‘Ik was vertrouwen in de rechtspraak wel even kwijt’

Dat ook een rechter klem kan komen te zitten tussen de raderen van de rechtspleging blijkt uit het verhaal van Nathalie van Waterschoot. De senior rechter in de rechtbank Amsterdam liep vast in de bureaucratie van de jeugdbescherming en de familierechtspraak. “Ik wil me uitspreken, omdat wat wij hebben meegemaakt niet incidenteel is. Het huidige systeem brengt ongekend leed toe”, zegt ze in een interview op persoonlijke titel.

Delen:

Foto: Chantal Ariëns

Er was een tijd dat Nathalie van Waterschoot brieven met daarop het Rechtspraaklogo amper durfde te openen. “De kinderen en ik wisten gewoon niet meer wat we konden verwachten. We hadden al zo vaak beslissingen gekregen waarin we ons niet gezien en gehoord voelden. Het was onwerkelijk.”

Van Waterschoot raakte als moeder van twee kinderen betrokken in procedures over omgang en gezag. “Acht jaar zaten wij in deze situatie. Acht jaar werden de kinderen vermalen in een systeem dat hen weinig bescherming bood. We werden door drang en dwang vervreemd van onszelf en van elkaar. Liefdevolle verbindingen raakten beschadigd.”

Vaak zoekt ze naar woorden om te vertellen wat haar en haar kinderen is overkomen.“Dat heeft vooral te maken met wat ik te zeggen heb. Het gaat immers om de privacy en de veiligheid van de kinderen en mijzelf. En er is zoveel gebeurd, natuurlijk voel ik nog steeds de littekens op de ziel. Er ligt anderhalve meter papier met daarin tientallen handelingen en beslissingen die onrecht, wanhoop en veel leed hebben veroorzaakt. Als je mij tien jaar geleden had gevraagd of dit in Nederland mogelijk was, had ik je vol ongeloof aangekeken.”

Doodlopende weg

Om de belangen van haar zelf en haar kinderen te beschermen wil ze niet te veel in detail treden en moet ze af en toe in bedekte termen praten. Ze noemt haar ex-echtgenoot daarom niet expliciet. “In de kern hadden we te maken met een werkelijkheid van verwaarlozing, geweld, intimidatie en stalking, die niet serieus werd genomen en onbesproken werd gelaten, ondanks stukken waaruit dit duidelijk kon worden afgeleid”, licht ze toe. “In rapporten van toen nog het AMK (nu: Veilig Thuis), de jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming, maar ook in rechterlijke uitspraken werden onze belevingen en problemen terzijde geschoven en vervormd door het gebruik van standaard tekstblokken en termen als vechtscheiding, ruziënde ouders en communicatieproblemen.”

Toen er eindelijk uitvoerig onderzoek was gedaan, bleek dat ook geen oplossing. “Het systeem hield ons in zijn macht. We werden nog vele jaren gedwongen mee te doen aan begeleidings- en mediationtrajecten, zonder dat was onderzocht of die een kans van slagen zouden hebben. Het was een doodlopende weg. De kinderen voelden zich steeds niet begrepen, bleven in spanning, kregen geen rust en zekerheid. Ze liepen weg na gedwongen contacten of werden met een politiebusje weggevoerd. Zelfs toen de politie aangaf zich ernstig zorgen te maken over de veiligheid van mijzelf en de kinderen, moesten wij van de familierechter nog steeds met mediators in gesprek. ‘Lichte drang’ wordt dit genoemd. Ik vond het psychische mishandeling, voor beide ouders en de kinderen. Er wordt ingespeeld op de angst dat als je als ouder niet meewerkt, je kinderen je worden ontnomen. Aan het eind van de rit bleven we allemaal verdwaasd en beschadigd achter.”

Vervreemdend

Van Waterschoot zegt dat haar ervaringen niet incidenteel zijn. Ze wijst op wetenschappelijke studies en op rapporten van de Kinderombudsman uit 2013 en die van de Kinderombudsman Amsterdam uit 2018 over de jeugdbescherming. “Ik herken alle daarin genoemde knelpunten”, zegt ze. “Zoals gebrek aan waarheidsvinding en neutraliteit, gebrek aan deskundigheid en regie, gebrek aan tijdigheid en continuïteit, problemen in de communicatie van professionals en ook het ziekteverzuim en het grote verloop onder personeel.” Ze wijst daarnaast op de nadelen van het toernooimodel en de wijze waarop sommige advocaten procederen.

Een steen des aanstoots is voor haar ook de gebrekkige verslaglegging door Veilig Thuis, de jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming. “Daarin vind je meningen, verdachtmakingen en interpretaties in plaats van op waarheidsvinding gebaseerd onderzoek. Dat is een hardnekkig verschijnsel en brengt veel schade toe. Ook wordt gebruikgemaakt van informatie uit het politiesysteem Basis Voorziening Handhaving, zonder dat je als burger weet wat daarin is opgeslagen. Ik weet uit ons dossier dat meldingen die niet zijn onderzocht, worden opgeslagen als incidenten, die vervolgens weer worden gedeeld met instanties als Veilig Thuis, jeugdbescherming en het OM. Soms worden deze zogenaamde ‘incidenten’ je pas jaren later door instanties tegengeworpen, terwijl je kunt aantonen dat die niet hebben plaatsgevonden. Het systeem werkt vervreemdend.” Ze zegt dat de ministeries van Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport op de hoogte zijn van de problemen rondom de waarheidsvinding en de integriteit van het meldsysteem. “Waarom krijgt dit nog steeds zo weinig aandacht in politiek Den Haag?”

Toeslagenaffaire

U heeft samen met Corine de Ruiter (hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht) op Mr-online een opiniestuk geschreven waarin u parallellen trekt met de toeslagenaffaire.

“Ja, want net als bij de toeslagenaffaire is ook in de jeugdbescherming en de familierechtspraak sprake van ongekend onrecht voor kinderen en ouders. Kinderen die op basis van verkeerde informatie of misleiding tot contact met een gewelddadige ouder worden gedwongen. Of ouders die ten onrechte worden beschuldigd van mishandeling van hun kinderen en daardoor het contact met hun kinderen kwijtraken. Kinderen en ouders raken de weg kwijt in klachtprocedures, vinden onvoldoende bescherming bij de rechter en raken getraumatiseerd.”

U zit dicht bij het vuur. Heeft u dit intern besproken?
“Ik heb binnen de Rechtspraak gezegd dat ik niet mijn persoonlijke situatie, maar wel mijn ervaringen met gebreken in het systeem wil delen. Rechters staan soms op grote afstand van de werkelijkheid. Luisteren we goed genoeg? Zien en horen wij voldoende over de knelpunten in de uitvoering en over het systeem zelf? Laat ik het zo zeggen: ik heb nog niet veel positieve reacties ontvangen.”

Misschien heeft dat te maken met de kritische uitlatingen die Van Waterschoot intern tegenover familierechters deed over het Visiedocument over conflictscheidingen van de Rechtspraak. “Hierin staat dat complexe conflictscheidingen worden veroorzaakt door strijdende ouders en dat ouders daardoor schade toebrengen aan hun kinderen. Terwijl uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er vaak wat anders aan de hand is, zoals kindermishandeling, (ex-)partnergeweld, een trauma of psychiatrische problematiek.”

Wat denkt u dat een oplossing kan zijn?
“Net als in de toeslagenaffaire is ook in de jeugdbescherming en het familierecht eerst een brede reflectie en een grondige herbezinning op het hele systeem nodig. Misschien moet het hele systeem wel op de schop.”

Reflectie

Van Waterschoot prijst de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State voor het reflectieprogramma naar de rol van de bestuursrechtspraak in de kinderopvangtoeslagzaken en andere bestuursrechtzaken. Daarin worden ook externen betrokken. “Het doel is te leren van het verleden, daaruit lessen te trekken en aanbevelingen te doen voor de toekomst. Ook binnen de rechtbank Amsterdam en elders in de Rechtspraak komen initiatieven tot stand en voeren we gesprekken over onze eigen rol hierin. Ik vind het van belang dat we ons in de Rechtspraak durven uitspreken. Dat we aangeven waar het knelt en vastloopt en reflecteren op onze rol daarin.”

