Minder arresten civiel en straf bij Hoge Raad

Delen:

Hoge Raad bij Urgenda (Klein)
Foto: Chris van Houts

De Hoge Raad heeft in 2019 minder civiele en strafzaken afgehandeld dan in 2018. Het aantal uitspraken van de belastingkamer steeg echter. Dat blijkt uit het jaarverslag 2019 van de Hoge Raad.

De belastingkamer deed in 2019 773 uitspraken. Dat waren er in 2018 nog 724. De civiele kamer deed in 2019 328 uitspraken, tegen 429 in 2018. Bij de strafkamer daalde het aantal zaken van 4283 (2018) naar 4155 (2019).

Urgenda

Voor alle rechtsgebieden maakte de Hoge Raad een overzicht van de meest spraakmakende zaken. In de sector civiel waren dat onder meer de arresten over de aardbevingsschade in Groningen, Mothers of Srebrenica, en uiteraard het Urgenda-arrest. In zijn voorwoord trekt president Maarten Feteris de parallel tussen dit arrest en het befaamde arrest Lindebaum-Cohen uit 1919. “Honderd jaren rechtsontwikkeling laten zien dat de hoogste rechter steeds te maken heeft gehad met principiële zaken die aanliggen tegen een scheidslijn tussen rechterlijke en wetgevende bevoegdheden,” schrijft Feteris.

Verhitte discussies

Beide arresten zijn van grote invloed op de rechtsontwikkeling en over beide zaken ontstonden verhitte discussies. In 1919 vreesden juristen voor een civielrechtelijke ramp en onaanvaardbare economische consequenties als maatschappelijke onzorgvuldigheid tot onrechtmatigheid kon leiden. Net als nu werd toen vraag gesteld of de rechter zich zo een te grote toetsingsvrijheid toe-eigende.

In de strafsector zet de Hoge Raad onder meer de schijnwerper op de arresten over Mr. Big en drie uitspraken over de vrijheid van meningsuiting (de Amerikaanse prediker, de Pegida-toespraak en de opruiingsposters in de Haagse Schilderswijk). Van de fiscale arresten noemt de Hoge Raad Box 3 en de Tipgeverszaak.

Vier klachten

Er werden in 2019 vier klachten ingediend: twee tegen advocaten-generaal en twee tegen de griffier van de Hoge Raad. Al deze klagers kregen nul op het rekest.

Een klacht tegen een advocaat-generaal ging over een beslissing die zij had genomen in haar nevenfunctie bij de Tuchtraad Financiële Dienstverlening. De klacht werd niet in behandeling genomen omdat de procureur-generaal daarover niet bevoegd is. Een andere klacht ging over een voormalig advocaat-generaal en werd evenmin in behandeling genomen.

De klachten tegen personeel van de Hoge Raad gaan beide over gedrag van de (waarnemend) griffier. In beide gevallen (terugbetaling van griffierechten en vaststelling van de geslachtsnaam) lijkt volgens de Hoge Raad sprake te zijn van een misverstand. De klachten zijn ongegrond verklaard.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven