e-Court en deurwaarders vechtend over straat

Delen:

e-Court, een alternatieve vorm van geschillenbeslechting, die begin dit jaar van start ging, is in ernstig conflict gewikkeld met de brancheorganisatie voor deurwaarders KBvG. e-Court gaat de NMa vragen een onderzoek in te stellen naar de KBvG omdat deze haar machtspositie zou misbruiken. De KBvG heeft als standpunt dat haar leden geen exploten van e-Court uit mogen brengen en heeft haar leden hiervan op de hoogte gesteld. Volgens e-Court is deze opstelling in strijd met het kartelverbod. De KBvG verschanst zich achter argumenten die e-Court als ‘onzin’ betitelt.

e-Court is een instituut waar partijen op een laagdrempelige manier hun conflict kunnen laten oplossen door een geschillenbeslechter voor een lage prijs. De eindbeslissing van e-Court is een soort bindend-advies dat wordt vastgelegd in een notariële akte.

Incasso? No!

John WissebornNaast onder andere burenruzies, arbeidsrechtelijke- en huurzaken wil e-Court ook incassokwesties gaan oplossen. Dat betekent dat deurwaarders exploten van e-Court moeten uitbrengen. “e-Court heeft zelf het bestuur van de KBvG gevraagd haar opvatting hierover te geven en dat hebben we gedaan”, zegt John Wisseborn (bestuursvoorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). “Die opvatting hebben wij vervolgens weer kenbaar gemaakt aan onze leden”.
Als een crediteur een zaak aanhangig zou maken bij e-Court tegen op dat moment een nog onwetende schuldenaar, dan moet hij bij exploot worden opgeroepen om te verschijnen. Daarvoor moet de Gemeentelijke Basis Administratie worden geraadpleegd. Het probleem is volgens de voorzitter dat deurwaarders dat alleen mogen bij het verrichten van ambtshandelingen. “Het is de vraag of het betekenen van zo’n exploot van een private instelling als e-Court aan te merken is als een ambtshandeling. Daarin voorziet de wet namelijk niet. Het is aan de rechtspraak of aan de politiek en niet aan de deurwaarders om te beslissen of wij dit soort oproepingen mogen betekenen.”

Wisseborn vervolgt: “We willen dit soort ontwikkelingen niet tegenhouden en zijn ook niet tegen vernieuwing, maar we moeten wel weten of het kan. Uiteindelijk ontstaat immers een situatie waarbij een schuldenaar zonder enige bemoeienis van de overheid wordt ‘veroordeeld’ om iets te betalen. Een gerechtsdeurwaarder handelt bij het verrichten van zijn ambtshandelingen als overheidsambtenaar en moet beducht zijn op de situatie dat de burger uit zijn optreden afleidt dat er sprake is van door de overheid gelegitimeerd handelen of dat er sprake is van overheidsrechtspraak.”

Henriette NakadHenriëtte Nakad (directeur e-Court) spreekt in dit verband van ‘absolute onzin’: “Als je de wet goed zou lezen – waar ik het bestuur van harte toe uitnodig – dan kom je bij de artikelen 6:236 sub n en 3:37 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek terecht. Die artikelen bepalen dat de deurwaarder bij het uitbrengen van een exploot de debiteur moet waarschuwen dat hij binnen een maand alsnog mag kiezen voor een behandeling door de kantonrechter, ook al hebben partijen in hun contract in de forumkeuzeclausule een buitengerechtelijke instantie zoals e-Court aangegeven. De wetgever heeft dus met alternatieve mogelijkheden rekening gehouden. Overigens hebben wetenschappers, zoals de goeroe op het gebied van burgerlijk (proces)recht: prof. Toon van Mierlo (Erasmus Universiteit Rotterdam), al bevestigd dat deurwaarders de exploten van e-Court ten uitvoer kunnen en moeten leggen. Ik hoop dat het bestuur van de KBvG zal luisteren naar de professoren en wetgever en niet denkt dat zij het allemaal beter weet.”
Wisseborn laat weten dat de KBvG het jammer vindt dat de discussie op deze toon gevoerd moet worden. “Ik heb er begrip voor dat Henriëtte Nakad gefrustreerd raakt over het feit dat datgene wat zij ziet als het hoogste doel – haar geesteskind tot bloei brengen – mogelijk vertraging oploopt, maar dit moet zorgvuldig worden uitgezocht. Het raakt aan een fundamenteel recht als de vrije toegang tot de rechter en het is de wettelijke verantwoordelijkheid van de KBvG om te waken over de beroepsuitoefening door de gerechtsdeurwaarder.”

Overtreding kartelverbod

e-Court initieert momenteel proefprocedures. Nakad: “Als de aangesproken deurwaarder dan weigert zijn taak te vervullen dan hebben we een grond om naar de civiele rechter te gaan. Hij kan dan bevestigen dat wat e-Court doet, mag.” Er zijn al administratiefrechtelijke procedures gestart om het besluit van de KBvG terug te draaien en e-Court gaat ook de Nederlandse Mededingingsautoriteit verzoeken een onderzoek in te stellen. Volgens Nakad overtreedt de KBvG het kartelverbod: “De KBvG overschrijdt haar wettelijke bevoegdheid ter bevordering van een goede beroepsuitoefening door deurwaarders en probeert het initiatief e-Court te verijdelen. Feitelijk misbruikt het bestuur van de KBvG haar monopoliepositie om een ander monopolie – de overheidsrechtspraak – af te schermen en berooft de burger van de contractsvrijheid. Daarnaast weigert zij mee te werken aan elke snelle vorm van een minnelijke oplossing en vertraagt geïnitieerde juridische procedures door middel van (onmogelijke) voegingsincidenten.” Deurwaarders zouden zelfs door de KBvG worden gedwongen om weg te blijven van e-Court door te dreigen met tuchtrechtprocedures (o.a. ontzetting uit het ambt). “Feitelijk komt dit neer op een landelijke afgedwongen boycot door intimidatie van het tuchtrecht, waarmee de KBvG de dienstverlening van e-Court onmogelijk maakt.”
Wisseborn zegt dat juist e-Court niet meewerkt om snel duidelijkheid te krijgen: “Er was een deurwaarder die een notariële akte houdende een uitspraak van e-Court in handen heeft gekregen en twijfelde of hij dat mocht uitbrengen. Hij wilde dit vraagstuk daarom via een renvooiprocedure aan de voorzieningenrechter voorleggen. Vervolgens heeft e-Court haar opdracht ingetrokken, omdat zij dat niet zag zitten. Dat staat naar mijn idee haaks op de wil om hier zo snel mogelijk duidelijkheid over te krijgen. Misschien dat e-Court zelfs probeert een aantal deurwaarders zover te krijgen dat die wel haar exploten uitbrengt, zodat het – als het een paar keer is uitgevoerd – de schijn van ‘usual business’ krijgt. Dat laatste is nu precies wat de beroepsorganisatie niet wil.”

Kamervragen

Inmiddels zijn zelfs Kamervragen gesteld aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Nakad: “Het ministerie kan dan weer eens aangeven dat e-Court een welkom initiatief is binnen de kaders van de wetgeving. We hopen allemaal al tien jaar op zo’n instituut als e-Court. En nu het er is, is iedereen er bang voor. In de medische wereld zijn we gewend aan privéklinieken, maar als het gaat om op een goedkope manier een ruzie over 100 euro op te lossen, dan ligt heel juridisch Nederland wakker.”

Begin dit jaar stuitte e-Court nog op weerstand van de Raad voor de rechtspraak en het ministerie vanwege het gebruik van de termen rechter, rechtbank en uitspraak, omdat dit tot verwarring bij het publiek zou kunnen leiden. Inmiddels bezigt e-Court daarom de termen: geschillenbeslechter, instituut en beslissing. Hiermee zouden alle bezwaren van het ministerie en de Raad zijn weggenomen. Daarnaast heeft e-Court op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Raad voor de rechtspraak besloten geen overheidsrechters meer te benaderen voor een bijbaan als commerciële ‘rechter’. Michiel Boer, woordvoerder van de Raad voor de rechtspraak, legt uit waarom de combinatie overheidsrechter en commerciële ´rechter´ nog steeds niet wenselijk is: “Die nevenfunctie zou de onafhankelijkheid en de perceptie van het publiek daarop schade kunnen toebrengen, vanwege de ongelukkige start waarbij e-Court zich heeft geafficheerd als rechtbank, met echte rechters. Dat was onduidelijk voor burgers. Omdat e-Court tot voor kort in interviews bleef schermen met dezelfde begrippen, blijft deze nevenfunctie nog ongewenst. Daarnaast doet zich nog een praktisch probleem voor: de rechtspraak is overbelast. Hoeveel tijd kun je dan als rechter nog hebben om aan deze nevenfunctie te besteden?”
Eerder voerde e-Court nog gesprekken met overheidsrechters voor de functie van parttime e-Court-geschillenbeslechter, maar Henriëtte Nakad geeft aan dat zij daarin op verzoek van de Raad voor de rechtspraak en het ministerie gas heeft teruggenomen. “De werkdruk van de overheidsrechters is momenteel enorm hoog. Ik kan me voorstellen dat het niet heel welkom is dat zij daarnaast nog andere functies gaan vervullen, terwijl zij misschien op hun eigen rechtbank een dag extra nodig zijn.”

Overcapaciteit

Inmiddels werken zo’n 20 juristen als geschillenbeslechter bij e-Court. Deze groep bestaat voornamelijk uit (oud-)advocaten. Nakad: “Ik had verwacht dat vooral jonge advocaten zouden solliciteren, maar tot mijn eigen verbazing zijn juist de ervaren advocaten geïnteresseerd. Zij kennen natuurlijk als geen ander de nadelen van de overheidsrechtspraak.” Bedrijfsjuristen laten nog maar weinig van zich horen. Misschien omdat zij zich gezien de toelatingseisen minder gekwalificeerd voelen. Ook notarissen zijn terughoudend. De reden hiervan is vermoedelijk dat het proces van conflictoplossing (nog) te ver van hun bed staat.
Nakad geeft aan dat er op dit moment sprake is van overcapaciteit: “Maar ik verwacht niet dat dat lang zal duren. We groeien op dit moment snel.” Over vier jaar wil e-Court 10.000 conflicten per maand behandelen. Hoeveel zaken e-Court nu afhandelt, wil Nakad niet zeggen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven