Jonathan Soeharno: ‘Een goede advocaat is in de eerste plaats een betrouwbare advocaat’

Delen:

Jonathan Soeharno (De Brauw Blackstone Westbroek)

Inmiddels ken ik de verschillende gebouwen op de Zuidas wel goed, maar wel alleen vanaf de buitenkant – het uitzicht vanaf de vijftiende verdieping van de Vrije Universiteit laat genoeg aan mijn verbeelding over. Als ik De Brauw Blackstone Westbroek binnenloop, valt mij pas echt op hoe groot het gebouw is. Wanneer ik met de glazen lift naar boven ga, moet ik even denken aan de lift uit Abeltje. Gelukkig stopt de lift wel op de tiende verdieping.

Ik heb nog ruim tien minuten voordat het interview begint en neem even de tijd voor een kop koffie. Ik kijk vanaf de tiende verdieping naar buiten. Het is een inspirerende werkomgeving. Even later zie ik Jonathan Soeharno al naar me toe lopen. Jonathan Soeharno is advocaat bij De Brauw én hoogleraar Rechtspleging en rechtsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam.

Terwijl we lopen naar de vergaderzaal hebben we het even over het indrukwekkende kantoorgebouw. Ik vraag of de tiende verdieping dé mooiste verdieping is. Hij vertelt me dat beginnende advocaten bovenaan beginnen, daar waar het uitzicht niet mooier kan. Dat is al een reden om bij De Brauw te werken, lijkt mij.

In het interviewverzoek dat ik aan hem deed, gaf ik aan dat ik twee doelen heb voor dit interview. Het eerste is dat de lezer hem beter leert kennen. Als ik aan hem vraag wie Jonathan Soeharno is, krijg ik een kort en amicaal antwoord: “Dat ben ik!”

Maar stel dat u het in één of twee zinnen zou omschrijven?
“Beroepsmatig advocaat bij de Brauw en hoogleraar Rechtspleging  en rechtsfilosofie bij de UvA.”

Wat was uw motivatie om advocaat te worden?
“Ik wilde toen ik jong was al advocaat worden, omdat ik het leuk vind om standpunten te verdedigen. Uiteindelijk heb ik gekozen voor een studie theologie en filosofie. De advocatuur verdween daarmee wel uit beeld. Toen ik tijdens mijn promotie rechten studeerde merkte ik dat ik het recht toch heel erg leuk vond – vooral de casuïstiek. Dé manier om die goed in de vingers te krijgen is de advocatuur, waarin je een zaak al in de voorfase ziet en nog helemaal moet bouwen. Je ziet dan niet alleen de achterkant van een zaak, zoals de rechter. Toen heb ik besloten om de praktijk in te gaan.”

Dus eigenlijk het idee dat je alles doet, van het begin tot het eind?
“Ja, en je bent daarbij ook de vertrouwenspersoon van je cliënt. Dat is een heel bijzondere rol.”

Adagium

Soeharno heeft heel lang als adagium gehad: “Aangrijpen wat jou aangrijpt.” “Dus op het moment dat je door iets geboeid wordt, daar vol in duiken.”

Op dit moment heeft hij echter geen specifiek adagium. “Hm, ik zou er niet zo eentje kunnen opnoemen”, vertelt hij me.

Ik geef – om de vraag iets meer diepgang te geven – een persoonlijk voorbeeld. Een film die mij erg aangrijpt is Rocky (1976). Rocky is een amateurbokser en neemt het op tegen Apollo Creed, de wereldkampioen. Hij gaat vaak neer, maar staat telkens weer op. Deze film symboliseert de underdog die nooit opgeeft. “Aangrijpen wat jou aangrijpt, daar heb ik heel lang naar geleefd. Bijvoorbeeld, muziek greep me aan tijdens de middelbare school. Ik ben toen vol het bandleven ingedoken en heb ook in Amerika gereisd. Ook de studies theologie en filosofie vond ik boeiende studies. Ik had geen idee wat ik daarmee kon in mijn verdere carrière. Maar ik vond de studies op zich interessant. Dat heb ik zo veel mogelijk gedaan: de route gekozen die op dat moment ik het meest interessant vond – om de route zelf”, vertelt hij me enthousiast.

Jonathan Soeharno was 31 jaar toen hij in 2008 begon bij De Brauw. Logischerwijs ondervond hij ook uitdagingen als beginnende advocaat. “Als rechtsfilosoof was ik heel erg gewend: het lijkt erg simpel, maar het is eigenlijk heel complex. Je probeert de complexiteit van dingen voor het voetlicht te brengen. Als advocaat doe je precies het omgekeerde: de problemen zijn heel complex, maar je moet proberen om het simpel over het voetlicht te krijgen. In plaats van simpele dingen moeilijk maken, moet je moeilijke dingen simpel maken. Dat heeft me behoorlijk wat tijd gekost voordat ik dat goed in de vingers kreeg.”

Aan wie moet u denken als u het woord ‘succesvol’ hoort?
“Ik moet dan denken aan Boyan Slat. Hij is de oprichter van The Ocean Cleanup. Toen hij heel jong was, is hij met een gerichte focus begonnen. En hij heeft nu systemen ontwikkeld om plastic afval uit oceanen en rivieren te halen. Ik heb veel bewondering voor zijn drive: hij is niet winstgedreven, maar eenvoudigweg gedreven om plastic afval uit het water te halen.”

De pro-bonosamenwerking tussen De Brauw en The Ocean Cleanup is ontstaan in 2015. Boyan Slat kreeg het idee om de oceanen te reinigen toen hij in Griekenland zag hoe vol de oceaan was met plastic. The Ocean Cleanup heeft voor 2040 als doel om 90 procent van het plastic afval uit de oceanen gehaald te hebben. Soeharno was er bij toen in 2018 in San Francisco Wilson werd gelanceerd, het eerste schoonmaaksysteem van deze innovatieve start-up.

Welk boek raadt u de lezer – de rechtenstudent – aan?
“Thinking, Fast and Slow, van Daniel Kahneman. Ik denk dat je dat als rechtenstudent gelezen moet hebben. Dat gaat over de onbewuste denkfouten die je maakt. Het recht gaat natuurlijk over argumenten en beslissingen. En ik denk dat iedereen zich bewust moet zijn van zijn eigen blinde vlekken.”

Stel dat u morgen wakker wordt in een ander land, en er even een week tussenuit mag gaan. Welk land zou dit dan zijn?
“Indonesië. Ik ben natuurlijk half Indonesisch. Ik heb daar veel familie wonen. Het is een fantastisch land – niet alleen qua weer, maar ook eten en qua warmte van de mensen.”

En in hoeverre voelt u zich ook Indisch?
“Eén ding waar ik meer Indisch in ben: als dingen zonder woorden kunnen, moet je het ook zonder woorden doen. Dat is zo’n beetje een Indonesisch uitgangspunt. In Nederland lijkt het andersom: je moet alles onder woorden brengen. Ook al had het best zonder woorden gekund. Ik heb dat moeten leren.”

Nieuwe gedragsregels

Soeharno is ook lid geweest van de Commissie Loorbach. Deze commissie was eind 2015 opgericht door de Nederlandse Orde van Advocaten om de Gedragsregels 1992 te ‘herijken’. Het feit dat de advocatuur is gebonden aan (geschreven én ongeschreven) gedragsregels vind ik erg fascinerend.

De eerste regel van de nieuwe gedragsregels verplicht de advocaat zich “zodanig te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur, noch zijn eigen beroepsuitoefening wordt geschaad”. Ik ben dan ook benieuwd wanneer een advocaat het vertrouwen schaadt in de advocatuur. Soeharno licht toe: “Voor mij is dat als een advocaat staat te liegen voor de rechter. Dat hij kernfeiten verzwijgt waarvan hij weet dat die van invloed kunnen zijn op de uitkomst. Of feiten te zeer verdraait. Aan de andere kant moet je als advocaat wel de zaak belichten vanuit het belang van je cliënt. En ieder verhaal heeft twee kanten. Als één kant onderbelicht blijft, moet je die kant vol belichten. Dat is de taak van de advocaat. Daar moet de advocaat partijdig in zijn. Maar dat is wel wat anders dan een feit anders voorstellen dan het is.”

De favoriete gedragsregel van Jonathan Soeharno is Regel 24 over de welwillende onderlinge verhouding tussen advocaten. “Die regel bevat de oude wijsheid dat het de cliënten zijn die ruzie met elkaar kunnen hebben, en niet de advocaten”, licht hij toe.

Regel 24, Onderlinge verhoudingen

In het belang van de rechtzoekenden en van de advocatuur in het algemeen streven advocaten naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen.

Een van de redenen voor het veranderen van de gedragsregels uit 1992 is de veranderingen die zich hebben voorgedaan in de advocatenpraktijk. Welke veranderingen worden er precies hiermee bedoeld?
“Veel veranderingen. Een belangrijke is de opkomst van e-mail. In 1992 was er nog nauwelijks sprake van e-mailverkeer. En nu verloopt bijna alles via e-mail. Sommige regels over correspondentie bleken bijvoorbeeld verouderd.”

Wat is de functie van de advocaat tegenwoordig?
“Dezelfde als vroeger. De partijdige belangenbehartiger die ook moet zorgen – en een verantwoordelijkheid heeft – voor een goed verlopende rechtspleging. Dat is de kern van het werk van de advocaat.”

Welke maatschappelijke rol heeft de advocaat dan?
“Zijn (of haar; red) maatschappelijke rol loopt steeds via de band van de advocatuurlijke kernwaarde partijdigheid. Kort gezegd, dient de advocaat het publieke belang via het partijbelang. Er worden tegenwoordig wel pleidooien gehouden dat de advocaat een directe publieke verantwoordelijkheid heeft en in dat kader zijn partijdigheid moet relativeren. Zowel de wetgever als de Hoge Raad zijn daar heel duidelijk over geweest: dat is niet de rol van de advocaat.”

