Politie en openbaar ministerie hanteren vanaf 1 april 2010 in heel Nederland dezelfde aanpak van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. Dat schrijft minister Hirsch Ballin van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie aan de Tweede Kamer.
Mensen die een publieke taak uitvoeren, zoals hulpverleners, toezichthouders en dienstverleners, dienen volgens de ministers extra tegen agressie en geweld te worden beschermd. Zij doen hun werk immers voor alle burgers.
Het doel van de landelijke afspraken is het eenvoudig, effectief en snel afhandelen van deze vorm van agressie en geweld. De afspraken houden onder meer in dat politie en openbaar ministerie hoge prioriteit geven aan de opsporing en vervolging van verdachten van agressie en geweld tegen mensen met een publieke taak. Daarbij wordt zoveel mogelijk lik op stuk beleid toegepast.
Zo neemt de politie bij ernstige vormen van agressie en geweld eerst contact op met het openbaar ministerie voordat de verdachte wordt heengezonden. Het openbaar ministerie stelt in dergelijke zaken in principe vervolging in. Het is ook mogelijk dat werkgevers aangifte doen van geweld tegen hun werknemers. Het openbaar ministerie ondersteunt het slachtoffer bij het uitoefenen van zijn rechten, waaronder het verhalen van schade op de dader. Het openbaar ministerie voert over deze zaken een actief communicatiebeleid.