Jurist no cure no pay: betaal btw

Delen:

Foto: Depositphotos

Een jurist biedt sommige van zijn cliënten op no cure no pay-basis bijstand in bestuursrechtelijke procedures. Over de (proces)kostenvergoeding die hij alleen bij succes door het bestuursorgaan betaald krijgt moet hij wel btw betalen. Dat besliste het hof Den Bosch in een geschil tussen de jurist en de Belastingdienst.

De jurist – eigenaar van een eenmanszaak en daarmee ondernemer voor de omzetbelasting – biedt zijn clientèle bijstand in bestuursrechtelijke procedures. Met sommige cliënten heeft hij een no cure no pay-afspraak gemaakt. Die houdt in dat hij bij succes een (proces)kostenvergoeding krijgt, die het bestuursorgaan direct aan hem betaalt. Anders dan over de vergoeding die hij ongeacht de uitkomst van een procedure voor zijn werk in rekening brengt betaalt hij over deze (proces)kostenvergoedingen geen omzetbelasting. De Belastingdienst is het daar niet mee eens en legt hem een naheffingsaanslag op. Daarop stapt de jurist naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die hem in het ongelijk stelt.

Rechtstreeks verband

Net als de rechtbank vindt ook het hof dat de jurist btw verschuldigd is over de (proces)kostenvergoeding die hij voor zijn no cure no pay-diensten krijgt. Volgens het hof is er een rechtstreeks verband tussen de door hem verleende juridische bijstand en de betaling van een proceskostenvergoeding door het bestuursorgaan aan zijn cliënten. De jurist heeft die immers van zijn cliënten bedongen als vergoeding voor zijn juridische diensten, aldus het hof. Dat de betaling afhankelijk is van een succesvolle afloop maakt dit niet anders.

Rechtsbetrekking

Ook zijn beroep op het Baštová-arrest van het Hof van Justitie van de EU uit 2016 mag de jurist niet baten. In dat arrest oordeelde het Europees Hof dat over ontvangen prijzengelden bij paardenwedrennen geen btw verschuldigd is, omdat de terbeschikkingstelling van het paard aan de organisator van de paardenrenwedstrijd niet kan worden beschouwd als een dienst onder bezwarende titel. Het Europees Hof overwoog daartoe dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de terbeschikkingstelling van het paard en het behalen van het prijzengeld.

De situatie van de jurist is anders, vindt het hof Den Bosch. Tussen hem en zijn cliënten is er een rechtsbetrekking op grond waarvan hij juridische diensten verricht. Voor die diensten heeft hij daadwerkelijk vergoedingen ontvangen op basis van met zijn cliënten gemaakte afspraken. De proceskostenvergoeding is volgens die afspraken de vergoeding voor zijn prestaties.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven