De twee Kamerleden hebben vorige week vragen gesteld naar aanleiding van de fraudeaffaire bij Pels Rijcken, het kantoor van de landsadvocaat. De SP-parlementariërs wilden weten waarom de overheid eigenlijk een landsadvocaat heeft. Grapperhaus antwoordt: ”Het werken met een vaste advocaat in de staatspraktijk is wenselijk uit oogpunt van uniformiteit in de behandeling van zaken die de Staat betreffen.” De minister voegt daaraan dat ook andere advocaten kunnen worden ingeschakeld door de Staat. “Dat gebeurt in incidentele gevallen ook.”
Raadsel
De inmiddels overleden notaris en managing partner van Pels Rijcken Frank Oranje heeft ruim 10 miljoen euro verdonkeremaand van gemeenten, provincies en beleggers. Oranje sluisde de gelden via een stichting weg naar privérekeningen. De stichting stond volledig onder controle van Oranje, en werd een dag voor diens dood opgeheven. Tot nu toe is het een raadsel waar het geld is gebleven. Oranje heeft aan Pels Rijcken daarover geen opheldering verschaft. Pels Rijcken heeft de verdwenen miljoenen aangezuiverd.
Geen aanleiding tot zorg
Van Nispen en Leijten hadden ook gevraagd of de Staat de relatie met Pels Rijcken in stand moet houden. Daarop antwoordt Grapperhaus dat zijn ministerie met de landsadvocaat heeft overlegd om te kijken of er gebreken kleven aan het notariswerk van Frank Oranje en de dienstverlening van de landsadvocaat aan de Staat. De minister vindt dat de Staat gewoon door kan met Pels Rijcken: “Hoewel ik geschokt ben over het gebeurde, bestaat op basis van wat mij bekend is momenteel geen aanleiding tot zorg over de kwaliteit en legitimiteit van de werkzaamheden van de landsadvocaat voor de Staat. Er is derhalve op dit moment geen aanleiding te concluderen dat de landsadvocaat geen zaken meer voor de Staat zou kunnen behandelen.”
Eerder zei CDA-Tweede Kamerlid Chris van Dam op mr-online dat hij zich wel zorgen maakt.
In een opiniestuk in NRC schrijft privacy-advocaat en voormalig CPN-leider Ina Brouwer dat ook het werk van de landsadvocaat Europese openbaar aanbesteed moet worden, wat nu niet het geval is. “Klaarblijkelijk heerst er bij het instituut van de landsadvocaat een cultuur van geheimen en stilzwijgen, waarin fraude en corruptie kunnen ontstaan,” schrijft Brouwer. “De landsadvocaat is in de advocatenwereld een prestigieuze monopolist die bijna alle grote zaken van de overheid behandelt. Een dergelijke monopoliepositie kan een voedingsbodem zijn voor fraude, corruptie en collusie. Daarom bestaan er ook Europese aanbestedingsregels. Vreemd genoeg zijn die kennelijk niet op de landsadvocaat van toepassing. Waarom eigenlijk niet?”