Het klappen van de Haagse zweep in de EU en het Koninkrijk

Delen:

De eisen die Nederland in de Europese Unie (EU) en binnen het Koninkrijk der Nederlanden (Koninkrijk) stelt in ruil voor liquiditeitssteun in het kader van de wereldwijde sociaaleconomische gevolgen als gevolg van de Covid-19 pandemie vertonen opvallende gelijkenissen; liquiditeitssteun moet in de vorm van leningen en er moet hervormd worden.

Het resultaat van de EU-top omtrent een coronaherstelfonds is dat voordat lidstaten geld willen uit het coronaherstelfonds, zij eerst een economische-hervormingsplan moeten indienen dat aansluit bij aanbevelingen van de Europese Commissie. Het voorgaande was samen met een korting op de Nederlandse bijdrage een van de belangrijkste eisen van Nederlandse zijde.

In de EU: minder subsidies en vetorecht

Aanvankelijk zou 500 van de 750 miljard euro waaruit het herstelfonds gaat bestaan als subsidie uitgekeerd worden aan de door Covid-19 zwaar getroffen lidstaten. Het bedrag aan subsidies hebben de ‘vrekkige vijf’, dat wil zeggen Nederland, Oostenrijk, Denemarken, Zwitserland en Finland, tot 390 miljard euro weten terug te brengen. Omdat de achterban van de regeringen van de vrekkige vijf zo’n bedrag nog steeds te hoog vonden, hebben zij aangedrongen op een ‘controlemechanisme’ waarmee nagegaan kan worden of de subsidies, maar vooral toch wel leningen, gepaard gaan met economische hervormingen.

In de praktijk gaat dat betekenen dat het fonds de uitkering aan een lidstaat kan opschorten, wanneer de Europese Commissie twijfels heeft over diens hervormingsgezindheid. Desbetreffende lidstaat moet zich dan verantwoorden aan de Europese Commissie. De Spaanse krant La Razón noemt het voorgaande “una humillation para el Estado en la picota” (een vernedering voor de aan de tand gevoelde lidstaat) (M. Arroqui, ‘Los frugales, sin poder de bloqueo’, La Razón 23 juli 2020, p. 22).

Over het controlemechanisme, in Nederland ‘veto’ genoemd, wordt elders in Europa overigens anders gedacht. In Brussel wordt gesproken over “louter een pauze in de betalingen”. De Europese Commissie is zich ervan bewust dat van stopzetting door één tegensputterende lidstaat geen sprake kan zijn. Ook in Spanje is men zich daarvan bewust. La Razón merkt op dat zonder steun van andere lidstaten de vrekkige vijf geen vertraging in de uitkering van middelen aan lidstaten kan veroorzaken (La Razón 23 juli 2020, p. 22).

Binnen de EU spreken Italië en zelfs Hongarije van een (eigen) overwinning. Een top waarin alle partijen, zelfs nadat ze kennis hebben gemaakt met het klappen van de Haagse (gierigheids)zweep, toch denken gewonnen te hebben, is zeker een geslaagde top; er is consensus bereikt.

In het Koninkrijk: slechts leningen en een Caribische Hervormingsentiteit

Wat in de EU gelukt is, is (nog) niet binnen het Koninkrijk gelukt: consensus vormen. Consensus is cruciaal, sterker nog, conditio sine qua non voor de totstandkoming van een consensusrijkswet. Waarom is het voorgaande van belang? Aruba, Curaçao en Sint Maarten moesten in een tijdsbestek van vier dagen instemmen met een door Nederland als finaal gepresenteerde conceptvoorstel consensusrijkswet.

Liquiditeitssteun (leningen) in het kader van coronahulp aan de Caribische Koninkrijksdelen moet, als het aan politiek Den Haag ligt, gaan via de bij consensusrijkswet op te richten ‘Caribische Hervormingsentiteit’ (Che) – diens acroniem betekent in het Papiaments ironisch genoeg ‘bah’ of ‘iew (dat is vies)’; illustratief voor het feit dat de Caribische landen niet betrokken zijn geweest bij de ontwerpfase?

De Che moet een naar Nederlands recht, op Antilliaanse kosten opgericht, zelfstandig bestuursorgaan (zbo) worden, bestaande uit drie door Den Haag te benoemen leden, dat verantwoording moet gaan afleggen aan de Staten-Generaal, waarin de Caribische Koninkrijksdelen niet vertegenwoordigd zijn. Voorts zal de Che op autonome verzorgingsgebieden van de Caribische landen bevoegdheden moeten krijgen. De NRC wijst erop dat de gewilde oprichting van de Che lijkt op herintroductie van Nederlands bestuur op de eilanden.

