Mr. van de week: Job Cohen

Delen:

Job CohenMr. van de week is Job Cohen. Op 9 januari aanvaardt hij zijn benoeming als hoogleraar op de Thorbeckeleerstoel, met als leeropdracht juridische en bestuurskundige aspecten van decentraal bestuur in Nederland aan de Universiteit Leiden. Cohen was onder meer staatssecretaris van hoger onderwijs, Eerste Kamerlid, staatssecretaris van justitie, burgemeester van Amsterdam en politiek leider van de PvdA. Verder was Cohen onder meer wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit Leiden en decaan en rector magnificus aan de Universiteit van Maastricht.

U keert weer terug op het oude nest. U vindt het nog geen tijd om wat rustiger aan te doen?

Nee hoor, ik vind dit een mooie tijd om op basis van mijn ervaringen nog een aantal jaren een bijdrage te geven aan de publieke zaak. Deze leerstoel neemt één dag in de week in beslag, daarnaast ben ik onder meer voorzitter van de branche-organisatie van de Sociale Werkbedrijven, voorzitter van VOICE (de overkoepelende Collectief Beheer Organisaties zoals BUMA, SENA, LIRA en nog een flink aantal andere), en voorzitter van enkele Raden van Toezicht, zoals de Universiteit van Wageningen, de Openbare Bibliotheek Amsterdam en het Vfonds. Als het maar leuk en interessant is, ben ik van de partij.

Wat gaat u uw toehoorders op 9 januari vertellen?

De titel van mijn oratie is: De vierde D. Veel meer wil ik er nog niet over vertellen…

Waar voelt u zich het meeste thuis, in de collegezaal of in de Tweede Kamer?

Alles op zijn tijd. Ik heb de praktische politiek, niet tot mijn spijt, achter me gelaten, en ik denk dat het voor studenten interessant is om de theorie die op een universiteit zo belangrijk is, te larderen met praktische ervaring.

Rondom uw vertrek als fractievoorzitter bijna drie jaar geleden ontstond veel rumoer. Hoe kijkt u nu eigenlijk terug op uw periode in Den Haag?

Ik heb in mijn leven wel vrolijker periodes gekend. De functie van fractievoorzitter behoort tot de lastigste die er zijn. Ik kan me er wel wat bij voorstellen als Diederik Samsom niet altijd zijn ergernis binnen kan houden wanneer er weer ellenlang geteemd wordt over strategie en tactiek, en niet over de inhoud.

Onder uw voorzitterschap bracht de Visitatiecommissie Gerechten eind oktober een rapport uit met daarin waarschuwende woorden over werkdruk en kwaliteit. De Rechtspraak bereidt zich intussen voor op dreigende bezuinigingen. Hoe gevaarlijk zijn financiële ingrepen volgens u?

Eerlijk gezegd was mijn commissie iets minder bezorgd over de werkdruk dan de Raad voor de Rechtspraak zelf. Zeker, die werkdruk is hoog, en de over elkaar heen tuimelende veranderingen (nieuwe gerechtelijke kaart, nieuwe bestuursstructuur, heel veel nieuwe bestuurders en straks KEI) zonder extra budget, terwijl de winkel gewoon open moet blijven, hebben daar nog een schep bovenop gedaan. Toch hadden wij niet de indruk dat de werkdruk over het geheel genomen onaanvaardbaar hoog was. Hoog, ja, maar (nog) niet onaanvaardbaar hoog. Wat wij wèl hebben geconstateerd is dat allerlei aspecten van interne kwaliteitszorg het kind van de rekening dreigen te worden. Er werd lang niet altijd voldoende tijd en aandacht besteed aan jurisprudentie-onderzoek en -overleg, onvoldoende aan feedback en intervisie, en dat zijn in the long run aspecten die essentieel zijn om de kwaliteit van de rechtspraak op peil te houden. Je merkt het niet onmiddellijk als dat minder wordt, maar als je het uiteindelijk wel constateert, zal het des te meer moeite kosten om de zaak weer te verbeteren. Kortom: de rek is eruit, en de beoogde financiële ingrepen in de komende jaren vind ik zonder meer risicovol.

Als u het voor het zeggen had dan?

…zou ik wel willen dat de rechtsstaat weer een sterker accent krijgt.

Wat is het hoogtepunt in uw (juridische) carrière?

Als staatssecretaris van Justitie was ik verantwoordelijk voor twee belangrijke wetten: de Vreemdelingenwet 2001 en de Wet op het huwelijk van partners van hetzelfde geslacht. De eerste was een hoogtepunt door de wijze van voorbereiding: alle betrokkenen, van IND tot vreemdelingenpolitie, van rechter tot asieladvocaat, van COA tot marechaussee, ze waren er allemaal bij betrokken en goed voorbereid op de uitvoering. Eerlijk gezegd vind ik dat alle wetten met grote impact voor mensen zo grondig zouden moeten worden voorbereid. Aan de wet op wat in de wandeling het homohuwelijk heet, hoefde ik niet zo heel veel te doen; dat was politiek een gelopen koers. Maar het is natuurlijk wel heel bijzonder dat ik op deze manier mocht meehelpen aan het realiseren van deze eerste wet ter wereld op dit gebied – zoals het een prachtig toeval was dat ik een paar maanden na de totstandkoming ervan als burgemeester van Amsterdam de eerste huwelijken van paren van hetzelfde geslacht ter wereld mocht sluiten.

Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?

Audi et alteram partem, ooit geleerd van mijn hoogleraar romeins recht Scheltema. In mijn hele carrière is dat een belangrijk uitgangspunt geweest dat mij in al de verschillende bestuursfuncties die ik heb bekleed en nog bekleed, enorm geholpen heeft om de boel bij elkaar te houden.

Welk wetsartikel vindt u het mooist? Welk wetsartikel het slechtst?

Ik houd wel erg van artikel 1 van de Grondwet, en ik betreur het zeer dat de bepalingen over de stadsdelen uit de Gemeentewet zijn geschrapt.

Welk boek las u het laatst?

Ik was het afgelopen jaar voorzitter van wat inmiddels de allerlaatste AKO-literatuurprijs bleek te zijn – in de toekomst wordt het de ECI-literatuurprijs. En zo heb ik meer gelezen dan in jaren het geval was. Wat de allerlaatste was, weet ik niet meer precies, maar prachtig vond ik – het zal niet echt verbazen – Oorlog en Terpentijn van Stefan Hertmans. En het tweede deel van de Bijbel voor Ongelovigen van Guus Kuijer vond ik beklemmend mooi, omdat Kuijer door gewoon de bijbel na te vertellen laat zien dat de oorlog tussen joden en Filistijnen, zij het met tussenpozen, al meer dan twintig eeuwen aan de gang is. Afgezien van de kwaliteit van het oorlogstuig is alleen de naam van de Filistijnen veranderd. Erg hoopvol is dat niet…

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

Ik moet er niet aan denken…

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven