In Nederland moeten duizend inwoners het doen met gemiddeld 1,02 advocaat, een ratio die al langere tijd stabiel is. daarmee ligt Nederland ver onder het Europese gemiddelde van 1,8 advocaten per duizend inwoners. De grootste advocatendichtheid kent Luxemburg (4,93), gevolgd door Griekenland (4,41) en Italië (3,99). Bosnië-Herzegovina is in Europa de hekkensluiter met 0,53 advocaten per duizend inwoners.
Regionale verschillen
Nederland heeft niet alleen relatief weinig advocaten, tussen de arrondissementen bestaan ook nog eens grote verschillen. Zo telt Amsterdam bijna zes advocaten per 1.000 inwoners, Den Haag en Rotterdam liggen rond het gemiddelde, in Noord-Holland, Noord-Nederland en Overijssel moet men het doen met een halve advocaat per 1.000 inwoners doen. In meer dan de helft van de arrondissementen zijn er nu minder advocaten dan tien jaar geleden (Limburg, Midden-Nederland, Noord-Holland, Nood-Nederland, Overijssel en Zeeland). Tegelijk ontbreekt het in sommige arrondissementen aan advocaten met een specialisatie, zodat rechtzoekenden met een specifieke juridische hulpvraag moeten uitwijken naar een advocaat buiten de eigen regio. Neem het onteigeningsrecht: in vijf arrondissementen moeten rechtszoekenden ‘de grens over’ voor een onteigeningsadvocaat.
Steeds meer vrouwen
In 2024 werden 1.081 nieuwe advocaten beëdigd, waarvan 59 procent vrouw en 41 procent man. Amsterdam kende met 480 nieuwe advocaten de meeste beëdigingen, Overijssel met 28 de minste. Het aandeel vrouwelijke advocaten in de totale beroepsgroep stijgt gestaag (47 procent). Zij zitten wel vooral in de jongere leeftijdscategorieën, vanaf 40 jaar zijn mannen oververtegenwoordigd.
Van het tableau
De Orde noemt de stijging van het aantal tuchtrechtelijke maatregelen ‘opvallend’. In 2024 werden dertien advocaten van het tableau geschrapt, 44 procent méér dan in 2023. De uitstroom uit de advocatuur wordt grotendeels veroorzaakt door vrijwillige uitschrijvingen (1.040 advocaten), bijvoorbeeld vanwege pensioen of een carrière buiten de advocatuur.
Advocatenkantoren
Het aantal advocatenkantoren is vorig jaar met 0,7 procent gedaald naar 5.490. Veruit de meeste kantoren (3.297) zijn eenpitters. De grootste afname (bijna 6 procent) was te zien bij kantoren met drie tot vier advocaten, terwijl het aantal middelgrote kantoren (33-64 advocaten) juist met 6 procent groeide. De meeste advocaten (6.336), ruim een derde van de balie, werken bij kleine kantoren met twee tot acht advocaten.
Sociale advocatuur
Nog geen kwart (23 procent) van alle advocaten is werkzaam in de sociale advocatuur (minimaal tien toevoegingen). Terwijl de balie als geheel in 2024 met ruim één procent is gegroeid, zag de sociale advocatuur een daling van ruim 1 procent. In vijf jaar tijd is dat toch een krimp van bijna 13 procent – gemiddeld neemt het aantal sociaal advocaten af met 2,5 procent per jaar. Hoewel de meeste sociaal advocaten in Amsterdam werken (701), zijn in Limburg relatief gezien de meeste advocaten op toevoegingsbasis actief (45 procent). In absolute aantallen heeft Overijssel de minste sociaal advocaten (190).
Vergrijzing
In sommige rechtsgebieden is sprake van een vergrijzende advocatenpopulatie, zoals in het asiel- en vluchtelingenrecht: 31 procent van de advocaten is 60+, er is er maar één onder de 30 jaar. Ook op het gebied van het psychiatrisch patiëntenrecht dreigt op termijn een tekort.
Lees hier het rapport Balie in Beeld 2025.