Consensus zoeken

Het wekt geen verwondering dat premier Eugene Rhuggenaath van Curaçao, in zijn reactie aan de Koninkijksregering laat weten dat Curaçao niet onvoorwaardelijk akkoord kan gaan met de concept-consensusrijkswet. Hoewel Curaçao meerwaarde ziet in een entiteit die financiële en technische steun “op meer afstand van de politiek [van Willemstad, maar dichter bij dat van Den Haag] coördineert”, zou Curaçao, volgens hem, “niet alleen eigenaar van de” buiten zijn toedoen door Covid-19 ontstane “problemen” moeten zijn, “maar ook eigenaar van de oplossingen”.

Bovenstaande gezegd hebbende, geniet de oprichting van de Che niet de voorkeur van de regering (Amigoe 4 augustus 2020, p.1), met name omdat de Raad van Advies van Curaçao (RvA) erop wijst dat de voorwaarden in strijd zijn met het Statuut. Consensus is dus tot nu toe ver te zoeken. Daarom moeten de landen kijken naar wat wél kan en vervolgens dat pad verder bewandelen, aldus de RvA (Amigoe 6 augustus 2020, p.1).

Mijns inziens kan het voorgaande niet anders betekenen dat de Che geen zbo naar Nederlands recht wordt, met leden benoemd door Den Haag en verantwoording schuldig aan de Staten-Generaal. Maar eentje naar het recht van de Caribische landen (bijvoorbeeld een eenvormige landsverordening), met leden die ten minste gedeeltelijk benoemd worden door de Caribische landen en verantwoordelijk aan diens Staten.

Verder roept Rhuggenaath Den Haag op om crisissteun en structurele hervormingen te scheiden. De financieel-economische gevolgen van de Covid-19 pandemie zijn voor Curaçao ongekend. Een deel van de derde tranche dient daarom, conform advies van het College financieel toezicht, alvast overgemaakt te worden zodat onder andere lonen doorbetaald kunnen worden.

Onbarmhartig

Het klappen van de Haagse zweep verstaan de Antillen maar al te goed. Wat Den Haag in de EU niet gans gelukt is, wil Den Haag wel helemaal in de Antillen bereiken: coronahulp uitsluitend in de vorm van leningen en volledige controle over de verlangde hervormingen (lees: geëiste bezuinigingen). Er is echter een wezenlijk verschil tussen hulp aan EU-landen en aan koninkrijkslanden; het gaat in het eerste geval om hulp aan – strikt genomen – vreemdelingen binnen een confederatie, en in het tweede geval om hulp aan Nederlanders binnen onze eigen (federale) staat!

Onderscheid op grond van staatsburgerschap is toegestaan, onderscheid tussen staatsburgers op grond van hun woonstreek binnen de staat waarvan ze de nationaliteit bezitten, is dat niet; laat staan, een strengere houding jegens eigen staatsburgers, dan jegens vreemdelingen! Het is toch bizar om gebieden die al vanaf 1631-1648 deel uitmaken van het Koninkrijk onbarmhartiger te bejegenen dan staten waarmee het Koninkrijk sinds 1993 (oprichting EU) volkenrechtelijke banden heeft.

Limburg, dat in 1867 als Nederlandse provincie tot het Koninkrijk is toegetreden, mag kennelijk van geluk spreken dat zij een gunstiger behandeling van Den Haag krijgt.

Onrealistisch

Het bovenstaande laat zien dat Nederland, zowel in de EU als het Koninkrijk, onrealistisch bezig is. De reële verhouding van Nederland tot de EU en tot de rest van het Koninkrijk wil maar niet doordringen. Met betrekking tot de EU ziet Nederland zich voor de realiteit geplaatst dat het niet alleen afhankelijk is van de interne Europese markt, en dus wijselijk binnen de EU solidariteit moet betonen, maar ook dat het niet te ver van Parijs en Berlijn kan afdwalen zonder geïsoleerd te raken. Met betrekking tot het Koninkrijk is de realiteit deze: Nederland is historisch én constitutioneel verbonden met zes kleine insulaire economieën met alle inherente (internationaal erkende) schaaltekortkomingen van dien. Schaaltekortkomingen, die Nederland, getuige het bestaan van EU-structuur- en cohesiefondsen en van de Gemeente- en Waddenfonds, overigens wel op EU-, respectievelijk nationaal niveau erkent. Een soortgelijk Koninkrijksfonds, dat in de huidige crisis handig zou zijn, ontbreekt echter, ook al koesteren de Antilliaanse eilanden hun band met het Koninkrijk bijzonderlijk.

Tijd dus voor Nederland om in zijn Europese en Koninkrijksrelaties een redelijkere en billijkere koers te varen!

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven