‘Je moet je altijd bewust zijn van je eigen kwetsbaarheid, ook als advocaat’

Delen:

Bas Braeken (Bureau Brandeis)

Het leven loopt niet altijd over rozen. Dát kan Bas Braeken, mededingingsadvocaat en partner bij Bureau Brandeis, wel beamen. Braeken raakte als gevolg van gebrekkige controles en onoplettendheid in een ziekenhuis totaal verlamd. Op een gegeven moment was hij dichtbij de dood, maar dankzij een flinke dosis vechtlust én geluk is hij inmiddels alweer enige tijd geheel hersteld en terug in de praktijk.

Bas Braeken is vader van twee kinderen en woont samen met zijn vriendin in Amstelveen. Daarvoor heeft hij in Amsterdam en Den Haag gewoond. Bas Braeken is in België geboren en is tevens daar naar school geweest. “Ik ben van nature een optimistisch ingesteld persoon, voor wie het glas halfvol is in plaats van halfleeg”, vertelt hij.

Dat optimisme heeft Braeken ook hard nodig gehad. Het had namelijk niet veel gescheeld of Bas Braeken was blijvend verlamd gebleven óf er niet meer geweest. Nu staat Braeken weer aan het hoofd van een beter dan ooit draaiende mededingingspraktijk. Het begon allemaal met een vakantie op Cuba. Daar krijgt hij last van een stevige buikgriep. Nadat Braeken in Nederland terug is, krijgt hij een bult in zijn wang. De huisarts verwijst hem naar het ziekenhuis, waar wordt vastgesteld dat zijn natriumpeil te laag is.

In het ziekenhuis wordt hij direct opgenomen. Helaas wordt zijn natriumpeil ’s nachts niet voldoende in de gaten gehouden, waardoor zijn zoutgehalte te snel stijgt. Een onvermijdelijk gevolg is schade aan zijn zenuwstelsel. Bas Braeken raakt binnen een paar dagen totaal verlamd. Hij zit opgesloten in zijn eigen lichaam en gedachten. Hij kan niet bewegen, maar is wél bij bewustzijn. In de medische wereld wordt dit een locked in genoemd. “Als je mij nu ziet, is het ook voor mijzelf nog moeilijk voor te stellen dat ik met een hangend hoofd, met een open mond en een sonde in mijn neus lange tijd alleen maar kon liggen. Ik voel me inmiddels scherper, fitter en sterker dan ooit – fysiek, conditioneel en ook qua geest. Maar daar is wel een lijdensweg aan vooraf gegaan. Die lijdensweg wens ik niemand toe.”

Studeren in de Sleutelstad

“Ik kom uit Putte, een klein dorpje in Zuidwest-Brabant. Zo’n dorp is naar zijn aard beperkt qua mogelijkheden. Als je iets wilde doen, moest je altijd naar Antwerpen toe. Het was uitdagender en er was ook meer te beleven – daar was een gevarieerder publiek. Ik vond een dorp heel beperkend.”

Braeken besloot na het behalen van zijn gymnasium in het Belgische dorp Brasschaat te verhuizen naar Leiden om daar te studeren. “Ik beleefde veel plezier aan de studie. Het sprak me echt aan en ik vond Leiden een leuke sfeer hebben. De rechtenstudie ging me goed af.”

Bas studeerde ook in Londen en Parijs. “Leiden was voor langere tijd. Ik ben, doorgaans relatief matig, consumerend lid geweest van een studentenvereniging en van een studievereniging. Ik ben een tijdje redelijk actief geweest bij het organiseren van kleinere en grotere evenementen, waaronder de eerste Nederlands-Vlaamse pleitcompetitie. Aan mijn tijd in Leiden heb ik mijn beste vrienden overgehouden, Parijs was gewoon een ontzettend leuke stad waar ik heel veel plezier heb gehad. Londen was daarentegen meer een inhoudelijke keuze om mij verder te verdiepen in het Europees en mededingingsrecht. Ik heb altijd wel een voorkeur gehad voor de grote stad”, vertelt Braeken over zijn studietijd.

“Een medestudent in Leiden raadde me aan om stage te gaan lopen bij een advocatenkantoor. Dat ben ik vervolgens gaan doen. Eerst bij Buruma Maris – nu Houthoff –en daarna bij De Brauw. Dat beviel zo goed dat ik dacht: ik wil hier gewoon in verder”, vertelt de mededingingsadvocaat over zijn pad naar de advocatuur.

Hoewel hij al gedurende zijn rechtenstudie interesse voor de advocatuur kreeg, was dit eerder toeval dan een vooropgezet plan: “Zonder medestudenten die mij op de voordelen van de advocatuur wezen had ik misschien nooit aan de advocatuur gedacht. Ik begon als advocaat-stagiaire bij De Brauw, stapte relatief snel over naar Allen & Overy waar ik geruime tijd heb gewerkt en werk inmiddels 20 jaar in de advocatuur. Maar het is min of meer toeval dat ik de advocatuur ben ingerold. Het was geen vooropgezet plan – meer een toeval.”

Belangrijkste lessen

Bas Braeken heeft inmiddels veel ervaring in het procederen en adviseren in het mededingingsrecht. Wat de belangrijkste lessen zijn? “Check, check, dubbelcheck – dat is dé les die ik heb geleerd. Alles controleren: alle feiten die worden aangevoerd, het verhaal van je eigen cliënt en het verhaal van de wederpartij.”

Dus extra kritisch zijn?
“Inderdaad, extra kritisch zijn. De grootste fout is het te snel aannemen van bepaalde dingen voor waarheid. Daarnaast moet je je altijd blijven afvragen: ‘Is dit het antwoord op de vraag?’ Een advies kan juist zijn geweest, maar het was niet wat een klant wilde hebben. Daarom moet je altijd doorvragen.”

Het sociale aspect van de advocatuur komt daarbij kijken, neem ik aan.
“Je probeert je te verplaatsen in de positie van de klant en het probleem waarmee hij wordt geconfronteerd maar ook waaraan hij behoefte heeft. De ene klant wil gewoon een e-mail met een paar bullets, terwijl de andere klant een memo wil met tien pagina’s en allerlei voetnoten erbij. Je moet je echt proberen te verplaatsen in de positie van de klant.”

Frank Peters, partner bij Bureau Brandeis, omschrijft Bas Braeken als volgt:
“Bas is tomeloos energiek en fanatiek. Dat vertaalt zich erin dat hij de diepte in gaat in zijn werk, of dat nou procedures, zijn, advies of kantooraangelegenheden. Tezelfdertijd is hij een hartelijke man, die het beste voor heeft met zijn collega’s en anderen. Mooie combinatie!”

Leermeesters

Braeken zou mensen tekortdoen door hen niet te noemen als er wordt gevraagd welke personen in zijn carrière belangrijk zijn geweest voor hem. “Maar als ik dan toch mensen moet noemen, dan zijn dat in mijn werkende bestaan Peter Eijsvoogel en Paul Glazener; met hen heb ik ook het langst samengewerkt. Ik heb mogen werken met de absolute toppers op mijn vakgebied en natuurlijk hebben die mij allemaal beïnvloed. Maar ik denk dat ik uiteindelijk het meest heb meegekregen van Peter en Paul”, vertelt hij.

U bent geboren in België en daar ook naar school geweest. Zijn er bepaalde aspecten geweest waar u destijds aan moest wennen in Nederland?
“Het is in Nederland allemaal net wat losser. De universiteiten in Leuven zijn schoolser dan in Leiden. Ik had de keuze tussen Leuven en Leiden. Ik wilde ook de optie houden om met mijn rechtenstudie iets te gaan doen en ik had geen zin om Belgisch recht te gaan studeren. Toen ben ik naar Nederland gegaan. Wat je in Leiden merkte, was dat ik de teugels een beetje kon laten vieren – het was een stuk vrijer daar. Als studenten vanuit Nederland naar België kwamen, moesten ze soms wennen aan de strengere regels. Dat kon een cultuurshock zijn. Dat schoolsere en op feitenkennis gerichte onderwijs vind ik overigens minder geschikt voor je studententijd. Ik ben dankbaar voor mijn middelbare-schooltijd in België, die echt fantastisch was, maar ik ben blij dat ik voor mijn studententijd de overstap naar Nederland heb gemaakt. Je krijgt daar toch meer ruimte om je verder te ontwikkelen, ook gewoon als mens.”

Zijn er misschien Belgische aspecten die u nog steeds heeft?
“Ik houd wel van het bourgondische leven; ik ben een enorme liefhebber van lekker eten en goede wijnen. Ik denk dat dát erin is blijven hangen.”

Werken in coronatijd

Het thuiswerken maakt dat studenten weleens hun focus verliezen. Sterker nog, dat geldt ook (logischerwijs) voor volwassenen die thuis moeten werken. Hij geeft ook een tip om gefocust te blijven: “Het is met al die corona-beperkingen geen leuke tijd om nu student te zijn, maar het heeft weinig zin je daartegen te verzetten. Het belangrijkste in deze tijd is dat je fit blijft – denk aan je gezondheid. Ik sport vier tot vijf keer per week. Ik heb een tijdje ook minder gesport. Dat voel je gewoon. Dat gaat vroeg of laat zijn tol eisen en zeker in deze tijd kun je er neerslachtig van worden. Fit en gezond blijven, niet te veel drinken en gewoon een goede levensstijl aanhouden. Als de beperkingen weer over zijn, kun je de leuke tijd inhalen.”

Grote ego’s

“Ik denk niet dat een boek veel indruk heeft gemaakt op mijn leven”, antwoordt Bas Braeken op de vraag welk boek veel invloed heeft gehad op zijn leven. Braeken geeft toe dat hij weinig boeken leest. “Het is niet echt een gewenst antwoord. Als ik lees, dan is het met name non-fictie. Wat ik zelf een heel goed boek vond, is De Prooi van Jeroen Smits. Inmiddels een klassieker geworden. Dat gaat over de val van ABN AMRO. Wat ik daar belangrijk aan vond, is de les om gewoon bescheiden te blijven. Ik vond het ontluisterend om te zien hoe al die ego’s de bank tot een val hebben gebracht. Ego kan een goed functionerende organisatie in de weg zitten.”

Heeft dat ook betrekking op de advocatenkantoren?
“Er lopen heel wat ego’s rond in de advocatuur. Maar goed functionerende advocatenkantoren zijn eigenlijk heel platte organisaties. De piramide is er eentje van kennis en ervaring. Als een jongere stagiaire iets beter weet dan de partner, wordt hij geacht dat te zeggen. Je wordt geacht dan je partner te verbeteren. Ik laat me altijd omringen met mensen die ik heel goed vind, die mij ook tegenspreken als ik bij het verkeerde eind zit. Bij het selectieproces probeer ik altijd mensen te kiezen waarvan ik denk dat ze de potentie hebben om over, zeg, vijftien jaar betere advocaten te zijn dan ikzelf ben. Als je zelf op het hoogste niveau wil opereren, moet je je laten omringen met ambitieuze, slimme en kritische mensen.”

Wanneer is een student een topstudent?
“Op het moment dat je stage gaat lopen, dan verwacht ik een bepaalde mate van volwassenheid en rijpheid. De taak die je krijgt, moet je serieus opvatten. Van advocaat-stagiaires verwacht ik een bepaalde mate van passie en liefde voor het vak en het vermogen om verder te kijken dan de vraag die op je bord landt. En natuurlijk moet je ook de bereidheid hebben om als het nodig is hard te werken en bij tijd en wijle concessies te doen aan je privéleven. Je hoeft echt niet altijd “aan” te staan, maar er wordt in de topadvocatuur wel een bepaalde flexibiliteit verwacht. Je moet het echt leuk vinden, want als je het niet leuk vindt, ga je het niet lang volhouden.”

Mededingingsrecht in een dynamische omgeving

Bas Braeken heeft zich gespecialiseerd in het mededingingsrecht, omdat het economisch én juridisch denken samenkomen. “Ik vind het leuk van het mededingingsrecht dat je in het economische hart van een onderneming zit. Mogen ondernemingen kortingsacties hanteren? Mogen er afspraken worden gemaakt met de concurrenten? Bij een overname bijvoorbeeld: welke impact heeft het op de economie, maar ook op de consumenten? Je dringt echt door tot het economische hart van een onderneming.”

U heeft eerder gezegd dat het mededingingsrecht mee-evolueert met maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Wat speelt vandaag de dag in het mededingingsrecht dat bijvoorbeeld tien jaar geleden niet speelde?
“Denk aan de rol van de platformbedrijven, zoals Amazon en Google. Die beschikken over veel data. Big data is echt een hot topic. Daardoor zijn ondernemingen steeds meer in staat om het bezoek- en koopgedrag van consumenten te beïnvloeden. De rol van big data in mededingingszaken wordt steeds groter – data als concurrentietool. Dat is echt iets van de laatste jaren.”

Wat doet u liever, procederen namens een onderneming die een inval heeft gehad van de Autoriteit Consument & Markt óf vooraf adviseren bij een fusie of overname?
“Ik vind het heel erg leuk om bij complexe overnames advies te maken en te kijken of het wel kan. Ik vind complexe fusies heel erg leuk. Het leuke van een complexe overname is dat je binnen een bepaald ritme terechtkomt, met andere advocaten, bankiers en consultants. Dat kan heel interessant zijn. Je maakt dan – met jouw beoordeling – deel uit van een groter geheel.”

Complex in welke zin?
“Het gaat met name om de inhoud dan: als concurrenten samenkomen. Een fusie tussen twee grote bedrijven die in dezelfde markten actief zijn, zoals tussen GrandVision en EssilorLuxottica, Sandd/PostNL en onlangs Sunweb/Corendon.”

Maar wat doet u liever?
“Dat is uiteindelijk toch procederen. Maar ik werk dan ook bij een kantoor waarin procederen de kern van ieders praktijk vormt.”

Tel je zegeningen

Bas Braeken heeft er moeite mee als mensen zich snel verongelijkt voelen. Iedereen heeft af en toe pech in het leven, stelt hij. “Count your blessings. Wees blij met wat je wél hebt, zeker in onze wereld. Als je in dit deel van de wereld woont, gezond bent en ook nog eens een goede opleiding hebt of binnenkort zult hebben, moet je je zegeningen sowieso tellen. Als we bezig zijn met een belangrijke zaak voor een cliënt, dan is dat op dat moment het belangrijkste en moet daar veel voor wijken. Maar als die zaak eenmaal is afgerond, is het goed weer even alles te relativeren. Advocaten die zichzelf ook buiten hun zaken te serieus nemen worden er meestal geen aangenamer gezelschap van.

Ook in je carrière is een bepaalde relativering belangrijk. De meeste carrières gaan niet in een steile curve omhoog. Het is soms éen stap vooruit, één stap terug om vervolgens twee stappen vooruit te kunnen zetten. Zo is het ook bij mij gelopen. Het belangrijkste is dat je niet bij de pakken gaat neerzitten als het even tegenzit.

Relativeren is niet altijd makkelijk. Toen ik na vijf dagen op de intensive care op de medium care beland was en mij realiseerde dat ik echt niets meer kon was het moeilijk te relativeren. Dat was dan ook de donkerste periode in mijn leven. Maar het was nog slechter geweest als dit mij was overkomen en ik zonder vrienden en familie in, zeg, Timboektoe had gelegen.”

Die positieve blik heeft hem geholpen bij zijn herstel. De artsen geven – soms tegen wil en dank – prognoses die voor hen wellicht realistisch waren, maar bepaald niet hoopgevend. “Ik was een uniek geval, gelukkig maar. Het was heel onzeker. Dan heb je dat mensen zeggen dat ze niet weten of het goedkomt. Nee, zolang het onzeker is, is er hoop. Gewoon voor de 100 procent gaan. En geluk hebben.”

Tussen dood en leven

Op de medium care neemt eindelijk een arts, intensivist, de tijd om met hem te communiceren. Voor zover dat toen kon, want praten kon Braeken op dat moment niet. Zij komt naast zijn bed zitten en vraagt aan hem of hij dood wil. Wat er op dat moment door hem heen ging? “Er was één ding in me opgekomen: zo wil ik niet leven. En ik realiseerde me dat als een dokter die vraag stelt, dan moet het wel heel ernstig zijn. De vraag was confronterend.”

“Zij zei ook: ik kan me voorstellen dat je het niet meer ziet zitten”, vervolgt hij. “De ingrijpendheid van de situatie én de onzekerheid of het goed zou komen. Dat laatste was het moeilijkste. Maar het was mij veel te vroeg: ik heb twee jonge kinderen, heb een vriendin die mij elke dag moed inpraatte, veel vrienden en het mooiste werk wat er is. Er is zoveel om voor te leven. Ik kan me voorstellen dat anderen in een vergelijkbaar moeilijke situatie zouden denken: ik wil zo niet leven.”

Het was nog niet tijd om weg te gaan.
“Nee, ik ben 44. Ik heb nog minstens 44 jaar te gaan.”

Waar komen die weerbaarheid en vechtlust vandaan?
“Dat is deels ook karakter, en deels opvoeding. Ik kom uit een eenoudergezin. Ik heb niets tekort gehad, maar het is niet zo dat bij ons thuis alles kon. Ik heb niets cadeau gekregen. Ik heb er altijd hard voor gewerkt om te staan waar ik nu sta.”

Bloed, zweet en tranen

Als je al op jonge leeftijd hard moet werken voor bepaalde keuzes, dan ga je het harde werken meer waarderen en koesteren. Je weet dan als geen ander wat het is om ergens moeite voor te doen, om ergens voor te strijden – ook als anderen niet in je geloven, zoals de artsen die vonden dat Braeken wellicht te positief dacht. “Fatalistisch, zo zou ik het noemen. Ik voelde me aan mijn lot overgelaten. De artsen zeiden dat ze niets konden doen behalve afwachten. Toen ik naar de ic ging, moesten ze wel wat doen. Ik gleed echt af: het praten werd moeilijker, het slikken werd moeilijker, het lopen werd moeilijker.”

Bas Braeken heeft tot eind december in het ziekenhuis gelegen, waarvan in totaal vier weken op de ic en medium care afdeling. “Op 31 december ben ik overgeplaatst naar een revalidatiekliniek op de Overtoom. Daar ben ik gebleven tot eind februari. Vanaf medio januari werd ik weer wekelijks in de revalidatiekliniek bijgepraat over ontwikkelingen in de praktijk door mijn medewerkster Jade Versteeg en ging ik ook weer mijn e-mails bijhouden. In april ben ik begonnen met werken. Het was ook meteen heel druk, dankzij een aantal loyale klanten. Dat heeft me ook geholpen bij mijn comeback in de praktijk.”

Dat is best wel snel eigenlijk.
“Relatief snel, want het voelde wél lang. Het gaat in stapjes en elke stap voelt als een eeuwigheid als je van heel ver komt. Ik lag eerst alleen maar in bed, vervolgens een paar uur per dag in een aangepaste rolstoel en vanaf januari in een normale rolstoel. De voorlaatste stap was lopen met een rollator. En vanaf een bepaald moment kun je weer ‘gewoon’ wandelen. Dat was een enorme opluchting. Inmiddels ren ik weer twaalf kilometer.”

Was er weleens twijfel?
“Er is altijd wel twijfel geweest. Het is twee of drie stapjes vooruit en een stapje terug af en toe. Het is met ups en downs, maar de ups waren wel groter dan de downs. Dat is ook symbool voor het leven. Het is niet één rechte lijn omhoog.”

Dunne grens

Dit ingrijpende incident doet ook de vraag rijzen over het wel óf niet bestaan van het lot. Gelooft Bas Braeken in het lot? “Nee, niet per se. Wat mij is overkomen, was gewoon botte pech en het gevolg van onoplettendheid en een gebrek aan controles in het ziekenhuis. Het ziekenhuis heeft dat gelukkig ook al snel erkend. Het kan in principe iedereen overkomen. Dat is ook het beangstigende. Ik ben niet praktiserend katholiek, maar wel katholiek opgevoed. Ik ben zelf gedoopt, evenals mijn kinderen. Ik geloof wel in iets van een god. Ik heb zeker ook gebeden dat ik zou herstellen.”

De artsen noemden uw herstel een ‘medisch wonder’. Welke lessen heeft u geleerd?
“Gezondheid is het belangrijkste. De grens tussen leven en dood én tussen gezond en ongezond is soms akelig dun. De grens tussen succes en falen is ook heel dun. Als advocaat ben je net zo goed als je laatste zaak. Je moet je als advocaat realiseren dat succes iets tijdelijks is. Als je dertig zaken goed hebt gedaan voor een klant en je verprutst één zaak of maakt een fout, dan loopt je reputatie zo een forse deuk op.”

Bas Braeken vervolgt weer: “Dingen kunnen heel snel kantelen, zowel met je gezondheid maar ook met dingen in je carrière. Je moet je altijd bewust zijn van je eigen kwetsbaarheid. Als je succes ervaart en gezond bent, moet je daarvoor dankbaar zijn, maar je moet het niet als een gegeven zien. Gezondheid heb je niet altijd helemaal zelf in de hand maar voor succes moet je elke keer weer vechten en tot het gaatje gaan. Als je op topniveau opereert, dan zit je hoog maar je kunt ook heel diep vallen.”

U heeft het over succes en ook over de grens tussen succes en falen. Wat betekent succes voor u?
“Als ik aan het eind van mijn carrière kan terugkijken en kan zeggen: ik heb het maximale er uitgehaald. Dat is op het gebied van carrière, maar je kunt ook betrekken op andere onderdelen van het leven zoals je gezin, je kinderen en je sportieve prestaties. Ik zal nooit een marathonloper worden, maar mijn ambitie is om volgend jaar een halve marathon te lopen. Als ik dat haal, is dat voor mij een vorm van succes terwijl anderen er hun hand misschien niet voor omdraaien.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven