Mr. van de week is Michiel Zwinkels. De hoofdofficier van justitie van Den Haag maakt met burgemeester Cornelis Visser (Katwijk) en politiechef Paul van Musscher (Eenheid Den Haag) deel uit van de eerste cyberdriehoek van Nederland die onlangs bij elkaar kwam.
Een cyberdriehoek: waarom is dat nodig, en waarom nam u in Den Haag het voortouw?
In een reguliere driehoek bespreken de burgemeester, de politiechef en de (hoofd)officier van justitie de handhaving van de openbare orde en veiligheid en de strafrechtelijke rechtshandhaving in een bepaald geografisch gebied. We zien dat het cyberdomein en het fysieke domein steeds meer door elkaar gaat heenlopen. Neem sextortion, het afpersen met naaktfoto’s. In Leiden hebben we daarop een groot onderzoek gedraaid. Dat begon op social media maar veel van de slachtoffers komen ook uit die omgeving. Bovendien is cybercrime een van de speerpunten voor de politie en het OM in Den Haag en is de burgemeester van Katwijk regionaal portefeuillehouder. Wij moeten het goede voorbeeld geven.
Bij cybercrime denken we aan zaken als hacken, oplichting via verkoopsites, sextortion…Wat heeft u besproken tijdens de eerste bijeenkomst?
Tijdens de eerste bijeenkomst hebben we met name gesproken over wat we in de fysieke wereld met elkaar kunnen organiseren om te voorkomen dat mensen slachtoffer worden in het cyberdomein. U moet hierbij met name denken aan het creëren van bewustwording en preventie, met name onder jongeren.
Is cybercrime goed aan te pakken? Uw cyberofficier Ed Hartjes zei in het AD: “Wie er achter zit, is achteraf moeilijk te ontdekken.” Heeft het OM meer middelen nodig?
Dat denk ik vooralsnog niet. Het vergt wel anders denken, en realiseren en accepteren dat het strafrecht alleen niet de oplossing biedt. Hier is echt een multidisciplinaire, integrale aanpak op zijn plaats. Daarin wordt samengewerkt met verschillende overheidsdiensten, burgers, het bedrijfsleven en kennisinstellingen.
Neemt de internetcriminaliteit toe nu er door de coronacrisis minder wordt gewinkeld?
Dat is nog te vroeg om te zeggen. Je ziet in elk geval wel dat er meteen mensen zijn die misbruik proberen te maken van de situatie. Dat is echt verwerpelijk en dat zullen we hard aanpakken.
Als u het voor het zeggen had dan?
Was er wereldvrede, groeide geen kind op in angst en hoefde niemand van de honger te sterven.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Ik denk mijn eerste zitting als officier van justitie. Niet alleen omdat ik daar mijn vrouw heb ontmoet; zij kwam als nieuwe medewerker van het OM een zitting bijwonen. Maar omdat dat een lang gekoesterde wens was. In die toga namens de maatschappij als aanklager in een strafzaak optreden is en blijft heel speciaal.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Dat is niet een specifiek persoon. Ik heb verschillende mensen in verschillende fasen in mijn loopbaan naar wie ik met bewondering keek en van wie ik heb geleerd. Dat zijn niet altijd bekende mensen, maar eerder directe collega’s om mij heen.
Wat is over u niet bekend, wat wel interessant is?
Best veel, maar dat wil ik graag zo houden.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Geen enkele. De laatste jaren ben ik nog nauwelijks als jurist bezig en ben ik meer en meer bestuurder. Af en toe mis ik het wel om weer eens helemaal in een zaak te duiken.
Welk boek las u het laatst?
“De meeste mensen deugen” van Rutger Bregman. Een positief boek over het goede in de mens. Je ziet in deze tijden van crisis de voorbeelden gelukkig om je heen. Ik denk dat het klopt!
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Tijdens deze coronacrisis met niemand. Zo groot zijn de Nederlandse cellen nu ook weer niet. Ik denk bovendien dat de meeste mensen zich nu wel enigszins kunnen inbeelden hoe vervelend het is om opgesloten te zitten.