Streven naar aandeelhoudersbetrokkenheid in Groningen

Delen:

Op 29 november 2018 vond in Groningen het jaarlijkse congres plaats van het Studentengenootschap voor Onderneming en Recht (S.G.O.R). Het thema was dit jaar het streven naar aandeelhoudersbetrokkenheid bij beursvennootschappen. De vraag welke rol de aandeelhouder nou daadwerkelijk kan en moet vervullen, houdt de wetenschap al langer dan een eeuw bezig.

De Herziene Aandeelhoudersrichtlijn, die Nederland op 10 juni 2019 geïmplementeerd moet hebben in haar nationale wet- en regelgeving, noemt effectieve en duurzame aandeelhoudersbetrokkenheid een van de hoekstenen van het corporategovernancemodel van beursvennootschappen. Vanwege de (negatieve) ervaringen die Nederland heeft met het streven naar aandeelhoudersbetrokkenheid, is op het congres besproken of het streven naar aandeelhoudersbetrokkenheid nog wel het uitgangspunt zou moeten zijn. Onder de sprekers bevond zich ook een econoom, waardoor een multidisciplinaire gedachtewisseling kon ontstaan.

Een greep uit de verschillende onderdelen.

Beursvennootschappen gericht op kortetermijnprestaties?

Dr. K. Van Veen, directeur van het Institute for Governance and Organizational Resposibility van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde in Groningen, ging in op de vraag of beursvennootschappen in Nederland gericht zijn op kortetermijnprestaties. Alhoewel Nederlandse ondernemingen sterker gericht zijn op het creëren van langetermijnwaardecreatie dan Amerikaanse ondernemingen, is er volgens Van Veen evenwel meer onderzoek nodig om tot kunnen concluderen dat een Rijnlands coporategovernancemodel meer bijdraagt aan de ontwikkeling van een langetermijnvisie dan het Angelsaksische corporategovernanceregime zoals Amerika dat kent.

Wettelijke bedenktijd onnodig

Mr. CJ.C. De Brauw, partner bij Allen & Overy, ging vervolgens in op de wettelijke bedenktijd en de (on)mogelijkheid van bescherming van niet vooraf beschermde beursvennootschappen in het Nederlandse stakeholdermodel. De wettelijke bedenktijd is volgens mr. De Brauw onnodig, omdat Nederlandse beursvennootschappen afdoende beschermd zijn. De wettelijke bedenktijd kan daarnaast een afschrikkende werking hebben en is mogelijkerwijs in strijd met Europees recht.

Agenderingsrecht

De derde voordracht was die van prof. mr. J.H.M. Willems, wie onder andere dertien jaar voorzitter was bij de Ondernemingskamer. Op treffende wijze betoogde hij aan de hand van onder andere de wetsgeschiedenis voor een ongeclausuleerd agenderingsrecht; het recht van aandeelhouders dat aangewend kan worden om het bestuur te controleren. Daartegenover stond prof. mr. L. Timmerman, advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Timmerman ging in op wat er wel en niet beslist is in het arrest Boskalis/Fugro. Uit de bespreking van het arrest kwam naar voren dat van een ongeclausuleerd agenderingsrecht geen sprake is: het bestuur is niet verplicht tot het opnemen van agendapunten indien die een aangelegenheid zijn van het bestuur.

Discussie over rol aandeelhouder nog lang niet ten einde

De dag werd nabesproken onder het genot van een hapje en drankje op de afsluitende borrel. Duidelijk is geworden dat de discussie over de rol van de aandeelhouder nog lang niet ten einde is.

Door Stefan Hoevenaar, Commissaris Congres en Corporate Game S.G.O.R.

        

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven