Hoogste rechters: geen behoefte aan advies EHRM over toepassing EVRM

Sinds vier jaar kunnen de hoogste Nederlandse rechters advies vragen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over de toepassing van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dat hebben ze echter nog nooit gedaan.

Delen:

Hoogste rechters: geen behoefte aan advies EHRM over toepassing EVRM - Mr. online
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg (foto: Depositphotos)

Ruim vier jaar geleden (1 juni 2019) trad Protocol 16 bij het EVRM voor Nederland in werking. Daarmee kunnen de hoogste rechters advies vragen aan het EHRM over de toepassing van het EVRM. Daar hebben zij echter nog geen gebruik van gemaakt. Ook buitenlandse rechters zijn terughoudend bij het indienen van adviesverzoeken bij het EHRM. Rechters zien wel de meerwaarde van het protocol maar vinden het vooral aan henzelf om het nationale recht uit te leggen en toe te passen. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht, in opdracht van het WODC.

Hoogste rechters

Het protocol zou de dialoog moeten bevorderen tussen de Europese rechters en de nationale rechters, waardoor mensenrechten in nationale procedures beter kunnen worden beschermd. Ook zouden met een juiste toepassing van het EVRM in nationale rechtszaken klachten bij het EHRM kunnen worden voorkomen. Daarom kregen de hoogste Nederlandse rechters deze adviesmogelijk. Die geldt voor de Hoge Raad, de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het Bedrijfsleven en het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Meerwaarde

Het protocol is door negentien 19 (van de 46) lidstaten van de Raad van Europa geratificeerd. In totaal zijn er acht adviesverzoeken ingediend, het EHRM heeft zes adviezen uitgebracht. Landen die terughoudend zijn met het goedkeuren van het protocol zijn doorgaans bang zijn dat het EHRM zich te actief gaat bemoeien met nationale grondrechtkwesties. Wel zien buitenlandse en Nederlandse rechters een meerwaarde als er nieuwe rechtsvragen zijn waarover het EHRM nog geen duidelijke uitspraken heeft gedaan. Onduidelijk is of het protocol heeft geleid tot minder procedures bij het EHRM.

Prejudiciële procedure

Uit interviews bij Nederlandse gerechten blijkt dat zij zelf, op basis van een eigen analyse van het EVRM en de EHRM-rechtspraak, zaken op een bevredigende manier konden oplossen. Veel zaken hebben ook een EU-rechtelijke component. Wanneer er onduidelijkheid is over de toepassing van het EU-recht, dan kiezen de rechters voor het vragen van een uitleg aan het Hof van Justitie van de EU (HvJ). Deze zogenoemde prejudiciële procedure over het EU-recht – die rechters in een aantal gevallen verplicht moeten volgen – gaat daarmee vóór het EVRM in EU-lidstaten. In de derde plaats wordt gevreesd dat de procedure bij het EHRM leidt tot vertraging in de nationale procedure. Dat vinden de gerechten bijzonder problematisch in zaken over bijvoorbeeld gedwongen opname of vreemdelingenzaken. Uit het onderzoek blijkt wel dat de duur van de adviesprocedure korter is dan die van de procedure bij het HvJ.

Criteria

De onderzoekers geven – mede op basis van de ervaringen van de geïnterviewde Nederlandse en buitenlandse rechters – criteria voor wanneer het indienen van een adviesaanvraag nuttig is. Tot nu toe zijn er geen zaken geweest die volgens de hoogste rechters aan deze criteria voldeden. Het valt dus niet te zeggen of het protocol optimaal wordt benut.

Lees hier het Protocol 16 EVRM – Achtergronden, betekenis, effecten en ervaringen

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven