Juristen zijn niet eurosceptisch

Delen:

Het Brusselse monster. Griezelig, hè? De dreiging uit Europa voor ons privaatrecht werd afgelopen donderdag onderzocht op een congres van mastervereniging Suum Cuique. De middag vond plaats in de voormalige Leidse sterrenwacht. “Wij juristen hebben hier de plaats van sterrenkundigen ingenomen – zoals Europa ons privaatrecht heeft overgenomen,” zei dagvoorzitter Henk Snijders, hoogleraar privaatrecht in Leiden. Lijkt best kritisch, toch? Er klonken meer van dat soort geluiden, maar niemand onder de eminente sprekers wilde zich eurosceptisch noemen: Europa is goed, de uitwerking kan beter.

Spetterende schildpad

“Ik voel mij bepaald geen euroscepticus en ben meer Europeaan dan Nederlander,” zei de Leidse hoogleraar civielrecht Jaap Hijma tegen de 25 aanwezigen. “Maar dat betekent juist dat ik Europa iets moois gun.” Hijma signaleerde dat Europa vaak haast heeft bij het opstellen van haar regelingen, wat de consistentie en de kwaliteit ervan niet bevordert. Daarom moet de EU het “tempo-element” laten varen; we moeten serieus denken over een écht Europees Burgerlijk Wetboek. Retorisch vroeg Hijma: “Wil je een saaie, grauwe haas of een spetterende schildpad?”

Niet vrijblijvend

De Utrechtse hoogleraar Europees privaatrecht Ewoud Hondius besprak het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht dat eraan zit te komen. Het GEKR of CESL, Common European Sales Law, is een “optioneel instrument”: partijen kiezen zelf of ze het van toepassing willen laten zijn op hun contract. Maar volgens Hondius is het minder vrijblijvend dan het lijkt: bij de interpretatie van andere Europese regelingen kan het CESL een rol spelen, ook al heeft in de praktijk niemand er een beroep op gedaan.

Lang wachten en corruptie

“Ich bin ein Europeër,” begon Maurice Polak, hoogleraar internationaal privaatrecht (IPR) in Leiden, waaraan hij haastig toevoegde: “Maar ik ben wel een kritisch eurofan.” Een algemeen, geschreven Europees privaatrecht vindt hij helemaal niet zo nodig als Europa betoogt. Waarom niet veel meer gebruik maken van het internationaal privaatrecht – regels die aanwijzen welk van de nationale rechtsstelsels van toepassing is?

Het antwoord op die vraag kwam van advocaat Pieter Kuypers, die onlangs bij Polak promoveerde met een 1100 pagina’s dik proefschrift over forumkeuze. Het IPR werkt zelf helemaal niet goed, betoogde Kuypers. Het uitgangspunt van het IPR is dat we vertrouwen hebben in elkaars rechtsstelsels, maar in veel andere Europese landen duren rechtszaken eindeloos en is corruptie aan de orde van de dag. Bij onderhandelingen over IPR-regelingen is het bovendien not done om de vinger op deze zere plekken te leggen.

Hè bah, moeten we nu al stoppen

Vicepresident van het Hof in Arnhem Lodewijk Valk benadrukte dat ook hij géén euroscepticus was, maar verweet het Europees recht wel dat het ons mooie, eenvormige BW verbrokkelt. Volgens Gerard de Vries, hoofddocent privaatrecht aan de UvA, is dat meer onze eigen schuld dan die van Europa: we moeten die Europese regels zelf beter in ons systeem zien in te passen.

Kortom, iedereen had wel enige kritiek op Europa, maar niemand is geheel tegen. Tja, nuance, daar worden juristen gelukkig van. Hoewel de middag inmiddels een half uur was uitgelopen, kondigde professor Snijders dan ook het “droevige moment” aan dat het congres ten einde kwam. Gelukkig konden de aanwezigen verder delibereren tijdens de borrel in nabij gelegen café ‘t Keizertje.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven