Levenslange gevangenisstraf is volgens de Hoge Raad niet in strijd met het Europese mensenrechtenverdrag (EVRM). Het hoogste rechtscollege heeft dat bepaald, omdat iemand met een levenslange gevangenisstraf altijd nog kans heeft op gratie, zo maakte de raad dinsdag bekend.
Achtergrond van de uitspraak is de zaak rond de moord op Henny Klein Overmeen in 2003. Verdachte Frans B. zou zijn slachtoffer met een schop tegen zijn hoofd en ribben hebben geslagen en hem daarna levend hebben begraven. Het graf waarin het slachtoffer is gestikt, is pas in maart 2004 ontdekt. Het hof in Arnhem legde B. in 2007 levenslange celstraf op.
B.’s advocaten zijn naar de Hoge Raad gestapt, omdat zij vinden dat in deze zaak levenslang niet opgelegd had mogen worden. De kans op gratie is volgens de raadslieden zo klein dat iemand met levenslang ook echt tot zijn dood opgesloten blijft. De gevangene heeft geen enkel perspectief op verkorting van zijn straf en dat is in strijd met de mensenrechten, aldus de advocaten.
De Hoge Raad erkent dat het sindas 2000 meer afhangt van het initiatief dat een veroordeelde neemt om een gratieverzoek te doen. Voor die tijd deed justitie dat soms nog op eigen initiatief. Maar ook al is die regeling iangetrokken, gratie is nog steeds mogelijk, zegt de raad.
Tegelijk stellen de raadsheren van de Hoge Raad dat het van belang kan zijn als blijkt dat levenslang ,,in feite nooit wordt verkort, zodat een gratieverzoek dus in alle gevallen bij voorbaat kansloos zou zijn’’. Dit zou van betekenis kunnen zijn voor de vraag of oplegging of voortzetting van deze straf wel voldoet aan de eisen die het EVRM stelt. (Bron: ANP)
