te voeren. Dit voornemen stuitte echter op dusdanig veel maatschappelijke en parlementaire weerstand, dat het kabinet ervan afzag.
Bij de consultatieronde kregen de Raad voor de rechtspraak en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van de minister slechts één week om tot een inhoudelijke reactie te komen. Dit omdat minister Faber voornemens is om de definitieve wetsvoorstellen nog voor het einde van het jaar aan te bieden. Alleen al over die korte adviseringstermijn zijn beide instanties verbolgen, zo blijkt uit de gepubliceerde adviezen.
Asielnoodmaatregelenwet
Aangaande de Asielnoodmaatregelenwet verwacht de Afdeling een “forse extra werkbelasting” bij instanties als de Rechtspraak en de IND. Dit omdat de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in de nieuwe wet zou sneuvelen en de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd een kortere duur krijgt, waardoor de IND vaker een oordeel zal moeten vellen over verlengingsaanvragen. Dat levert, zo valt te lezen in het advies, naar alle waarschijnlijkheid “een grote werkverzwaring en hoge kosten” op. “Er zal veel meer geprocedeerd gaan worden. De voorgenomen maatregelen leiden daarnaast tot nieuwe rechtsvragen die moeten worden beantwoord.”
De RvdR onderschrijft die zorgen en voegt toe: “Ook het aantal intrekkingen van asielvergunningen zal stijgen en daarmee ook het aantal beroepen bij de rechter tegen zo’n beslissing. Dit kan met name problematisch zijn als een land van herkomst veilig wordt verklaard en een groot aantal vergunningen in korte tijd tegelijkertijd wordt ingetrokken. Dit zal een zeer zorgelijk zwaar effect hebben op de vreemdelingenrechtspraak dat doorwerkt in de hele asielketen.”
Tweestatusstelsel
Rondom het tweestatusstelsel lijken de druiven minstens even zuur. De Raad geeft aan “zeer grote bezwaren” te hebben over de invoering van het systeem, waarmee onderscheid wordt gemaakt in de rechten van asielzoekers met een vluchtelingenstatus en asielzoekers met zogeheten subsidiaire bescherming.
“Volgens de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel is de verwachting dat ongeveer 75 procent van de vreemdelingen die de lichtere subsidiaire bescherming krijgt, zal doorprocederen voor de vluchtelingenstatus”, zo betoogt de Raad. “Dit leidt niet alleen tot hoog oplopende werkvoorraden bij de rechtbanken, maar ook tot andere ernstige keteneffecten. De Raad ziet dit risico als zeer reëel en acht het waarschijnlijk dat deze maatregel eerder een verslechtering dan een verbetering zal zijn voor de doorlooptijden binnen de gehele asielketen.”
Opvallend is dat ook de Afdeling eerder verslechtering dan verbetering verwacht door de voorgenomen plannen van de minister: “Extra belasting betekent structureel meer en langere procedures, in tegenstelling tot wat de minister met de wetsvoorstellen beoogt”, zo wordt in het advies betoogd.
‘Buitenspel gezet’
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Raad voor de rechtspraak zijn niet de enige instanties die recentelijk kritisch van zich laten horen als het gaat om de plannen van minister Faber. De Nederlandse Orde van Advocaten haalde bij monde van algemeen deken Sanne van Oers al hard uit naar de handelswijze van de minister, en concludeerde zelfs dat “ondermijning van onze democratische rechtsstaat op de loer ligt”.
De Orde was met name niet te spreken over de zeer beperkte tijd die ze kreeg om met een advies op de door de minister toegestuurde conceptwetsvoorstellen te komen. Gebruikelijk is een consultatieperiode van vier weken, maar minister Faber wenste binnen één week een reactie. De consultatie moest bovendien ‘vertrouwelijk’ verlopen, terwijl de normale gang van zaken is dat conceptwetsvoorstellen via internetconsultatie.nl ter inzage en advies worden aangeboden aan het Nederlandse volk.
“De totstandkoming, maar ook het zorgvuldig bestuderen van een wetsvoorstel vergt tijd”, zei Van Oers over het incident. “Ditzelfde geldt voor een analyse en een afgewogen advies. Wij en andere partners in de asielketen worden zo gewoon buitenspel gezet. De belangen van kwetsbare mensen, waaronder kinderen, worden onvoldoende gewaarborgd. Dat de minister haar wetsvoorstel met stoom en kokend water wil invoeren, maakt het mede daarom extra kwalijk.”
Averechts
Het is sowieso niet de week van het goede nieuws voor minister Faber. Na maandenlange voorbereidingen gingen per maandag 9 december op initiatief van de minister de langverwachte grenscontroles van start, maar al direct bij aanvang bleek er bij de marechaussee wegens chronische personeelstekorten geen extra capaciteit te zijn vrijgemaakt om het werk ook daadwerkelijk uit te voeren.
Dat slechte nieuws kwam bovenop de paradoxale conclusie van Trouw dat de grenscontroles voor asielzoekers in de praktijk juist een “meevaller” vormen, omdat zij hierdoor niet langer op eigen kosten naar Ter Apel hoeven af te reizen. Het dagblad voorziet dan ook averechtse werking van de maatregel: “Vluchtelingen hebben tijdens een controle aan de grens het recht om asiel aan te vragen. Vervolgens hoeven ze niet meer op eigen kosten naar het Groningse Ter Apel te reizen. Asielzoekers worden vanaf de grens naar een opvangcentrum begeleid, meldt de marechaussee.”