Van Waterschoot vindt dat ook in de familierechtspraak een dergelijke reflectie nodig is. “De Rechtspraak kan nu al het voortouw nemen. Bijvoorbeeld door een onmiddellijke toegang tot de rechtspraak mogelijk te maken als kinderen niet naar een ouder willen of wanneer een ouder zegt dat sprake is van geweld in het gezin of in de woonomgeving van de andere ouder. Laat op korte termijn een multidisciplinair team van forensisch psychologen en gedragsdeskundigen een deugdelijk en op waarheidsvinding gebaseerd onderzoek doen. Betrek daarin gegevens van de huisarts en andere medische gegevens. Betrek het hele gezin in dit onderzoek en práát met kinderen over wat er aan de hand is. Bespreek aantoonbaar geweld, laat zien wie er liegt en laat weten dat dit niet acceptabel is. Rechters en hulpverleners die niet opschrijven wat er echt aan de hand is, laten een gezin zonder houvast achter. Opvoeden wordt dan erg lastig.”

Doorgeschoten efficiencydenken

U heeft als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak in 2019 het initiatief genomen tot het organiseren van een rechtsstaatsconferentie. Maakt u zich zorgen over onze rechtsstaat?

“Ja, nog steeds. Ik heb enige jaren geleden in een drieluik van Nieuwsuur aandacht kunnen vragen voor de problemen in de strafrechtketen. De politie, het OM en de Rechtspraak kampen met grote problemen, zoals te weinig ervaren mensen, hoge werkdruk, overbelasting en capaciteitsverlies. Ik zie deze problemen ook terug bij andere overheidsinstanties. Ik hoor het bijvoorbeeld op mijn zittingen van ambtenaren van de IND en de gemeente. Een ervaren jurist van de gemeente zei me een keer dat hij vanwege de hoge werkdruk geen tijd meer had gehad om te overleggen met de ambtenaren van het primaire proces. Ik kon daardoor niet toetsen of er in het primaire proces gebreken waren geweest. Om die reden moest ik de gevraagde voorlopige voorziening toewijzen en de verleende omgevingsvergunning tijdelijk schorsen. Het lijkt alsof de publieke sector structureel te weinig middelen heeft om kwaliteit te blijven leveren.”

Van Waterschoot is daar bezorgd over. “We kunnen ons afvragen of de burger de garanties van de rechtsstaat voldoende ervaart in het contact met de overheid. Maar inmiddels moeten we ons ook afvragen of − na de voortdurende bezuinigingen en reorganisaties en het doorgeschoten efficiencydenken − de garanties van de rechtsstaat nog voldoende in het recht en de instituties verankerd zijn.”

Zeeuws-Vlaanderen

Nathalie van Waterschoot groeide met haar vader, moeder en broer op in het Zeeuws-Vlaamse Oostburg. “Een fijn gezin”, blikt ze terug. “In mijn familie zie ik maatschappelijke betrokkenheid en activisme terug.”

Haar vader, Constant van Waterschoot, was leraar Frans, maar is in Zeeland vooral bekend als lid van de Provinciale Staten voor de PPR, en later voor de provinciale partij Delta Anders. Hij beijverde zich jarenlang, en uiteindelijk met succes, voor een open stormvloedkering in de Oosterschelde. Hij was voor de PPR ook lid van de Eerste Kamer. Aardig detail over de PPR-senator: “Volgens Ewoud Sanders van NRC heeft hij in 1975 tijdens een beleidsdebat van de Eerste Kamer als eerste het woord ‘achterkamertjespolitiek’ in de mond genomen. Hij uitte stevige kritiek op de afwezigheid van de mogelijkheid tot democratische controle. Hij sprak zich uit over misstanden, hield zijn rug recht. Ik heb dat van geen vreemde.”

Geografisch en cultureel is er een grote afstand tussen het Vlaamse deel van Zeeland en de rest van Nederland. “Als mijn ouders naar Amsterdam komen, zeggen ze nog steeds dat ze ‘naar Nederland’ gaan.” De Vlaamse cultuur was en is dominant in Zeeland bezuiden de Westerschelde. Voor kinderen die daar opgroeien is het niet vanzelfsprekend om in ‘Holland’ te gaan studeren. Velen kiezen de Vlaamse route naar Antwerpen, Gent of Leuven. Van Waterschoot koos voor rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De belangstelling voor de rechtenstudie werd thuis gewekt. “Er werd veel gesproken over politiek en rechtsstaat.” Ze ging naar Rotterdam vanwege het brede curriculum met psychologie, sociologie, filosofie en statistiek. “Ik vind het belangrijk dat juristen kennis hebben van meer dan recht alleen.”

