Het alleenrecht op kleuren en vormen

Delen:

Een interessant rechtsgebied gemoeid met grote namen en grote belangen: het merkenrecht. Toch horen we hier in de rechtenbachelor maar weinig over. Wat houdt dat merkenrecht eigenlijk in?

Het merkenrecht verschilt fundamenteel van andere intellectueel eigendomsrechten als auteursrechten en octrooien. Auteursrechten (ook wel copyright) krijg je zonder formaliteiten. Als ik nu bijvoorbeeld een schilderij verf, berust daar automatisch mijn auteursrecht op. Een octrooirecht moet worden aangevraagd en aan verschillende materiële voorwaarden voldoen voordat het kan worden toegewezen. Een stuk moeilijker om te verkrijgen dus. Ik zou zeggen dat het merkenrecht hier een beetje tussenin zit.

Een merk gebruik je om een product of dienst te onderscheiden van andere producten of diensten. Op het eerste gezicht kun je bijvoorbeeld een Coca-Cola van een Pepsi onderscheiden, dankzij hun merk. Maar om een onderscheidend product te beschermen, moet het merk wel ingeschreven staan in het merkenregister (waar een inhoudelijke toetsing aan te pas komt). Dat voorkomt dat concurrenten een merk onrechtmatig overnemen.

Vanuit Nederland kan deze merkenregistratie op verschillende niveaus plaatsvinden. Een merk is vaak niet tot één land beperkt. Denk maar aan het internationaal bekende Nike, Tommy Hilfiger of Shell. In Nederland kunnen verschillende gradaties aan bescherming worden aangevraagd. Het keuzemenu bestaat uit Benelux, Europese Unie, Internationaal en Overig.

Voor dit artikel beperk ik mij even tot de Benelux. Het ‘individuele merk’ is hier gedefinieerd als:

“de benamingen, tekeningen, afdrukken, stempels, letters, cijfers, vormen van waren of van verpakking en alle andere voor grafische voorstelling vatbare tekens, die dienen om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden” (artikel 2.1 BVIE).

Een merk hoeft dus niet slechts een woord te zijn. Het kan ook om andere onderscheidende grafische voorstellingen gaan. Denk bijvoorbeeld aan de typische lichtblauwe kleur van Tiffany’s & Co. of de twee bogen op Levi’s-broekzakken. Dit kan voor interessante zaken zorgen.

Mijn eerste voorbeeld is een uitspraak in de zaak van Christian Louboutin tegen Yves Saint Laurent in 2012 van de Second Circuit van de Verenigde Staten. De ‘rode zool’ heeft een herkenningsfunctie vergaard voor schoenen van het merk Louboutin. Betekent dit dat niemand anders meer schoenen met rode zolen mag maken? In deze zaak werd bepaald dat YSL wél een schoen met rode zool mocht verkopen, omdat het hier om een volledig (monochrome) rode schoen ging. Het merk van Louboutin bestaat uit een schoen met contrasterende rode zool.

Op 28 januari 2020 deed het Hof Den Haag uitspraak in de zaak tussen H&M en Adidas. Adidas beweert dat H&M inbreuk maakt op hun drie-strepen-merk, door kleding te verkopen dat versierd is met twee strepen. Beslist werd dat de H&M-kledinglijn geen inbreuk maakte op het drie-strepen-merk van Adidas.

Ik vind dit interessante vraagstukken, want stel dat beide uitspraken de andere kant gelijk zouden geven… Mogen er dan nooit schoenen met een rode zool in de markt zijn – behalve afkomstig van Louboutin? Mogen er geen kleren verkocht worden met parallelle strepen – behalve dan door Adidas? Deze uitspraken hebben uiteraard vele nuances die in dit korte artikel niet zijn opgenomen. Ik vind het dan ook een erg interessant rechtsgebied – of het nou wel of geen aandacht in de rechtenstudie verdient.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven