Na University College toch advocaat worden

Delen:

Beeld bij De Brauw opleiding 1Om meer juridisch talent te kunnen aantrekken (en vasthouden) heeft advocatenkantoor De Brauw twee opmerkelijke stappen gezet. Studenten met een juridische master maar zonder juridische bachelor kunnen onder de vleugels van De Brauw alsnog hun juridische bachelor en civiel effect halen, zodat ze kunnen instromen in togaberoepen. Het gaat hier om afgestudeerden van University Colleges. Bovendien krijgen buitenlandse afgestudeerden die een buitenlandse juridische opleiding hebben afgerond, bij De Brauw een interne opleiding van een half jaar waarna ze worden ingezet in de internationale adviespraktijk.

Met het binnenhalen van studenten van University Colleges (kleinschalige brede bacheloropleidingen voor excellente studenten) mikt De Brauw op talent dat anders niet kan kiezen voor een beroep als advocaat. ‘Dat talent dreigt anders verloren te gaan voor de juridische dienstverlening,’ meent managing partner Martijn Snoep. ‘Slimme en gemotiveerde scholieren die vroeger na de middelbare school niet wisten wat ze wilden, gingen vaak rechten studeren. Nu kiest een groot aantal van hen voor een University College. Daar zitten ook mensen bij er later pas achter komen dat ze graag advocaat willen worden.’

Voor het verkrijgen van het civiel effect is echter zowel een juridische bachelor als een juridische master vereist. ‘We lopen daardoor veel talent mis,’ denkt Snoep. ‘Van de University Colleges komen heel goede studenten. Ze zijn gedreven en getalenteerd. Ze kunnen goed zelfstandig werken, hebben een goede wetenschappelijke houding en een uitstekende beheersing van het Engels.’ De Brauw helpt een aantal van deze mensen om alsnog hun juridische bachelor te halen, waarna ze als advocaat in dienst kunnen komen.

Zo loopt De Brauw vooruit op een breder initiatief van de Nederlandse University Colleges, de juridische faculteiten, de NOvA en de Raad voor de Rechtspraak. De bedoeling is om onder bepaalde voorwaarden een juridische bachelor te verlenen aan studenten van de University Colleges. Studenten zullen daarvoor extra juridische vakken volgen binnen een zogeheten ‘law track’ in het tweede en het derde jaar. De gesprekken hierover lopen nog.

Professor Rob van Otterlo noemt het logisch dat De Brauw talent wil aantrekken van University Colleges, maar hij vindt het de omgekeerde wereld dat studenten eerst de ‘moeilijke’ master doen en vervolgens pas de ‘makkelijke’ bachelor. ‘Dit is een mooi moment om nog eens te kijken naar de eisen van het civiel effect,’ meent hij.

Van Otterlo, hoogleraar organisatie van de juridische dienstverlening aan de Universiteit van Amsterdam, maakte deel uit van de Commissie-Hoekstra die in opdracht van de NOvA voorstellen deed voor het aanpassen van de Advocatenwet aan de bachelor-master structuur. Een nieuwe aanpassing zou nu op zijn plaats zijn, vindt Van Otterlo. ‘Niet alleen studenten van University Colleges moeten advocaat kunnen worden,’ meent hij. ‘Iedereen die hard wil werken en naast zijn bachelor de vereiste juridische vakken doet, moet daarvoor de kans krijgen.’ Van Otterlo verwijst naar het systeem in Engeland waar een algemene bachelor en een juridische, op de advocatuur gerichte vervolgopleiding voldoende zijn om advocaat  te worden.

Naast het aantrekken van studenten van University Colleges timmert De Brauw aan de weg met een tweede initiatief. Het gaat daarbij om in het buitenland afgestudeerde juristen die een interne opleiding van een half jaar volgen. De eerste lichting van acht afgestudeerden begint op 1 september.  Ze zijn geselecteerd uit bijna tweehonderd kandidaten, die eerder een Engelstalige juridische bachelor en master hebben voltooid. Het zijn mensen van allerlei achtergronden, uit verschillende landen. Ze krijgen een interne opleiding van een half jaar binnen De Brauw’s trainingsinstituut De Brauwerij (Engels: The Brewery), waar ze algemene juridische vaardigheden leren zoals het opstellen van contracten en adviezen, maar ook basiskennis van het Nederlands recht en de Nederlandse taal. Daarna gaan ze aan de slag in de internationale praktijk, in zaken voor Nederlandse of buitenlandse bedrijven. Het kan bijvoorbeeld gaan om bedrijven waarvoor De Brauw internationale zaken coördineert.

‘We koppelen dit talent aan de wensen van onze cliënten die meer dan Nederlandsrechtelijke ondersteuning willen,’ licht Martijn Snoep toe. ‘De global lawyers gaan werken in praktijkgebieden als M &A, internationale arbitrage en mededinging. Allemaal rechtsgebieden waarvoor je wel juridische kennis nodig hebt, maar niet in alle gevallen kennis van het Nederlands recht. Cliënten willen de beste juristen hebben, en dat zijn niet per se Nederlanders.’

De buitenlanders hebben in Nederland niet de status van advocaat, hoewel sommigen van hen misschien wel advocaat zijn in het land van herkomst. ‘Misschien dat een aantal van hen de Nederlandse advocatenopleiding gaat doen als zij de Nederlandse taal voldoende machtig zijn en al over de vereiste kwalificaties beschikken. Dat bekijken we nog in de toekomst.’

De buitenlanders kiezen om uiteenlopende redenen voor een loopbaan in Nederland. De Brauw: ‘Dat kan de liefde zijn, of dat ze graag in Amsterdam willen wonen.’ Hoe dan ook zullen ze eraan bijdragen dat de cultuur binnen de organisatie verandert: minder Nederlands, meer internationaal. De Brauw heeft al vijftien à twintig niet-Nederlandse juristen in dienst.

Rob van Otterlo noemt dit een heel goede ontwikkeling.’De grote kantoren gaan steeds meer op de internationale toer. Ik denk dat de instroom van deze mensen een verrijking is. Ik vind wel dat Nederland zich soepel moet opstellen als deze mensen hier de status van advocaat willen verkrijgen.’

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven