Op zekere dag werden er camera’s op zijn middelbare school opgehangen, een stuk of dertig. Zonder goede reden, volgens leerling Hugo van IJperen. Nadat hij zich erin had verdiept, kwam hij tot de conclusie dat het cameratoezicht in strijd was met de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Dagvaarding
Hij besloot de school erop aan te spreken en liet een dagvaarding van zestig pagina’s bij de stichting waaronder de school valt betekenen. Daarin verzocht hij het cameratoezicht te staken of in overeenstemming te brengen met de AVG, de onrechtmatig verwerkte persoonsgegevens te wissen en vorderde hij een schadevergoeding van 500 euro.
Vertegenwoordiging door ouders
Bij de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland) voerde de advocaat van de school aan dat Van IJperen minderjarig was en daardoor op grond van de wet ‘procesonbekwaam’. De kantonrechter ging daarin tot teleurstelling van Van IJperen mee. “Je kunt je als minderjarige door je ouders in rechte laten vertegenwoordigen, maar als die dat om voor wat voor reden dan ook niet doen moet je toch naar de rechter kunnen. Een bijzonder curator is alleen toewijsbaar in zaken over verzorging, opvoeding en zaken over vermogen in de zin van zakgeld en dergelijke, dus dat was niet van toepassing. De enige mogelijkheid die overbleef was om − met toestemming van mijn ouders − zelf te procederen. Maar dat zag de kantonrechter anders, ondanks alles wat ik tijdens de zitting heb aangevoerd.” Hij voegt eraan toe: “Het is toch gek dat je als minderjarige vanaf zestien jaar wel bijvoorbeeld TikTok toestemming mag geven voor de verwerking van je persoonsgegevens, maar dat je vervolgens niet tegen een inbreuk kunt optreden?”
Processtukken
Van IJperen, inmiddels rechtenstudent aan de Universiteit Utrecht, ging in hoger beroep. Om dat in te stellen schakelde hij advocaat Ewout Jansen in, die ooit een artikel in het Nederlands Juristenblad over het onderwerp had geschreven. Van IJperen, die later wel de advocatuur in zou willen, schreef de processtukken voor een groot deel zelf en tijdens de vijf uur durende zitting bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voerde hij zelf het woord. “Dat was mooi om te doen. De raadsheren moesten er trouwens wel even over denken of het mocht. Maar ik had een Kamerbrief van de minister voor Rechtsbescherming waarin stond dat partijen in hoger beroep van kantonzaken zonder bijstand van een advocaat op zitting het woord mogen voeren.”
Geen effectieve toegang
Tijdens de zitting werd overeengekomen dat de zaak alleen nog maar zou gaan over de vraag of de kantonrechter de leerling terecht niet-ontvankelijk had verklaard. “Omdat ik niet meer op school zit had ik geen belang meer bij de al dan niet rechtmatigheid van het cameratoezicht.”
Het hof oordeelde dat Van IJperen het recht op effectieve toegang tot de rechter is ontzegd in een kwestie over schending van het fundamentele recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens. Door de procesonbekwaamheid die uit artikel 1:245 lid 4 BW voortvloeit is het hem “uiterst moeilijk, zo niet praktisch onmogelijk” gemaakt om zijn vordering te laten beoordelen door de civiele rechter. Omdat dat in strijd is met onder meer artikel 13 EVRM en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, had de kantonrechter volgens het hof deze bepaling op grond van artikel 94 van de Grondwet buiten toepassing moeten laten.
Wetgever
“Je kunt dus de conclusie trekken dat je als minderjarige voortaan zelfstandig kunt procederen in civiele zaken, als je maar stelt dat je ouders het niet voor je doen”, aldus Van IJperen. De uitspraak is ook een signaal aan de wetgever, vindt hij. “Het is tijd voor een nieuwe wettelijke regeling waarin de positie van de minderjarige centraal staat, in plaats van het huidige ingewikkelde stelsel met tal van uitzonderingen.”
Compliment
De jurist in spe is in ieder geval erg blij met het resultaat. “Het was best een sterke zaak, maar het blijft spannend of je gelijk krijgt, zeker nadat het bij de kantonrechter niet lukte. Het heeft veel tijd gekost, maar het was een leuke ervaring, en heel leerzaam.” Indirect kreeg hij een compliment van het hof. Grinnikend: “Ze vroegen aan de rector of ze niet trots was op een oud-leerling die dit doet.”