Schoolverzuim

Het interview vindt plaats in haar huis in Amsterdam-Noord, met uitzicht over een polder waar schapen en koeien vredig grazen. “Je kijkt hier uit over de enige bestaande polder binnen de ring van Amsterdam, waar steeds meer weide- en trekvogels gebruik van maken. Het is fantastisch om hier te kunnen wonen. Het uitzicht is voor mij belangrijker dan het huis zelf. Het uitzicht geeft me rust en ruimte.” Ontspanning vindt ze ook op de tennisbaan, achter de piano en in het theater. “Ik geniet van samenspel en de vrijheid bij jazzimprovisatie.”

Die ontspanning kon ze goed gebruiken toen ze in 2018 voorzitter werd van de NVvR. Ze noemt de stap naar de NVvR logisch, omdat ze zich als kwaliteits- en intervisiecoördinator in de rechtbank steeds meer zorgen maakte over de bezuinigingen, de werkdruk en de kwaliteit van de rechtspraak. “Ik vond daarvoor binnen de rechtbank onvoldoende gehoor.” Omdat er na het vertrek van haar voorganger Rosa Jansen geen voorzitter meer was, nam Van Waterschoot die rol op zich.

Maar medio 2019 werd haar gezin weer met harde overheidsbeslissingen geconfronteerd. “De Raad voor de Kinderbescherming, die jarenlang bij ons gezin betrokken is geweest en weet hoe belastend alles voor de kinderen was, juist die Raad adviseerde de rechter om een van de kinderen die was vastgelopen op school een strafvonnis wegens schoolverzuim op te leggen.”

Het onderzoek rammelde aan alle kanten, zegt Van Waterschoot. “De Raad hield vast aan zijn beleid dat in dit soort onderzoeken alleen feiten en omstandigheden van het laatste jaar worden betrokken. Terwijl de kinderen juist ook door beslissingen van de Raad zelf jarenlang psychisch zijn belast met verhoren en onderzoeken, waardoor hun ontwikkeling op school telkens stokte! Pal na de rechtsstaatconferentie zat ik in december 2019 weer op dat voor mij bekende bankje in de rechtbank, waar ik met mijn kinderen al vaker had gezeten. Het strafvonnis werd uitgesproken, zonder dat alle individuele en bijzondere omstandigheden bekend waren. Als ik aan die beslissing terugdenk, krijg ik vaak nog tranen in mijn ogen. Ik vond het zo hard en onrechtvaardig. Ik ben toen een paar maanden uitgevallen op mijn werk.”

Wat betekende dit vonnis voor uw vertrouwen in de rechtspraak?
“Dat was ik even kwijt.”

En hebt u dat nu teruggevonden?

“Ja, ik heb mijn toga weer aangetrokken. Dat de kinderen en ik ons lange tijd niet beschermd hebben geweten, bracht mijn geloof in de rechtsstaat even flink aan het wankelen. Tegelijkertijd geloof ik nog steeds dat burgers baat hebben bij een stevige rechtsstaat en in de bescherming van burgers tegen overheidshandelen door een onafhankelijke rechterlijke macht. Die gedachte van de rechtsstaat ligt in mij stevig verankerd. In ons gezin rapen we de scherven weer op en gaan verder. De kinderen zijn nu meerderjarig. Overheidsinterventies en procedures liggen hopelijk definitief achter ons. Met een van de kinderen gaat het nog steeds niet goed, maar we hebben hoop dat de situatie snel verbetert.”

Aandacht voor misstanden

Aan het eind van het interview zegt ze dat ze lang heeft nagedacht of ze haar verhaal op deze manier in de media wilde doen. “Ik heb weinig behoefte om ons persoonlijk verhaal met de buitenwereld te delen. Tegelijkertijd ontkom ik daar niet aan als ik aandacht wil vragen voor de misstanden in het systeem zelf. En omdat ik als rechter werkzaam ben in datzelfde systeem, vind ik dat ik me moet uitspreken.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven