De D66-minister ziet geen aanleiding om het huidige wettelijke systeem aan te passen. Hij stelt dat als zaken waarbij sprake is van een verdenking van seksueel misbruik van een minderjarig slachtoffer standaard achter gesloten deuren moet plaatsvinden, dit type delict wordt uitgesloten van de openbaarheid. Weerwind in zijn antwoord op vragen van de CDA-Kamerleden: “Het in zijn algemeenheid uitsluiten van delicten voor openbare behandeling acht ik niet wenselijk. Ook bij delicten als seksueel misbruik is openbaarheid het uitgangspunt, zodat publieke controle mogelijk is.”
Afweging
Weerwind stelt dat als de belangen van het minderjarige slachtoffer in een specifieke zaak toch zwaarder moeten wegen er, binnen de bestaande wettelijke mogelijkheden, voldoende ruimte is om de zaak achter gesloten deuren te behandelen. “Ik vertrouw daarbij op de deskundigheid van de rechter om daarin een afweging te maken, waarbij rekening wordt gehouden met het voorkomen van victimisatie, intimidatie en vergelding.”
Vrezen
De minister reageerde onder meer op de vraag van de Kamerleden of het niet schrijnend is dat meerderjarige en minderjarige slachtoffers van een seksueel misdrijf of seksuele uitbuiting soms vrezen voor een openbare behandeling van een strafzitting, bijvoorbeeld omdat er gevoelige details over seksueel misbruik tijdens de zitting gedeeld worden in het openbaar.
Bestrijden
Hij kon als antwoord op deze Kamervragen wel melden dat er in Europees verband wordt gewerkt aan nieuwe richtlijnen voor het bestrijden van seksueel misbruik en kinderporno, waarbij er ook aandacht is voor betere bescherming van slachtoffers in de rechtszaal tijdens de zitting. Het (minderjarige) slachtoffer zou onder een nieuwe richtlijn dan gehoord kunnen worden zonder publiek of zonder aanwezig te zijn in de zittingszaal, bijvoorbeeld met behulp van een digitale verbinding. In maart werd dit Europese voorstel voor een richtlijn al ter behandeling aan de Tweede Kamer gestuurd.