Interne onafhankelijkheid rechters in gevaar

Delen:

De interne onafhankelijkheid van rechters is in gevaar. Dat komt door de grote kloof tussen rechters en hun bestuur als gevolg van de sterk hiërarchische rechterlijke organisatie. De herziening van de gerechtelijke kaart maakt deze situatie niet beter. Aldus Bart van Lierop, raadsheer in het College van Beroep voor het bedrijfsleven en lid van de Consultative Council of European Judges van de Raad van Europa, die pleit voor meer inspraak binnen de Rechtspraak.

Van Lierop maakt zich zorgen om de interne onafhankelijkheid van rechters en schreef daarover eind oktober in het Nederlands Juristenblad. Hij heeft kanttekeningen bij de rol van de Raad voor de rechtspraak (hierna: de Raad). Voor Mr. aanleiding om hem daarover te spreken.

“De rechter is de laatste jaren de controle over zijn eigen procesvoering steeds meer kwijtgeraakt”, vertelt Van Lierop. “Opmerkelijk, want dat is precies hetgeen waarvoor ten tijde van de oprichting van de Raad voor de rechtspraak in 2002 is gewaarschuwd door verschillende leden van de rechterlijke macht, waaronder de oud-president van de Hoge Raad Pim Haak. De Rechtspraak is een grote piramidevormige organisatie geworden waarin op bestuurlijk niveau beslissingen worden genomen die ver af staan van de praktijk.”
De Raad bestaat uit vier leden waarvan twee afkomstig zijn uit de rechterlijke macht en twee van buitenaf. Van Lierop vindt het onverstandig dat deze vier personen het gehele reilen en zeilen van de rechtspraak bepalen. Hij refereert in dit kader onder meer aan het systeem van outputfinanciering en de recente benoeming van de nieuwe presidenten.

Stap achteruit

Half september stemde de ministerraad in met de voorgenomen benoemingen van de nieuwe presidenten van de gerechten en bijzondere colleges per 1 januari 2013. Dit in verband met de herziening van de gerechtelijke kaart. Van Lierop: “Voorafgaand aan de sollicitatieprocedure heeft de Raad aan de toen zittende presidenten laten weten of zij al dan niet voor benoeming geschikt werden bevonden. Dat is geen gelukkige gang van zaken. Het lijkt erop alsof de presidentenlijst bij voorbaat al vastlag. Althans, alles wijst in die richting, want bij elf van de zestien gerechten heeft de Raad slechts één kandidaat voorgedragen (bij de overige vijf twee kandidaten). De Raad heeft dus geen reële keuze of inspraak aan de gerechten geboden. Hetzelfde lijkt nu te gebeuren met de benoeming van de overige bestuurders van de gerechten.”

Het is niet verrassend dat Van Lierop de herziening van de gerechtelijke kaart in dit opzicht een stap achteruit vindt in plaats van een stap vooruit. “De minister en de Raad beweren dat de organisatie moet worden opgeschaald omwille van het waarborgen van de kwaliteit, maar ik denk dat dit het tegenovergestelde bewerkstelligd. We creëren hiermee een nog grotere kloof tussen de rechters en hun bestuur. We hadden al de grootste gerechten in Europa en die worden nu nog groter. Nederland neemt  hiermee een extreme positie in in vergelijking met andere lidstaten. Buitenlandse collega-rechters begrijpen niet wat er bij ons gaande is.”

Meer luisteren

Van Lierop maakt zich ook zorgen om het output-financieringsmodel van de Raad. “De Raad heeft te weinig oog voor de tijd en middelen die nodig zijn om procedures adequaat te behandelen. Er moet meer geluisterd worden naar de rechters  die het werk doen.” Hij vervolgt: “Rechters in eerste aanleg streven naar het zo snel mogelijk afdoen van zaken terwijl soms meer onderzoek nodig is, maar omwille van financiële redenen nemen ze die tijd niet. Regelmatig zien appelrechters dat zaken in eerste aanleg te weinig uitgekristalliseerd zijn, terwijl het in eerste aanleg juist moet gebeuren, daar is immers het eerste contact met de rechtzoekenden. Het is opmerkelijk om te zien dat aan de ene kant veel wordt gedaan aan de kwaliteitsbevordering van de rechtspraak, zoals permanente scholing van rechters, en aan de andere kant de beschikbare tijd en middelen structureel onvoldoende zijn.”

Afspiegeling

Volgens Van Lierop moet er meer ruimte zijn voor debat binnen de rechterlijke organisatie. “De ‘meepraatpositie’ van individuele rechters moet worden hersteld, maar ook andere professionele actoren zoals de advocatuur en wetenschap moeten inspraak kunnen hebben. Uiteindelijk gaat het om goede rechtspraak binnen een redelijke termijn. Dat is in het belang van iedereen, dus daar zou een iedereen over moeten kunnen meepraten.” Daarnaast stelt Van Lierop dat de Raad meer een afspiegeling van de gehele Rechtspraak moet zijn. Hij pleit voor een grotere groep bestuurders die bestaat uit gekozen rechters uit alle niveaus van de rechterlijke macht, zoals dat ook door de Raad van Europa wordt aanbevolen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven