Het rapport is een jaarlijks onderzoek naar de kwaliteit van rechtssystemen binnen de Europese Unie. Voor iedere lidstaat wordt onderzocht hoe het met de onafhankelijke rechtsstaat gesteld is. Ook worden eventuele knelpunten en aandachtspunten in het rechtssysteem aan de kaak gesteld.
Het onderzoek werd in de periode januari tot en met maart uitgevoerd in alle EU-lidstaten. Nederland was medio maart één van de laatste landen die door de onderzoekers werd bezocht. Hoewel de onderzoekers constateren dat Nederland op diverse vlakken ‘enige vooruitgang’ heeft geboekt ten opzichte van vorig jaar – zoals digitalisering van de rechtspraak en het proberen op te lossen van de Toeslagenaffaire – blijft er volgens hen veel ruimte voor verbetering.
Vier aandachtspunten
Die verbetering zou volgens de Europese Commissie op vier vlakken moeten plaatsvinden. Het belangrijkste aandachtspunt dat wordt genoemd, is de toenemende werkdruk bij het OM en de Rechtspraak. Nederland zou serieus aan de slag moeten met personeelstekorten en werkomstandigheden binnen het juridische systeem, om te voorkomen dat de rechtsstaat onder druk komt te staan, zo adviseren de onderzoekers.
Als volgend aandachtspunt wordt de ‘baantjescarrousel’ genoemd. Omdat Nederland geen ‘afkoelperiode’ voor voormalig ministers en andere officials heeft, ligt het gevaar van vriendjespolitiek en elkaar baantjes toeschuiven op de loer. De onderzoekers maken zich verder zorgen over ontbrekende regelgeving en transparantie als het gaat om de invloed van lobbyisten op leden van ons parlement. Tot slot constateren de onderzoekers dat de journalistieke vrijheid in Nederland niet altijd naar Europese standaarden wordt ingevuld.
Vertrouwen hoog, maar dalend
Desalniettemin blijkt uit het onderzoek wel dat het vertrouwen van Nederlandse burgers en bedrijven in de onafhankelijke rechtsstaat groot is. 70 procent van de ondervraagde Nederlanders is er redelijk tot zeer sterk van overtuigd dat de rechtspraak in Nederland volkomen onafhankelijk is. Voor bedrijven ligt dat percentage op 74 procent.
Dat zijn op zichzelf goede cijfers, maar in het verleden lagen ze een stuk hoger. In 2020 noteerde Nederland bijvoorbeeld 77 procent (burgers) en 81 procent (bedrijven) bij exact hetzelfde onderzoek. De onderzoekers adviseren dan ook dat Nederland aan de slag moet met het vertrouwen in de overheid in het algemeen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door langlopende dossiers als de Toeslagenaffaire effectief op te lossen.
Hongarije zorgenkindje
Ondanks alle verbeterpunten doet Nederland het vergeleken met andere EU-landen lang niet slecht. Niet geheel verrassend is Hongarije het grote zorgenkindje als het gaat om een sterke, onafhankelijke rechtsstaat.
De onderzoekers constateren dat het Oost-Europese land ‘geen enkele vooruitgang’ heeft geboekt sinds het onderzoek van vorig jaar. Daarnaast krijgen de Hongaren liefst acht dringende adviezen om de oren waarmee men per direct aan de slag zou moeten. Die gaan onder meer over persvrijheid, onafhankelijke rechtspraak en ruimte voor mensenrechtenorganisaties om hun werk ongehinderd te kunnen doen.