‘Geen landelijk bevoegde officier van justitie’

Delen:

Foto: Pixabay

Als het aan de Raad voor de rechtspraak ligt, komt er geen landelijk bevoegde officier van justitie. Dat adviseert de Raad in het vandaag verschenen wetgevingsadvies over de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. De justitieministers willen dat echter wel. De Raad heeft meer kritiek op de plannen om het Wetboek van Strafvordering aan te passen. Veel kan bij het oude blijven.

Het ministerie van Justitie & Veiligheid zou graag zien dat deze ‘landelijk bevoegde’ officier van justitie meer ruimte krijgt om zelf een rechtbank te kiezen waar bij zijn zaak voorlegt. Maar, zegt de Raad, voor de burger wordt het daardoor onvoorspelbaar bij welk gerecht een zaak wordt behandeld. De Raad pleit ervoor in plaats daarvan het wettelijk mogelijk te maken dat gerechten elkaar bij tijdelijk capaciteitsgebrek eenvoudiger kunnen helpen. Op die manier kunnen piekbelastingen bij rechtbanken worden opgevangen en doorlooptijden van strafzaken worden verkort.

De Raad van de rechtspraak heeft meer kritiek op de plannen van de justitieministers, die het Wetboek van Strafvordering willen moderniseren. De voorgestelde verplichte aanwezigheid van verdachten bij getuigenverhoren door de rechter-commissaris ziet de Raad ook als problematisch. De Raad denkt dat getuigen minder snel willen verklaren of op het verhoor willen verschijnen als de verdachte standaard bij het getuigenverhoor aanwezig is. Het is beter als de rechter-commissaris de bevoegdheid heeft – zoals nu al het geval is – om een verdachte aanwezig te laten zijn bij het verhoor als dat nodig is. Daarom beveelt de Raad aan de huidige situatie te handhaven.

Ook het voorstel om de strafrechter alle verzoeken tot schadevergoeding als gevolg van onrechtmatig strafvorderlijk optreden te laten behandelen, veegt de Raad van tafel. Nu behandelt de strafrechter alleen de ‘eenvoudige’ schadevergoedingszaken, de complexere komen bij de civiele rechter. Dat moet zo blijven, vindt de Raad. Die vindt ook dat hoger beroepszaken in het strafrecht door drie raadsheren moet worden behandeld, en niet door één, zoals de justitieministers voorstellen. Tot slot moet er niet worden getornd aan de regeling rond vormfouten. De ministers willen die aanpassen, de Raad voor de rechtspraak wil dit bij het oude laten.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven