Advocaten mogen geen bevoegdheden krijgen om net als notarissen huwelijkse voorwaarden op te kunnen stellen. Zij moeten binnen hun eigen vakgebied blijven. Dat zegt Geertjan Sarneel, voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie(KNB). De beroepsorganisatie is wel blij dat de hele discussie over het stelsel van het huwelijksvermogensrecht weer op gang is gekomen door het onlangs gedane wijzigingsvoorstel van Tweede Kamerlid Magda Berndsen (D66).
In een eerder bericht op deze website pleit een aantal advocaten voor opheffing van het monopolie van het notariaat om huwelijkse voorwaarden op te stellen. Advocaten zouden dat ook moeten kunnen en zelfs beter, omdat zij bij echtscheidingen worden betrokken en daarom precies weten wat de problemen zijn en hoe deze beter voorbereid of voorkomen kunnen worden.
“Dat zou ik ook zeggen als ik hen was”, vertelt Sarneel. “Met alle respect voor hun deskundigheid, maar ik denk dat notarissen toch een ruimere blik hebben op het familie-, onroerendgoed-, erf- en ondernemingsrecht dan advocaten. Dat alle advocaten zomaar dergelijke voorwaarden kunnen maken, valt te betwijfelen. Dat is net zo twijfelachtig als dat een notaris opeens geweldige pleitnotities kan schrijven. Iedereen moet gewoon binnen zijn eigen vakgebied blijven. Het afschaffen van het monopolie zie ik niet zitten.”
Terug bij af
In 2003 heeft de Minister van Justitie een voorstel gedaan om de algehele gemeenschap van goederen uit te hollen, waardoor een situatie zou ontstaan dat alleen gezamenlijke arbeidsinspanning die tijdens het huwelijk wordt verkregen in de gemeenschap zou vallen. Daarbuiten vallen dan eerdere arbeidsinspanningen, schenkingen en erfenissen. Dit voorstel zou neerkomen op een beperkte gemeenschap van goederen waarmee Nederland meer zou aansluiten bij de meeste andere landen in de wereld en beter zou aansluiten bij de behoefte van burgers. Door een amendement van de ChristenUnie is dit idee uit het wetsvoorstel geschrapt. Het voorstel dat nu bij de Eerste Kamer ligt, verandert op dit front dan ook helemaal niets.
Sarneel: “Door dat amendement zijn we weer terug bij af. Daarom is de KNB blij dat het onderwerp weer in de belangstelling staat door het recente voorstel van D66 om de huwelijksregels te wijzigen.” Maar het is de KNB nog onduidelijk of D66 nu probeert aan te sluiten bij het reeds in 2003 gepresenteerde idee om een beperkte gemeenschap van goederen in te voeren of een heel nieuwe invalshoek heeft en het stelsel echt wil ‘omdraaien’, zoals Berndsen zei. Dat laatste zou kunnen betekenen dat mensen standaard op huwelijkse voorwaarden moeten trouwen.
De KNB geeft aan erg gecharmeerd te zijn van de beperkte gemeenschap van goederen. “Als dat het idee van D66 is, is dat zeer welkom. Er zijn namelijk legio mensen die testamenten maken met als enig doel om de erfenis buiten die algehele gemeenschap te laten vallen. Als je de burger een dienst wil bewijzen, moet je die beperkte gemeenschap van goederen invoeren”, aldus de voorzitter van de KNB. Maar het omdraaien van het stelsel en daarmee burgers verplichten huwelijkse voorwaarden op te stellen, vindt de KNB te ver gaan. Als dat zou gebeuren dan moet men voor de huwelijkse voorwaarden naar de notaris en wil men dat niet, dan moet men ook naar de notaris om de algehele gemeenschap van goederen vast te leggen. Sarneel: “Daardoor zouden aanstaande echtgenoten er wel toe worden gedwongen om na te denken over hun vermogensrechtelijke posities. Dat zou niet gek zijn in deze tijd. En het is natuurlijk voor ons erg leuk, maar of je de burger er nou een dienst mee bewijst, vraag ik me af. In de meeste gevallen is er toch sprake van een klassiek patroon; de man werkt en de vrouw werkt niet of (veel) minder.”