In het arrest valt te lezen dat een opsporingsambtenaar had waargenomen dat de betreffende automobilist de telefoon op zijn schoot had en tijdens het rijden één hand aan het stuur had. Ook keek de automobilist tijdens het rijden voor langere tijd naar beneden. “Ik zag dat de bestuurder tijdens het rijden een op een telefoon gelijkend voorwerp vasthield. Bij de staandehouding zag ik dat het een mobiele telefoon betrof die ik herkende als het apparaat dat de bestuurder rijdend heeft vastgehouden. De wijze van vasthouden bestond uit: ik zag bij het voorbijgaan in een opvallend politievoertuig de betrokkene recht naar beneden kijken naar zijn benen. Ik zag dat betrokkene deze houding ruim in het voorbijgaan bleef aanhouden. Ik zag dat het gezicht van betrokkene nadat ik voorbij kwam niet direct omhoog kwam en gericht op de weg. Dit was voor mij, verbalisant, reden om via de politietransparant een volgteken te geven. Bij het aanspreken zag ik een smartphone op de bijrijdersstoel liggen.”
Om te kunnen beoordelen of dit voldoende is om te spreken van een overtreding van artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: Reglement), is er volgens de advocaat-generaal een ruime interpretatie van het begrip ‘vasthouden’ nodig. Daarvoor verwees het Openbaar Ministerie naar de Nota van Toelichting, en naar jurisprudentie waarbij werd beslist dat vasthouden in de zin van art. 61a van het Reglement niet altijd fysiek vasthouden hoeft te zijn geweest. Uit de Nota van Toelichting blijkt eveneens dat dit bij de totstandkoming van het besluit al is aangegeven.
Het hof beaamt dat er op basis van deze argumenten sprake kan zijn van een overtreding, maar bij dit arrest vindt het hof niet dat er sprake is van vasthouden bij het op de schoot leggen van de telefoon. Het hof vindt dat het de rechtsvormende taak van haar te buiten gaat om mee te gaan met het argument van de advocaat-generaal. Wellicht heeft het hof hier de juiste keuze gemaakt, nu het discussiepunt zal worden voorgelegd aan de wetgever om eventueel de formulering van het artikel aan te passen.
Niet strafbaar, maar let wel op…
Al met al is het in beginsel niet strafbaar om een mobiele telefoon op je schoot te hebben tijdens het rijden. Maar… ontstaat er gevaarlijk verkeersgedrag, dan is het andere koek, want dan kan er sprake zijn van inbreuk op artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, aldus het hof in het arrest. Mocht je dus denken dat je een manier hebt gevonden het telefoonverbod te omzeilen, loop je nog steeds kans op het ontvangen van een boete.