Een goede advocaat

Ik heb in het begin al genoemd dat een van de doelen van dit interview het beter leren kennen van Jonathan Soeharno is. En het andere doel? Zijn mening horen over wanneer een advocaat een goede advocaat is. Dit is een discussie die op kantoor vaak wordt gevoerd over andere advocaten, vertelt hij. “Een goede advocaat is in de eerste plaats een betrouwbare advocaat. De advocaat die vertrouwd wordt door de rechter, door de andere advocaat, door zijn eigen cliënt. Dat is een goede advocaat. Dat is belangrijker dan het zijn van een slimme advocaat. Als je te maken hebt met een slimme advocaat die niet betrouwbaar is, dan moet je op alles bedacht zijn. Een eenvoudige, efficiënte oplossing is dan ver weg. Ik denk dat betrouwbaarheid de belangrijkste eigenschap is van een goede advocaat.”

Zoals Soeharno eerder heeft verteld, heeft ieder mens zijn blinde vlekken. Zo kunnen advocaten fouten maken. Ik wil dan ook weten of advocaten die het vertrouwen van zijn cliënt en andere advocaten hebben geschaad, dit vertrouwen kunnen herstellen. “Ja, dat kan heel moeilijk zijn”, vindt hij. “Het zou natuurlijk wel moeten kunnen. Het begint met gewoon je excuses kunnen aanbieden. We zijn allemaal menselijk. Dossiers zijn soms heel complex en je moet soms in een split second handelen. Het kan zijn dat je een keer een fout maakt, iets waarvan je achteraf denkt: had ik het maar anders gedaan.”

Ethiek en integriteit

Jonathan Soeharno is tevens – sinds 2012 – hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn expertise betreft de vraagstukken ethiek én integriteit. Dit zijn belangrijke eigenschappen voor een advocaat. Ik weet dat er tijdens de beroepsopleiding – om een voorbeeld te noemen – een integriteitstest wordt gedaan.

Stel dat een basisschoolleerling uit groep 8 naar u toe komt en vraagt waar beide begrippen voor staan. Hoe zou u dit uitleggen?
“Leuke vraag. Overigens is dit niet alleen een vraag waar een basisschoolleerling mee zit, maar ook een vraag die door cliënten wordt gesteld. Ethiek en integriteit zijn verschillende begrippen. Ethiek gaat over de vraag: wanneer handel ik juist? Dat is makkelijk als je een duidelijke rechtsregel hebt, maar soms is die er niet of biedt die niet voldoende uitkomst, bijvoorbeeld omdat het een open norm betreft. Cliënten vragen dan ook geregeld of iets niet alleen juridisch is, maar ook ethisch verdedigbaar is. Integriteit gaat over een andere vraag: is mijn gezag legitiem? Waarom mag een arts beslissen over jouw gezondheid? Waarom mag een rechter beslissen over jouw vrijheid? Waarom moet je een advocaat hebben om jouw belang in rechte te verdedigen? De afhankelijkheid van deze gezagsdragers moet worden waargemaakt. Daarover gaat integriteit.”

Om het verschil tussen beide begrippen te verduidelijken, geeft de professor het volgende voorbeeld: “Stel dat een rechter er tijdens de procedure toevallig achter komt dat een van de partijen een ver familielid is. Ze wisten niet van elkaars bestaan. Ethisch bezien, ook op grond van de geldende leidraad kan de rechter nog steeds prima in staat zijn om in de zaak een onpartijdig oordeel te vellen. Maar vanuit integriteitsoogpunt kun je de vraag stellen of de samenleving in deze zaak nog kan rekenen op onpartijdige en onafhankelijke rechtspraak. Wellicht ziet de rechter toch aanleiding om zich te verschonen om het vertrouwen in de rechtspraak te beschermen.”

Moet er tijdens de rechtenopleiding meer focus worden gelegd op vraagstukken als ethiek en integriteit?
“Het antwoord is natuurlijk: ja. Er moet meer focus komen op vraagstukken als ethiek en integriteit. Het recht maakt meer gebruik van open normen en er wordt steeds nauwlettender gekeken naar beroepsbeoefenaren. Ethiek en integriteit worden daarmee steeds belangrijker.”

Aan het einde van het interview is er nog één vraag die ik wil stellen aan Jonathan Soeharno. Hij is 42, ik 23. Ik ben dan ook benieuwd welk advies hij zou geven als hij terug in de tijd kon gaan naar wanneer hij 23 jaar was. Na even aarzelen krijg ik een antwoord dat voor iedere student wel relevant is: “Doe voluit wat je interessant vindt. En zorg dat je daarnaast genoeg kansen voor jezelf creëert om te doen wat je leuk vindt.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven