‘Klachtplicht gaat niet op wanneer advocaat geen enkele prestatie levert’

Kan een advocaat die eigenlijk niets doet zich op de klachtplicht beroepen? Nee, daarvoor is de klachtplicht niet bedoeld, oordeelde de Hoge Raad vrijdag 15 oktober. Cliënten hoeven alleen te klagen als hun advocaat ondeugdelijk werk heeft verricht – dus wel íets heeft gedaan.

Delen:

‘Klachtplicht gaat niet op wanneer advocaat geen enkele prestatie levert’ - Mr. online
Beeld: Mohamed Hassan/Pixabay

Het draait in deze zaak om een (inmiddels gescheiden) echtpaar, dat in maart 2005 ernstige brandwonden had opgelopen na een ontploffing in hun woonwagen. Hun advocaat benaderde het installatiebedrijf, dat in opdracht van de gemeente Valkenburg aan de Geul gasluchten – door het echtpaar een week voor de ontploffing geconstateerd – had moeten onderzoeken en eventueel onderhouds- of reparatiewerkzaamheden had moeten verrichten. Wegens tijdgebrek deed de installateur hoegenaamd niets. In januari 2007 stuurde de advocaat weer een brief naar het installatiebedrijf maar verrichtte sindsdien geen handelingen meer voor het echtpaar.

Beroepsfout

In september 2012 wordt het kantoor van die advocaat, namens een van de echtelieden, door een advocaat van een ander kantoor aansprakelijk gesteld voor een beroepsfout: de advocaat van het eerste kantoor heeft de rechtsvorderingen tegen de gemeente en het installatiebedrijf laten verjaren. De rechtbank Limburg veroordeelt dit eerste advocatenkantoor tot het betalen van schadevergoeding.

Gebrek in de prestatie

Het hof ’s-Hertogenbosch vernietigt dit vonnis en wijst de vorderingen af. In deze zaak gaat het beroep van dat eerste kantoor op de klachtplicht (art. 6:89 BW) op, aldus het hof. Het echtpaar had moeten klagen dat de eerste advocaat zijn werk niet deed of de opdracht niet afrondde. Het echtpaar behoorde eerder dan in maart 2011 – toen het tweede advocatenkantoor werd ingeschakeld – zodanige gerede twijfel te hebben over een gebrek in de prestatie, dat het dit nader had moeten onderzoeken. Nu het echtpaar niet tijdig heeft geklaagd dat de eerste advocaat ‘niets’ deed, kan het geen beroep meer doen op het gebrek in de prestatie van de advocaat. De verjaring hebben ze ook aan zichzelf te danken.

Niet van toepassing

Bij de Hoge Raad betogen cassatieadvocaten Sjef van Swaaij en Joost Moorman dat de klachtplicht van art. 6:89 BW niet van toepassing is op deze zaak. Dit wetsartikel bepaalt dat een schuldeiser (hier: het echtpaar) op een gebrek in de prestatie geen beroep meer kan doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken, bij de schuldenaar (de eerste advocaat) heeft geprotesteerd.

Geen prestatie geleverd

In cassatie staat vast dat het eerste advocatenkantoor na januari 2007 feitelijk niet meer de belangen van het echtpaar heeft behartigd en iedere verdere prestatie achterwege heeft gelaten. Op zo’n nalaten om een overeengekomen prestatie te verrichten, is art. 6:89 BW niet van toepassing, aldus de Hoge Raad (met een verwijzing naar het Brocacef/Simons-arrest uit 2007). Als een advocaat eigenlijk niets voor zijn cliënt doet, is er geen ruimte voor de klachtplicht – die is enkel bedoeld voor een ondeugdelijke prestatie, dus als er wél iets is gedaan. Deze eerste advocaat had niet meer gedaan dan twee brieven geschreven, en dat staat gelijk aan ‘niets doen’.

Lees hier de uitspraak van de Hoge Raad.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven